Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uit
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
(achterwaarts; naar achter) | ; backward ; ; | |
🔗 Manfred Rorsefne trok de stoel naast haar achteruit. | ||
(terug) | ; | |
(naar buiten) | ||
(rechtaan; rechtdoor) | straight ahead ; straight along | |
exhale | ||
(baggeren) | dredge | |
🔗 Het waterschap moet de Linge tussen Buurmalsen en Gorinchem uitbaggeren. | ||
exorcise | ||
(bannen; verbannen) | ; banish | |
🔗 In april 2010 barstte de vulkaan onder de gletsjer Eyjafjallajökull uit. | ||
herald ; herald in ; ring in ; usher in | ||
🔗 Het was niet iets om uit te bazuinen alsof ik er trots op was. | ||
(afbeelden; verbeelden; voorstellen) | represent | |
🔗 Ze beeldden het pittoreske vissersleven van het dorp uit. | ||
fillet | senostigi | |
(betalen) | ||
🔗 „O,” zei de man die het eerst gesproken had, „ze vinden vast wel een smoesje om ons dat geld niet uit te hoeven betalen, ook al nemen we de schurk gevangen. | ||
uitbijten (aantasten; corroderen; uitvreten; wegvreten) | corrode | |
blow out | ||
🔗 Hij draaide de olielamp die ze uit de keuken naar boven hadden laten brengen, laag, en blies het vlammetje uit. | ||
(wegblijven) | keep off | |
🔗 Zijn straf zal niet uitblijven. | ||
(overtreffen; uitmunten) | ||
🔗 In zijn studietijd blonk Bernard niet uit. | ||
(blussen; doven; uitdoen; uitdoven; uitmaken) | ; | |
; | ||
(botten) | ; burgeon | |
(uitbreiden; vergroten; groter maken) | ||
vomelĵeti | ||
🔗 Hij koos er eentje uit en vervolgde dat toestel meedogenloos, terwijl zijn mitrailleur vuur uitbraakte. | ||
cauterize | ||
(rekken; strekken; uitsteken; uitstrekken) | expand ; spread | |
(uitbouwen; vergroten; groter maken) | ||
🔗 NAVO‐secretaris‐generaal Stoltenberg zegt dat Rusland het aantal troepen aan de Oekraïense grens nog altijd uitbreidt. | ||
expand | pliampleksigi | |
(uitleggen; verruimen; verwijden) | ||
🔗 De NAVO zei verder door te gaan met de militaire samenwerking met Kiëv en deze de komende tijd uit te breiden. | ||
(losbarsten) | ; | |
🔗 Zo stonden de zaken toen in het Verre Oosten de oorlog uitbrak. | ||
(slaken; uitstoten) | ; ; | |
🔗 En hoewel hij niet in staat was een behoorlijk woord uit te brengen, wilde hij nu Tom Poes een streng verhoor afnemen. | ||
(uitgeven) | ||
🔗 Als uitgevers merken dat een nieuw idee de ronde doet, dan kunnen ze proberen daar zo snel mogelijk een boek over uit te brengen om de concurrentie voor te zijn. | ||
(aangeven; geven) | ||
🔗 Mag een kiezer zijn stem uitbrengen met een verlopen identiteitsbewijs? | ||
hatch | ||
(bulken; loeien) | blekegi | |
uitbrullen (blèren; brullen; bulderen) | howl | |
(exploiteren) | exploit ; take advantage of | |
🔗 Ondertussen in het dal van de Scaum buitte Hache‐Moncour Rhialto’s afwezigheid ten volle uit. | ||
(doen verdampen; indampen; verdampen) | evaporate | vaporigi |
(verdampen; vervliegen; vervluchtigen) | evaporate | vaporiĝi |
(ronddelen; uitreiken; verdelen) | ; distribute ; give out | |
🔗 Dan delen ze de whisky uit. | ||
(bedenken; uitkienen; verzinnen; uitdokteren) | invent ; devise | |
🔗 Ik heb daarvoor een manier uitgedacht. | ||
(opzwellen; zwellen) | ŝveli | |
(afdoen; afleggen; afzetten; uittrekken) | ; | |
🔗 Donner zal zijn vest uitdoen. | ||
(blussen; doven; uitblussen; uitdoven; uitmaken) | ; | |
🔗 Doe die toorts uit voor we stikken! | ||
(afzetten; uitschakelen; uitzetten; uitknippen) | switch off | |
🔗 Toen deed hij het licht uit. | ||
(doven) | put out ; | |
(bedenken; uitdenken; uitkienen; verzinnen) | invent ; devise | |
🔗 Ze had tijdens haar wandeling een plan uitgedokterd om het adres van Tine te bemachtigen. | ||
(tooien; versieren) | ; decorate ; ornament ; embellish | |
(blussen; doven; uitblussen; uitdoen; uitmaken) | ; ; quench | |
(doven; uitgaan) | expire | |
🔗 Valt zij dan dooft ze uit. | ||
turn out | ||
🔗 Ik wilde het licht uitdraaien toen de telefoon rinkelde. | ||
bring away ; ; | forporti | |
(propaganda maken voor; propageren; verspreiden) | propagate | |
🔗 De Franse sportminister Amélie Oudéa‐Castéra is niet blij met de politieke boodschap die Novak Đoković begin deze week uitdroeg op Roland Garros. | ||
(uitjagen; uitwijzen; verbannen) | drive out ; expel | elpeli |
🔗 De bedoeling ervan was om de kwade geesten, die in het vuur verborgen mochten zijn, uit te drijven. | ||
(uitstoten) | drive out ; | |
(verdrijven; verjagen; wegjagen) | expel | |
🔗 Hij hoopte dat zij gelukkig zou wezen zonder hem en dat het haar nooit berouwen zou, haar arme jongen uitgedreven te hebben in ene ongevoelige wereld, om daarin te lijden en te sterven. | ||
(drogen; opdrogen; verdrogen) | ||
🔗 Is uw handdoek al uitgedroogd? | ||
(drogen; droogmaken) | sekigi | |
(persen; uitknijpen; uitpersen) | squeeze out | elpremi |
(uitspreken; vellen; verwoorden) | ; | |
(betuigen; uiten; uitspreken; verwoorden) | ; ; register | |
🔗 Zijn gezicht drukte duidelijk zijn ontevredenheid uit en Tim glimlachte. | ||
(aanduiden; aanwijzen; wijzen; wijzen op) | point out | |
(einde) | ; | |
🔗 Toen bereikte hij het uiteinde van het touw. | ||
(betuigen; uitdrukken; uitspreken; uiting geven aan) | ||
🔗 Zij uitten geen enkele bedreiging met wraak. | ||
hiss down | ||
(leeggieten; uitschenken; uitstorten) | pour out | elverŝi |
(slippen) | ||
🔗 Hij gleed uit en brak zijn nek. | ||
uitglijden | ; | |
uitglijden | glide ; gliding | |
(afgooien; afwerpen) | throw off | |
(uitwerpen) | throw out | |
🔗 Kijk, het gooit zijn lading reeds uit. | ||
(delven; opdelven; opgraven; rooien; winnen; opdiepen) | dig up ; excavate ; grub | |
(opgraven; rooien) | ; disinter | elterigi |
; sculpture ; sculp ; | skulpti | |
malsategigi | ||
🔗 Ze willen het dorp uithongeren! | ||
(uitvragen) | interrogate ; query ; ; quiz | |
🔗 Ik ga beginnen met de douairière eens uit te horen. | ||
(verdragen) | ||
🔗 Ten slotte kon hij het niet langer uithouden. | ||
(doorstaan; dulden; uitstaan; verdragen; volhouden) | ; ; | |
🔗 Hij heeft in ieder geval voldoende water en voedsel om het een paar dagen te kunnen uithouden. | ||
(beeldhouwen) | ; sculpture | skulpti |
; | ||
🔗 Over een paar jaar zou Madouc ongetwijfeld tot zijn voordeel kunnen worden uitgehuwelijkt. | ||
(trouwen) | ||
🔗 Gij dienaren, spoedt u naar alle windrichtingen en verkondig dat ik de prinses zal uithuwen aan de markies van Carabas. | ||
(trouwen) | ||
fly out at ; rage at | skoldi | |
🔗 Ook andere patiënten werden uitgekafferd. | ||
rake | rasti | |
(betalen) | ||
🔗 Ik heb tien goudstukken bij me die koning Casmir me heeft uitgekeerd. | ||
(bedenken; uitdenken; verzinnen; uitdokteren) | invent ; devise | |
🔗 Dat had ik ook al uitgekiend. | ||
(kiezen; uitlezen; uitpikken; uitzoeken; verkiezen) | ; pick out ; | |
🔗 Hij koos mij uit. | ||
(uitzien) | ; look for ; ; ; go after | |
be careful ; mind one’s P’s and Q’s | esti singarda | |
🔗 Nu we zoveel geld hebben, moeten we uitkijken. | ||
(kijken; toekijken) | ; | |
🔗 Hij kon nu over de haven uitkijken. | ||
(persen; uitdrukken; uitpersen) | squeeze out ; squeeze | elpremi |
🔗 Breng water aan de kook en knijp er de halve citroen boven uit. | ||
(afzetten; uitschakelen; uitzetten; uitdoen) | switch off | |
🔗 Hij kleedde zich uit, stapte in bed, las nog een half uurtje en knipte toen het licht uit. | ||
(opdagen; te voorschijn komen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ; | |
🔗 Als de zon boven die den uitkomt, moet je drie anderen wakker maken. | ||
(bewaarheid worden) | come true | efektiĝi |
(ontluiken) | elburĝoniĝi | |
become acquainted | ||
(conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; voegen) | ||
(afsteken) | stand out | reliefiĝi |
(uitpakken) | ; ; | |
(bewaarheid worden) | come true | veriĝi |
be published | ||
(een kreet slaken; uitroepen; het uitschreeuwen) | call out ; exclaim ; | |
erase ; | ||
demonstrate ; ; ; | ||
(uittrekken) | ; ; ; put down | |
; read out | finlegi | |
laugh at | ||
🔗 Men lacht mij achter de rug uit. | ||
(afladen; lossen) | unload | |
(uiteenzetten; verklaren) | ; explicate | |
🔗 Stephen legde het met tegenzin uit. | ||
(duiden; interpreteren; opvatten; verklaren; vertolken) | ; construe | |
🔗 De manier waarop de heks zijn bedoelingen uitlegde, beviel hem niet helemaal, maar aan de andere kant verlangde hij ernaar om de zaak af te ronden. | ||
(uitbreiden) | ||
(dóórtrekken; rekken; verlengen) | ||
(borgen; lenen) | lend ; | |
🔗 Hij leent geld uit tegen een percentage dat hoger is dan wettelijk is toegestaan. | ||
extradite | ||
🔗 Een Franse rechter besloot donderdag dat de verdachte aan België mag worden uitgeleverd. | ||
(kiezen; uitkiezen; uitpikken; uitzoeken) | pick out | |
(aflezen; dóórlezen) | read out | finlegi |
🔗 Ik ben zo vrij geweest de waarschuwing aan boogschutters geheel uit te lezen. | ||
evoke | elvoki | |
provoke | ||
(uitgaan) | go out | |
🔗 Ik ben kwaad de deur uitgelopen. | ||
ekverdiĝi | ||
(uitvaren) | ; | |
(beloven; toezeggen) | ||
🔗 Er is een beloning uitgeloofd van 10% der geroofde schatten. | ||
(bieden) | ||
🔗 Maar de uitgeloofde beloning is dan ook buitengewoon hoog. | ||
(blussen; doven; uitblussen; uitdoen; uitdoven) | ||
(afmaken; beëindigen; besluiten; voleindigen; eindigen) | ||
🔗 Daar bedoel ik mee dat ik onze verloving uitmaak! | ||
(vormen) | constitute ; ; account for ; | |
(beslissen; besluiten) | ; | |
🔗 Ik kon niet uitmaken of zij nog leefden. | ||
(afmeten; meten; opmeten; opnemen) | ||
(excentrisch) | ||
pour in | ||
🔗 De Ebro stroomt onder andere langs Zaragoza en mondt uit in de Middellandse Zee bij Tortosa. | ||
(afzetten) | fit out | |
(inviteren; noden; uitnodigen; vragen) | ||
(beoefenen; betrachten; praktizeren; in praktijk brengen) | ; | |
🔗 Er zal dus druk worden uitgeoefend op Howland. | ||
unpack | elpaki | |
🔗 Hij ging dus tegen een dikke boom zitten en pakte zijn maaltje uit. | ||
(uitkomen) | ||
🔗 Dat president Trump blijft volhouden dat dit het geval is, kan dus averechts uitpakken voor zijn partij. | ||
(persen; uitdrukken; uitknijpen) | squeeze out ; squeeze | elpremi |
(kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitzoeken) | pick out | |
(planten) | ||
unpick ; unravel | ||
(beroven; plunderen) | ; pillage ; plunder | |
🔗 Ik zou graag het huis uitplunderen, maar ik ben het met je eens dat we maar het beste kunnen verdwijnen. | ||
(uitpuzzelen) | work out ; puzzle out | |
🔗 „En dan te bedenken”, zei hij, „dat ik nu net de waarheid had uitgeplust.” | ||
pump | elpumpi | |
(afdrukken) | print | printi |
🔗 Dolf Blokhuijs printte boven in zijn kantoor een lijst uit van alle echtscheidingen die hij momenteel had lopen. | ||
(beproeven; proberen; toetsen) | ; ; | |
exhaust | ||
🔗 Het ding wist wel dat het hem aan het uitputten was. | ||
(uitplussen) | puzzle out | |
(ontrafelen) | unravel | |
(ten einde lopen) | ||
; | ||
deactivate | malaktivigi | |
(uitwoeden) | ; ; ; | |
(ronddelen; uitdelen; verdelen) | distribute | |
(verschaffen; verstrekken) | ||
🔗 Ik heb de heer Bommel namelijk een belastingaanslag uitgereikt die niet voor hem bestemd was. | ||
(becijferen; berekenen; calculeren) | ; work out | |
🔗 Het was zes dagen of langer geleden sinds hij had uitgerekend dat ze nauwelijks genoeg voorraad voor drie weken hadden. | ||
(spannen) | ; | |
streĉiĝi | ||
🔗 Merkwaardig genoeg was de zak niet eens uitgerekt. | ||
; be effective ; have effect ; impact ; impinge ; ; avail ; be efficacious ; ; have an effect ; produce an effect | ||
🔗 De politie kon ook niet veel uitrichten. | ||
(maken; doen; uithalen; verrichten; uitvoeren) | ||
🔗 Het was duidelijk dat hij zelfverzekerder werd door het feit dat Sam geen boog had en blijkbaar niets tegen hem kon uitrichten. | ||
(verdelgen) | exterminate ; wipe out ; | |
(uitroeiing) | ||
🔗 Nu we zes jonge schildpadden hebben aangetroffen is ons duidelijk dat het uitroeien van de ratten een succes is geweest | ||
exclamation | ||
🔗 Hier werd hij gestoord door een uitroep van zijn gast, die erin geslaagd was de ring van zijn vinger te schuiven. | ||
(het uitschreeuwen) | call out ; exclaim | |
🔗 „Ja, het is mooi!” riep hij bitter uit. | ||
(afkondigen) | ; ; | |
🔗 De provincie Hòa Bình, die het zwaarst is getroffen, heeft de noodtoestand uitgeroepen. | ||
(afwikkelen; ontrollen) | unroll | malvolvi |
(uitscheuren; uittrekken) | wrest | |
🔗 En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. | ||
; ; ; | ||
🔗 De brandweer rukte met groot materieel uit, maar kon de boerderijen niet meer redden. | ||
(toerusten) | ; fit out ; | |
🔗 De schepen werden ’s winters uitgerust en de vloot vertrok in maart of april naar het noorden. | ||
(elimineren; verwijderen; wegwerken) | ||
🔗 En niemand begrijpt dat het er alleen maar om begonnen is tegenstanders uit te schakelen. | ||
(uitzetten) | ; cut a connection | |
(afzetten; uitzetten; uitdoen; uitknippen) | switch off | |
(afscheiden) | excrete | |
(afscheiden) | ||
(aflaten; ophouden; stoppen; uitscheiden met; afbreken) | ; ; | |
🔗 Ik schei ermee uit. | ||
(beledigen; schelden; schelden op) | ||
(uitgieten; uitstorten) | pour out | elverŝi |
(uitrukken) | wrest | |
🔗 Stephens keek of het uitgescheurde stuk ergens anders in het boek was gestopt. | ||
(scheuren) | ||
(uitspruiten) | ; burgeon ; sprout | |
(schilderen) | ||
(doorhalen; doorstrepen; een streep halen door) | trastreki | |
convoke ; ; convene ; summon | kunvoki | |
; ; | ||
; cause to take place ; ; ; provoke ; | ||
🔗 Ze schreven twee bekeuringen uit. | ||
harry ; ravage | elrabi | |
🔗 Bovendien hebben struikrovers me uitgeschud. | ||
thrust out ; stick out | elŝovi | |
🔗 Een van de helpers van Arglistig had intussen een walkie‐talkie uit zijn kist gehaald en schoof de antenne uit. | ||
(schulpen) | festoon | festoni |
(uitslijpen) | erode | |
beat out | ||
(eroderen; uitschuren) | erode | |
(afslijten; slijten; verslijten) | wear away ; wear off ; | |
(bezuinigen; sparen; uitwinnen; oversparen; opzij leggen; opsparen) | ; economize | |
🔗 Je weet dat ik het heb gedaan om dollars uit te sparen. | ||
(aan de rol zijn; boemelen; brassen; slempen; zwijnen) | revel ; wallow | |
; ; ; | ||
(ontvouwen; spreiden) | spread ; spread out | |
(uitstaan; uitsteken; vooruitsteken) | ; stand out | |
elsalti | ||
(spruiten; uitschieten) | sprout | |
(spruiten) | sprout | ŝosi |
(uitspuwen) | ||
🔗 Mogget spuugde de woorden bijna uit. | ||
(uitspugen) | ||
🔗 De vulkaan spuwt nog steeds rook en as uit. | ||
(uitspringen; uitsteken) | stand out | |
(doorstaan; dulden; uithouden; verdragen; volhouden) | ; ; | |
(doorstaan; lijden) | ; ; | |
🔗 Ik heb wat uitgestaan. | ||
(blootleggen; etaleren; tentoonspreiden) | demonstrate ; ; ; | |
uitstedig (absent; afwezig) | ||
stick out | elŝovi | |
(uitspringen; uitstaan; vooruitsteken) | ; ; stick out ; stand out | |
🔗 De meeldraden steken uit. | ||
(ophouden; rekken; strekken; uitbreiden; uitstrekken) | ; stretch out | |
🔗 Een pijnlijke situatie ontstaat, want wat moet je met de reeds half uitgestoken hand doen? | ||
(aanhouden; verdagen; verschuiven) | ; ; ; ; procrastinate ; shelve ; | |
🔗 Ik stel mijn oordeel uit. | ||
(afsterven; wegsterven; versterven) | ; go extinct ; become extinct | |
🔗 Hij stierf uit tegen het einde van het Krijt. | ||
(afsterven) | ; | |
🔗 Mede hierdoor wordt de orang‐oetan zelfs met uitsterven bedreigt. | ||
(uitstappen) | ; | |
exodus | ||
🔗 Met klimmende ontzetting sloeg hij het uitstijgen van de heer Bommel en Tom Poes gade, en wrong zich de handen. | ||
(schetsen) | outline | skizi |
(uitgieten; uitschenken) | pour out | elverŝi |
(slaken; uitbrengen; uitdrijven) | ; | |
🔗 Dit duurde maar kort, want nu richtte de oude zich op en stiet een rauwe kreet uit. | ||
emit | ||
🔗 Dus toen zijn meester weer was opgestaan en zijn boze gedachten van het Demsterwold uitstraalde, liet hij Gollem in de steek. | ||
(afstralen) | ||
🔗 Een olielamp straalde een gele gloed uit. | ||
(rekken; strekken; uitbreiden; uitsteken) | ; ; stretch out | |
🔗 Toen strekte Taurus een hand uit en greep de rand, trok zich op en werkte zich eroverheen. | ||
(effenen; gladmaken; gladstrijken) | smooth | |
🔗 Intussen ziet hij de voorzitter zich mengen tussen de uitstromende reizigers, speurend naar iemand die er als een schrijver uitziet. | ||
publicize | ||
(rondstrooien; verstrooien) | strew | disŝuti |
(uitzaaien) | disseminate ; scatter | |
(tarten; trotseren; uitdagen) | ; defy | |
(provoceren; tarten; tergen; uitdagen) | defy ; provoke ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; trekken) | ||
(konterfeiten; portretteren) | ||
(op de proef stellen; toetsen) | ||
🔗 Soms heb ik echter het vermoeden dat hij die laatste snufjes op deze manier door ons laat uittesten. | ||
(uittypen; overtikken) | type out | |
🔗 Ik heb alles zo netjes mogelijk op een schrijfmachine uitgetikt. | ||
uittocht (exodus) | emergence ; | |
(uitwijken) | emigrate | |
(rekken) | ||
(bestemmen) | earmark | |
🔗 Als beginner moet u ongeveer een half uur tot één uur voor iedere training uittrekken. | ||
(afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen) | ; | |
🔗 Hij trok zijn jas uit en legde die over een stoel. | ||
(uitrukken) | wrest | |
(ontlokken; tappen; trekken; eruit trekken) | ; | |
🔗 Toen zij eenmaal de kamer uit waren, sloegen ze haar bijna bewusteloos en trokken ze enkele van haar nagels uit. | ||
(overtikken; uittikken) | type out | |
(afkondigen; verkondigen) | ||
(afkondigen) | ||
(uitvegen; uitwissen; wegvagen; wegvegen; wegwissen) | ; erase ; wipe ; ; | |
go on the blink | ||
🔗 Maar wat gebeurt er als de stroom uitvalt? | ||
; ; forgo ; | ||
(afvallen) | ||
(uitwissen; wegvagen) | ; | |
(uitvlakken) | erase ; | |
uitverkocht (op; uitgeput) | exhausted | |
invent | ||
invent | ||
(uitvegen) | erase ; | |
(exporteren) | ||
🔗 In 2022 voerde Nederland voor bijna 1,5 miljard euro aan eieren uit. | ||
(maken) | ; | |
🔗 Het geheel was uitgevoerd in zwaar hout en het was duidelijk dat het te omvangrijk was voor heer Bommels venster. | ||
(spelen) | ; enact | |
(opknappen; verrichten; vervullen; voltrekken) | ; | |
🔗 Ik heb een opdracht en die kom ik uitvoeren. | ||
(bewerkstelligen) | effect ; | |
🔗 U wilt het plan dus toch nog uitvoeren? | ||
(maken; doen; uithalen; uitrichten; verrichten) | ; ; | |
🔗 Wat heb je vandaag uitgevoerd? | ||
spread out | ||
(uithoren) | ||
(aantasten; corroderen; uitbijten; wegvreten) | corrode | |
; | ||
(ómspoelen; wassen) | ||
🔗 Was de rubber onder de kraan uit. | ||
; be effective ; have effect ; impact ; impinge ; ; avail ; be efficacious ; ; have an effect ; produce an effect | ||
work out ; ; elaborate | ellabori | |
bring about | ||
(uitgooien) | throw out | |
exterminate | elsarki | |
(emigreren; uittrekken) | emigrate | |
🔗 De rebellen van de zelfverklaarde Volksrepubliek Doneck bevestigden het vertrek en zeggen dat zij zijn uitgeweken naar het nabijgelegen Kramatorsʹk. | ||
(uitdrijven; verbannen) | expel | elpeli |
🔗 Zweden verwacht tot 80.000 asielzoekers uit te wijzen van wie de aanvragen zijn afgewezen. | ||
(laten zien; tonen; vertonen) | ||
🔗 De Britse politie heeft bekendgemaakt dat de autopsie dit heeft uitgewezen, meldde de BBC maandagavond. | ||
(sparen; uitsparen; oversparen; opzij leggen; opsparen) | ||
(inruilen; inwisselen; ruilen; verruilen; verwisselen; wisselen) | interchange ; ; | |
🔗 Er werden geen groeten uitgewisseld. | ||
sharing | ||
🔗 Een 77‐jarige man uit Amsterdam is veroordeeld tot een celstraf van vier jaar, waarvan de helft voorwaardelijk, vanwege het maken, het bezit, uitwisselen en invoeren van kinderporno en voor ontucht met vier meisjes in Zuidoost‐Azië. | ||
(uitvegen; wegvagen; wegvegen; wegwissen) | erase ; wipe ; ; | |
🔗 Ik zal onze voetstappen nu uitwissen. | ||
(uitrazen) | ; ; ; | |
🔗 De storm was uitgewoed. | ||
eltordi | ||
🔗 Ik wrong een hemd van Henry uit en legde het in de mand. | ||
(uitstrooien) | disseminate | |
🔗 Ik streef er dan ook naar om deze groente zo dun uit te zaaien dat verplanten niet nodig is. | ||
propagation | ||
🔗 Men verkrijgt meestal reeds in het jaar van het uitzaaien bloeiende planten. | ||
(doorzakken; verzakken) | subfleksiĝi | |
prolapse | prolapsi | |
(omroepen) | ; | disaŭdigi |
🔗 Maar waarom wordt de voorstelling eigenlijk uitgezonden? | ||
; | ||
🔗 We dronken onze koffie buiten, met uitzicht op zee. | ||
(gezicht) | ; mien ; ; ; | |
(vergezicht) | ||
; ; | ||
(uitkijken) | ; look for ; ; ; go after | |
(dol; dolzinnig; gek; krankzinnig; waanzinnig) | ||
🔗 Doch alleen de echo’s antwoordden hem op akelige wijze, zodat de beide zakenlieden in uitzinnige woede ontstaken. | ||
(gek; waanzinnig) | ; | |
🔗 De menigte ging uitzinnig te keer. | ||
(kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken) | ||
🔗 Zoek de duurste restaurants uit. | ||
uitzuigen | aspirate | elsuĉi |
most of | la plejparto de | |
🔗 Veruit de meeste managers waren het echter over eens dat hun adviseurs veel meer beloofden dan er werd waargemaakt. | ||
waaruit | whereof | el kio |
Nederlands | Engels |
---|---|
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in; ⇆ in a spirit of; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through |
daarmee is het uit | ⇆ that is flat; ⇆ there’s an end of the matter |
er eens helemaal uit willen zijn | ⇆ want to get away from it all |
het is uit | ⇆ the engagement is off |
het moet nu uit zijn met … | ⇆ … must stop |
ik ben er een beetje uit | ⇆ my hand is out; ⇆ I’m rather out of it |
in en uit | ⇆ in and out |
uit en te na | ⇆ thoroughly; ⇆ over and over again |
uit en ter na | ⇆ thoroughly; ⇆ over and over again |
uit en thuis | ⇆ out and home |
uit zijn op | ⇆ be after; ⇆ be out for; ⇆ have one’s eye on |
achteruit | ⇆ abaft; ⇆ astern; ⇆ back; ⇆ backward; ⇆ backwards; ⇆ reverse; ⇆ reverse gear; ⇆ aft |
daaruit | ⇆ thence; ⇆ therefrom; ⇆ out; ⇆ out of it; ⇆ from that |
eruit | ⇆ from it; ⇆ out of it; ⇆ out |
hieruit | ⇆ hence; ⇆ from this |
onderuit | ⇆ from below |
rechtuit | ⇆ blunt; ⇆ downright; ⇆ forthright; ⇆ square; ⇆ straight; ⇆ straight on; ⇆ upstanding; ⇆ frankly |
uitademen | ⇆ breathe; ⇆ exhale; ⇆ respire; ⇆ breathe out; ⇆ expire |
uitbaggeren | ⇆ dredge |
uitbakenen | ⇆ peg out; ⇆ mark out |
uitbakken | ⇆ fry the fat out of; ⇆ render the fat out of |
uitbal | ⇆ ball out of play |
uitbalanceren | ⇆ balance |
uitbannen | ⇆ ban; ⇆ exorcise; ⇆ proscribe; ⇆ banish; ⇆ expel |
uitbarsten | ⇆ break; ⇆ break forth; ⇆ burst; ⇆ burst out; ⇆ erupt; ⇆ explode; ⇆ outbreak; ⇆ volley; ⇆ break out |
uitbaten | ⇆ conduct; ⇆ run |
uitbazuinen | ⇆ blaze forth; ⇆ sound; ⇆ trumpet; ⇆ trumpet forth |
uitbeelden | ⇆ personate; ⇆ represent |
uitbeitelen | ⇆ chisel; ⇆ chisel out; ⇆ carve |
uitbenen | ⇆ bone; ⇆ exploit |
uitbesteden | ⇆ board out; ⇆ boarding‐out; ⇆ contract; ⇆ farm out; ⇆ place out; ⇆ put out; ⇆ put out to board; ⇆ put out to nurse; ⇆ put out to contract |
uitbetalen | ⇆ disburse; ⇆ hand over; ⇆ pay; ⇆ pay out; ⇆ pay down |
uitbijten | ⇆ corrode; ⇆ bite out |
uitblazen | ⇆ blow; ⇆ blow out; ⇆ breathe; ⇆ puff; ⇆ puff out; ⇆ puff up |
uitblijven | ⇆ hold off; ⇆ keep off; ⇆ stay out; ⇆ stay away; ⇆ stop out; ⇆ not be forthcoming |
uitblinken | ⇆ excel; ⇆ shine |
uitbloeden | ⇆ cease bleeding; ⇆ bleed |
uitbloeien | ⇆ cease blossoming |
uitblussen | ⇆ extinguish; ⇆ put out |
uitboenen | ⇆ scrub out; ⇆ scour out |
uitboren | ⇆ bore; ⇆ bore out; ⇆ drill |
uitborstelen | ⇆ brush |
uitbotten | ⇆ bud; ⇆ burgeon; ⇆ effloresce; ⇆ bud forth; ⇆ put forth buds |
uitbouwen | ⇆ build up; ⇆ enlarge; ⇆ extend |
uitbraden | ⇆ fry the fat out of; ⇆ render the fat out of |
uitbraken | ⇆ belch; ⇆ disgorge; ⇆ regorge; ⇆ regurgitate; ⇆ vomit; ⇆ vomit forth; ⇆ vomit up; ⇆ vomit out; ⇆ belch forth |
uitbranden | ⇆ burn; ⇆ burn out; ⇆ cauterization; ⇆ cauterize; ⇆ gut; ⇆ sear; ⇆ be burnt out |
uitbreiden | ⇆ amplify; ⇆ branch out; ⇆ develop; ⇆ enlarge; ⇆ expand; ⇆ extend; ⇆ spread; ⇆ increase |
uitbreken | ⇆ balk; ⇆ break; ⇆ break loose; ⇆ break out; ⇆ burst out; ⇆ declare oneself; ⇆ erupt; ⇆ eruption; ⇆ outbreak; ⇆ prison‐breaking |
uitbrengen | ⇆ bring out; ⇆ cast; ⇆ ejaculate; ⇆ emit; ⇆ get out; ⇆ launch; ⇆ let out; ⇆ pronounce; ⇆ propose; ⇆ record; ⇆ release; ⇆ return; ⇆ utter; ⇆ run out; ⇆ disclose; ⇆ divulge; ⇆ reveal |
uitbroeden | ⇆ brood; ⇆ concoct; ⇆ hatch; ⇆ incubate |
uitbrullen | ⇆ blare; ⇆ howl; ⇆ roar; ⇆ roar out |
uitbuigen | ⇆ bend out; ⇆ bend outwards |
uitbuiten | ⇆ exploit; ⇆ make great play of; ⇆ make play with; ⇆ sweat; ⇆ trade on; ⇆ take advantage of |
uitbulderen | ⇆ bellow forth; ⇆ bellow out; ⇆ roar; ⇆ roar out |
uitcijferen | ⇆ calculate; ⇆ compute |
uitclub | ⇆ visiting team |
uitdampen | ⇆ evaporate; ⇆ exhale; ⇆ air |
uitdelen | ⇆ deal; ⇆ deal out; ⇆ dish out; ⇆ dispense; ⇆ distribute; ⇆ dole out; ⇆ give out; ⇆ hand out; ⇆ parcel; ⇆ parcel out; ⇆ portion; ⇆ present; ⇆ serve out; ⇆ share out; ⇆ measure out; ⇆ mete out |
uitdelven | ⇆ dig out; ⇆ dig up |
uitdenken | ⇆ cogitate; ⇆ contrive; ⇆ devise; ⇆ dream up; ⇆ excogitate; ⇆ excogitation; ⇆ invent; ⇆ think out; ⇆ think up |
uitdeuken | ⇆ bump out; ⇆ flatten |
uitdienen | ⇆ serve |
uitdiepen | ⇆ deepen |
uitdijen | ⇆ expand; ⇆ swell |
uitdoen | ⇆ douse; ⇆ put out; ⇆ extinguish; ⇆ put off; ⇆ take off; ⇆ switch off |
uitdokteren | ⇆ dope out; ⇆ devise; ⇆ work out; ⇆ invent; ⇆ excogitate |
uitdossen | ⇆ array; ⇆ attire; ⇆ dight; ⇆ dress up; ⇆ enrobe; ⇆ equip; ⇆ garb; ⇆ prank; ⇆ prank out; ⇆ prank up; ⇆ robe; ⇆ tog; ⇆ tire; ⇆ trick out; ⇆ trick up |
uitdoven | ⇆ extinguish; ⇆ put out; ⇆ quench; ⇆ go out |
uitdraaien | ⇆ turn off; ⇆ turn out; ⇆ switch off; ⇆ print out |
uitdragen | ⇆ carry out; ⇆ propagate |
uitdrijven | ⇆ cast out; ⇆ exorcise; ⇆ expel; ⇆ extrude; ⇆ ferret out; ⇆ drive out |
uitdringen | ⇆ push out; ⇆ crowd out |
uitdrinken | ⇆ drain; ⇆ drink; ⇆ drink up; ⇆ finish; ⇆ finish off; ⇆ finish up; ⇆ drink off; ⇆ empty |
uitdrogen | ⇆ desiccate; ⇆ dry; ⇆ dry out; ⇆ exsiccate; ⇆ dry up; ⇆ become dry |
uitdruipen | ⇆ drain; ⇆ drip; ⇆ drip dry |
uitdrukken | ⇆ convey; ⇆ couch; ⇆ enounce; ⇆ enunciate; ⇆ express; ⇆ phrase; ⇆ press; ⇆ put; ⇆ register; ⇆ speak; ⇆ utter; ⇆ stub out; ⇆ squeeze out; ⇆ press out |
uitduiden | ⇆ point out; ⇆ show |
uitdunnen | ⇆ thin; ⇆ thin out |
uitduwen | ⇆ push out; ⇆ shove out |
uiteinde | ⇆ bob; ⇆ butt‐end; ⇆ end; ⇆ ending; ⇆ extreme; ⇆ extremity; ⇆ heel; ⇆ tail; ⇆ tail‐end |
uiten | ⇆ emit; ⇆ enounce; ⇆ enunciate; ⇆ express; ⇆ give mouth to; ⇆ let out; ⇆ utter; ⇆ vent; ⇆ give voice to; ⇆ voice; ⇆ give utterance to |
uiteten | ⇆ finish eating |
uitfluiten | ⇆ catcall; ⇆ give the bird; ⇆ hiss; ⇆ hiss at; ⇆ hiss down |
uitfoeteren | ⇆ bawl out |
uitgalmen | ⇆ mouth; ⇆ sing out; ⇆ bawl out |
uitgieten | ⇆ diffuse; ⇆ effuse; ⇆ outpour; ⇆ pour; ⇆ pour forth; ⇆ teem; ⇆ pour out |
uitgillen | ⇆ squeal; ⇆ scream out; ⇆ shrill; ⇆ shrill out |
uitglijden | ⇆ lose one’s footing; ⇆ miss one’s footing; ⇆ slip; ⇆ slide |
uitgommen | ⇆ erase; ⇆ rub out |
uitgooien | ⇆ shoot; ⇆ whip off; ⇆ throw out; ⇆ throw off |
uitgraven | ⇆ dig out; ⇆ dig up; ⇆ excavate; ⇆ grub; ⇆ grub up; ⇆ mine; ⇆ quarry; ⇆ disinter; ⇆ deepen |
uitgummen | ⇆ erase; ⇆ rub out |
uithaal | ⇆ hard shot; ⇆ sizzler; ⇆ sustained note |
uithakken | ⇆ cut out; ⇆ hew out |
uithebben | ⇆ have finished |
uithelpen | ⇆ help out |
uithoek | ⇆ nook; ⇆ remote corner; ⇆ out‐of‐the‐way corner |
uithoesten | ⇆ expectorate; ⇆ cough up |
uithollen | ⇆ cave; ⇆ dig out; ⇆ dig up; ⇆ erode; ⇆ excavate; ⇆ gully; ⇆ hollow; ⇆ hollow out; ⇆ scoop out; ⇆ scoop; ⇆ undermine |
uithongeren | ⇆ famish; ⇆ hunger; ⇆ reduce by famine; ⇆ starve; ⇆ starve to death; ⇆ starve out |
uithoren | ⇆ draw; ⇆ draw out; ⇆ pump; ⇆ sound; ⇆ sound out; ⇆ tap |
uithouden | ⇆ abide; ⇆ endure; ⇆ suffer; ⇆ sustain; ⇆ stand; ⇆ support; ⇆ hold out; ⇆ bear |
uithouwen | ⇆ hew; ⇆ sculpture; ⇆ carve |
uithuwelijken | ⇆ marry away; ⇆ give in marriage; ⇆ marry off |
uithuwen | ⇆ marry |
uitjouwen | ⇆ barrack; ⇆ boo; ⇆ halloo; ⇆ hoot; ⇆ hoot at |
uitjubelen | ⇆ sing out |
uitkafferen | ⇆ fly out at; ⇆ rage at |
uitkammen | ⇆ comb out; ⇆ search |
uitkeren | ⇆ pay |
uitkienen | ⇆ devise; ⇆ work out; ⇆ invent |
uitkiezen | ⇆ choose; ⇆ pick; ⇆ pick out; ⇆ select; ⇆ single out |
uitkijken | ⇆ look out; ⇆ watch; ⇆ be on the lookout |
uitklappen | ⇆ fold out |
uitklaren | ⇆ clear |
uitkleden | ⇆ peel off; ⇆ rip off; ⇆ strip; ⇆ undress; ⇆ unrobe; ⇆ strip of his possessions |
uitkloppen | ⇆ beat; ⇆ beat out; ⇆ knock out |
uitknijpen | ⇆ decamp; ⇆ squeeze; ⇆ press out; ⇆ squeeze out |
uitknippen | ⇆ cut out; ⇆ flick off; ⇆ switch off |
uitknobbelen | ⇆ think out; ⇆ puzzle out |
uitknobelen | ⇆ think out; ⇆ puzzle out |
uitkoken | ⇆ blanch; ⇆ boil; ⇆ scald |
uitkomen | ⇆ bud; ⇆ burgeon; ⇆ come; ⇆ come out; ⇆ come right; ⇆ come to be realized; ⇆ come true; ⇆ debouch; ⇆ emerge; ⇆ hatch; ⇆ issue; ⇆ lead; ⇆ show; ⇆ come out of the shell; ⇆ turn out; ⇆ compete; ⇆ suit; ⇆ stand out; ⇆ be brought to light; ⇆ become known; ⇆ appear; ⇆ be published; ⇆ work out; ⇆ make ends meet; ⇆ make both ends meet |
uitkopen | ⇆ buy out; ⇆ purchase out; ⇆ buy off |
uitkotsen | ⇆ throw up |
uitkrabben | ⇆ scrape out; ⇆ scratch out |
uitkramen | ⇆ rave |
uitkrijgen | ⇆ get off; ⇆ get through |
uitkristalliseren | ⇆ crystallize out; ⇆ crystallize |
uitkunnen | ⇆ be able to get out; ⇆ come off; ⇆ manage with; ⇆ make do with |
uitlachen | ⇆ deride; ⇆ laugh at; ⇆ laugh one’s fill |
uitladen | ⇆ detrain; ⇆ unload; ⇆ discharge |
uitleggen | ⇆ comment; ⇆ construe; ⇆ explain; ⇆ explicate; ⇆ gloss; ⇆ interpret; ⇆ lay out; ⇆ let out; ⇆ put out; ⇆ read; ⇆ extend |
uitleiden | ⇆ expel; ⇆ conduct across the frontier |
uitlekken | ⇆ come out; ⇆ drain; ⇆ filter out; ⇆ filter through; ⇆ get out; ⇆ leak out; ⇆ leakage; ⇆ ooze out; ⇆ percolate; ⇆ strain; ⇆ strain out; ⇆ transpire; ⇆ trickle out |
uitlenen | ⇆ lend; ⇆ loan; ⇆ put out to loan; ⇆ lend out |
uitleveren | ⇆ deliver; ⇆ extradite; ⇆ give over; ⇆ render up; ⇆ surrender; ⇆ turn over |
uitlezen | ⇆ finish; ⇆ read out; ⇆ read through; ⇆ read through to the end; ⇆ finish reading; ⇆ pick out; ⇆ select |
uitlichten | ⇆ lift out |
uitlijnen | ⇆ line |
uitlikken | ⇆ lick out |
uitlogen | ⇆ leach; ⇆ lixiviate; ⇆ steep in lye |
uitlokken | ⇆ be provocative of; ⇆ call forth; ⇆ court; ⇆ elicit; ⇆ invite; ⇆ provoke; ⇆ ask for; ⇆ evoke |
uitloodsen | ⇆ pilot out |
uitlopen | ⇆ bleed; ⇆ bolt; ⇆ burgeon; ⇆ come out; ⇆ eventuate; ⇆ flush; ⇆ leaf; ⇆ result; ⇆ sprout; ⇆ sprout up; ⇆ terminate; ⇆ turn out; ⇆ run out; ⇆ go out; ⇆ put out to sea; ⇆ put out to sail; ⇆ run; ⇆ take the lead; ⇆ get ahead; ⇆ gain; ⇆ run easy; ⇆ leave one’s goal; ⇆ be drawn out; ⇆ run into; ⇆ bud; ⇆ shoot |
uitloten | ⇆ draw; ⇆ draw out |
uitloven | ⇆ offer; ⇆ promise |
uitluiden | ⇆ ring out |
uitmaken | ⇆ account for; ⇆ ascertain; ⇆ compose; ⇆ comprise; ⇆ constitute; ⇆ form; ⇆ settle; ⇆ finish; ⇆ break off; ⇆ put out; ⇆ decide; ⇆ make up |
uitmalen | ⇆ drain; ⇆ extract |
uitmelken | ⇆ strip; ⇆ exhaust; ⇆ milk; ⇆ bleed |
uitmergelen | ⇆ wear out; ⇆ exhaust |
uitmesten | ⇆ muck out; ⇆ clean out |
uitmeten | ⇆ measure; ⇆ measure out |
uitmiddelpuntig | ⇆ eccentric |
uitmikken | ⇆ time; ⇆ hit; ⇆ hit upon |
uitmonden | ⇆ debouch; ⇆ disembogue; ⇆ disgorge itself; ⇆ flow; ⇆ empty; ⇆ lead; ⇆ open; ⇆ end; ⇆ result |
uitmonsteren | ⇆ face; ⇆ fit out; ⇆ rig out |
uitmoorden | ⇆ massacre |
uitnemen | ⇆ take out |
uitnoden | ⇆ invite |
uitoefenen | ⇆ bear; ⇆ carry on; ⇆ exercise; ⇆ exert; ⇆ follow; ⇆ offer; ⇆ ply; ⇆ practise; ⇆ profess; ⇆ pursue; ⇆ wield; ⇆ bring to bear |
uitpakken | ⇆ pan out; ⇆ unpack; ⇆ single out; ⇆ uncase; ⇆ unwrap; ⇆ undo; ⇆ work out; ⇆ entertain |
uitpersen | ⇆ crush; ⇆ crush out; ⇆ express; ⇆ extrude; ⇆ press; ⇆ squeeze out; ⇆ squeeze; ⇆ press out |
uitpeuteren | ⇆ pick; ⇆ pick out |
uitpikken | ⇆ pick off; ⇆ pick out; ⇆ peck out; ⇆ select; ⇆ single out |
uitplanten | ⇆ bed out; ⇆ plant out; ⇆ put out |
uitpluizen | ⇆ canvass; ⇆ pick; ⇆ pick out; ⇆ sift; ⇆ sift out |
uitplunderen | ⇆ despoil; ⇆ loot; ⇆ plunder; ⇆ pillage; ⇆ ransack; ⇆ sack |
uitplussen | ⇆ puzzle out; ⇆ work out |
uitpompen | ⇆ pump; ⇆ pump out |
uitpoten | ⇆ prick off; ⇆ plant; ⇆ set |
uitpraten | ⇆ finish talking |
uitprinten | ⇆ print out |
uitproberen | ⇆ try for size; ⇆ try; ⇆ try out; ⇆ test |
uitproesten | ⇆ snort out |
uitpuffen | ⇆ catch one’s breath |
uitpuilen | ⇆ bulge; ⇆ goggle; ⇆ protrude; ⇆ protrusion |
uitputten | ⇆ blow; ⇆ deplete; ⇆ do up; ⇆ drag down; ⇆ exhaust; ⇆ fag; ⇆ fag out; ⇆ impoverish; ⇆ knock out; ⇆ knock up; ⇆ overwork; ⇆ prostrate; ⇆ sterilize; ⇆ run down; ⇆ shatter; ⇆ wear down; ⇆ wear out |
uitpuzzelen | ⇆ puzzle out |
uitrafelen | ⇆ fray out; ⇆ ravel; ⇆ unravel; ⇆ ravel out |
uitraken | ⇆ be off; ⇆ be broken; ⇆ come to an end |
uitrangeren | ⇆ shelve; ⇆ shunt |
uitrazen | ⇆ have one’s fling; ⇆ spend itself; ⇆ rage itself out; ⇆ vent one’s fury; ⇆ sow one’s wild oats |
uitreiken | ⇆ deliver; ⇆ hand over; ⇆ distribute; ⇆ give; ⇆ issue; ⇆ present |
uitrekenen | ⇆ figure out; ⇆ reckon up; ⇆ calculate; ⇆ compute; ⇆ work out |
uitrekken | ⇆ distend; ⇆ draw; ⇆ elongate; ⇆ extend; ⇆ stretch; ⇆ strain; ⇆ stretch out |
uitrichten | ⇆ do |
uitrijden | ⇆ ride out; ⇆ drive out |
uitrijstrook | ⇆ exit lane; ⇆ deceleration lane |
uitrijzen | ⇆ rise |
uitrit | ⇆ exit; ⇆ way out |
uitroeien | ⇆ averruncate; ⇆ blot; ⇆ blot out; ⇆ deracinate; ⇆ eradicate; ⇆ exterminate; ⇆ extinguish; ⇆ extirpate; ⇆ extirpation; ⇆ kill off; ⇆ pluck up; ⇆ uproot; ⇆ stamp out; ⇆ root out; ⇆ weed; ⇆ weed out; ⇆ wipe out |
uitroep | ⇆ ejaculation; ⇆ exclamation; ⇆ interjection; ⇆ shout; ⇆ cry |
uitroepen | ⇆ acclaim; ⇆ call; ⇆ call out; ⇆ cry; ⇆ cry out; ⇆ declare; ⇆ ejaculate; ⇆ exclaim; ⇆ interject; ⇆ shout; ⇆ shout out |
uitroken | ⇆ smoke; ⇆ smoke out; ⇆ fumigate; ⇆ finish |
uitrollen | ⇆ roll out; ⇆ unroll |
uitrukken | ⇆ march out; ⇆ pluck up; ⇆ tear out; ⇆ turn out; ⇆ turnout; ⇆ pull out; ⇆ tear; ⇆ march; ⇆ march out of |
uitrusten | ⇆ accoutre; ⇆ appoint; ⇆ equip; ⇆ fit; ⇆ fit out; ⇆ fit up; ⇆ furnish; ⇆ gear; ⇆ gird; ⇆ kit; ⇆ kit out; ⇆ kit up; ⇆ repose; ⇆ rest; ⇆ rest oneself; ⇆ rest up; ⇆ rig; ⇆ set up; ⇆ take rest |
uitschakelen | ⇆ count out; ⇆ cut out; ⇆ eliminate; ⇆ incapacitate; ⇆ rule out; ⇆ switch off |
uitscheiden | ⇆ discontinuance; ⇆ discontinuation; ⇆ egest; ⇆ excrete; ⇆ finish; ⇆ quit; ⇆ stop; ⇆ leave off |
uitschelden | ⇆ abuse; ⇆ ballyrag; ⇆ call names; ⇆ miscall; ⇆ rate; ⇆ slang; ⇆ vituperate; ⇆ vituperation |
uitschenken | ⇆ decant; ⇆ pour; ⇆ pour out |
uitscheppen | ⇆ ladle out; ⇆ scoop; ⇆ bail out; ⇆ scoop out |
uitscheuren | ⇆ tear out; ⇆ tear |
uitschieten | ⇆ eject; ⇆ pop out; ⇆ shoot; ⇆ shoot out; ⇆ throw out; ⇆ whip off; ⇆ slip |
uitschiften | ⇆ sift; ⇆ sift out |
uitschilderen | ⇆ paint; ⇆ portray |
uitschrabben | ⇆ scrape out |
uitschrappen | ⇆ cancel; ⇆ delete; ⇆ erase; ⇆ scrape out |
uitschreeuwen | ⇆ cry out |
uitschrijven | ⇆ draw out; ⇆ make out; ⇆ write; ⇆ write out |
uitschudden | ⇆ shake; ⇆ shake out; ⇆ turn over; ⇆ strip to the skin |
uitschuiven | ⇆ push out; ⇆ draw out |
uitschulpen | ⇆ pink; ⇆ scallop |
uitschuren | ⇆ scour; ⇆ scour out; ⇆ wear out |
uitslaan | ⇆ beat out; ⇆ blaze out; ⇆ blaze up; ⇆ break out; ⇆ deflect; ⇆ effloresce; ⇆ rave; ⇆ spread; ⇆ shake; ⇆ shake out; ⇆ strike out; ⇆ drive out; ⇆ knock out; ⇆ hammer; ⇆ beat; ⇆ unfold; ⇆ throw out; ⇆ put forth; ⇆ stretch; ⇆ sweat; ⇆ grow mouldy |
uitslapen | ⇆ lie in; ⇆ lie‐in; ⇆ sleep in; ⇆ sleep late; ⇆ have one’s sleep out |
uitsliepen | ⇆ jeer at |
uitslijpen | ⇆ erode; ⇆ grind out; ⇆ wear out |
uitslijten | ⇆ wear away; ⇆ wear off; ⇆ wear out |
uitsmeren | ⇆ spread |
uitsnijden | ⇆ carve; ⇆ cut; ⇆ cut out; ⇆ excise; ⇆ exscind; ⇆ fret; ⇆ sculpture |
uitsnikken | ⇆ sob; ⇆ sob out; ⇆ sob till one is calmed down |
uitspannen | ⇆ outspan; ⇆ unharness; ⇆ unhitch; ⇆ stretch; ⇆ unyoke; ⇆ stretch out; ⇆ extend; ⇆ spread; ⇆ take out |
uitsparen | ⇆ save; ⇆ economize; ⇆ leave blank; ⇆ leave free |
uitspelen | ⇆ catch out; ⇆ play; ⇆ play out |
uitspinnen | ⇆ spin; ⇆ spin out |
uitspoelen | ⇆ sluice; ⇆ flush out; ⇆ rinse away; ⇆ wash; ⇆ rinse; ⇆ rinse out; ⇆ wash away |
uitspoken | ⇆ be up to |
uitspreiden | ⇆ expand; ⇆ fling out; ⇆ spread out; ⇆ unfold; ⇆ unfurl; ⇆ spread; ⇆ stretch |
uitspringen | ⇆ jut; ⇆ jut forth; ⇆ jut out; ⇆ project; ⇆ protuberate; ⇆ stand out |
uitspruiten | ⇆ sprout; ⇆ sprout up; ⇆ shoot |
uitspugen | ⇆ spit out |
uitspuwen | ⇆ disembogue; ⇆ regorge; ⇆ spew; ⇆ spit out; ⇆ squirt; ⇆ vomit; ⇆ vomit forth; ⇆ vomit up; ⇆ vomit out |
uitstaan | ⇆ abide; ⇆ bear; ⇆ flare; ⇆ flare out; ⇆ outstand; ⇆ suffer; ⇆ stand out; ⇆ stand; ⇆ endure; ⇆ put out at interest |
uitstallen | ⇆ display; ⇆ expose; ⇆ pitch; ⇆ set out; ⇆ expose for sale |
uitstamelen | ⇆ stammer; ⇆ stammer out |
uitstedig | ⇆ absent from town; ⇆ out of town |
uitsteken | ⇆ advance; ⇆ extend; ⇆ gouge; ⇆ gouge out; ⇆ hold out; ⇆ jut; ⇆ jut forth; ⇆ jut out; ⇆ outstand; ⇆ overhang; ⇆ project; ⇆ prominence; ⇆ prominency; ⇆ protrude; ⇆ protrusion; ⇆ put forth; ⇆ put out; ⇆ reach out; ⇆ stand out; ⇆ stick out; ⇆ run out; ⇆ shoot out; ⇆ stretch; ⇆ tower; ⇆ stretch out |
uitstellen | ⇆ adjourn; ⇆ defer; ⇆ delay; ⇆ hold off; ⇆ hold over; ⇆ post off; ⇆ postpone; ⇆ procrastinate; ⇆ prorogue; ⇆ put off; ⇆ remit; ⇆ retard; ⇆ shelve |
uitsterven | ⇆ die; ⇆ die out; ⇆ go extinct; ⇆ become extinct |
uitstijgen | ⇆ alight; ⇆ get out |
uitstippelen | ⇆ outline; ⇆ trace out; ⇆ lay down |
uitstoelen | ⇆ stool |
uitstomen | ⇆ dry‐cleaning; ⇆ dry‐clean |
uitstorten | ⇆ diffuse; ⇆ disburden; ⇆ disembogue; ⇆ effuse; ⇆ ejaculate; ⇆ emit; ⇆ extravasate; ⇆ outpour; ⇆ pour; ⇆ pour forth; ⇆ pour out |
uitstoten | ⇆ drum out; ⇆ extrude; ⇆ rip out; ⇆ volley; ⇆ thrust out; ⇆ expel; ⇆ utter |
uitstralen | ⇆ beam; ⇆ beam forth; ⇆ effuse; ⇆ emit; ⇆ eradiate; ⇆ exude; ⇆ radiate; ⇆ ray; ⇆ ray out |
uitstrekken | ⇆ extend; ⇆ reach; ⇆ stretch; ⇆ stretch forth; ⇆ stretch out; ⇆ reach out |
uitstrijken | ⇆ spread; ⇆ smooth; ⇆ cross out; ⇆ take a swab |
uitstromen | ⇆ emanate; ⇆ gush; ⇆ issue; ⇆ issue forth; ⇆ issue out; ⇆ flow out; ⇆ stream forth; ⇆ gush out; ⇆ escape; ⇆ pass out |
uitstrooien | ⇆ disseminate; ⇆ hawk; ⇆ put out; ⇆ snow; ⇆ sow; ⇆ strew; ⇆ spread; ⇆ scatter; ⇆ put about |
uitstuffen | ⇆ erase; ⇆ rub out |
uitstulpen | ⇆ bulge; ⇆ protrude; ⇆ budge |
uitsturen | ⇆ send; ⇆ send out |
uittanden | ⇆ indent; ⇆ tooth; ⇆ jag |
uittarten | ⇆ defy; ⇆ challenge; ⇆ provoke |
uittekenen | ⇆ draw; ⇆ delineate; ⇆ portray; ⇆ picture |
uittellen | ⇆ count out |
uitteren | ⇆ consume; ⇆ emaciate; ⇆ waste away; ⇆ pine away; ⇆ waste |
uittikken | ⇆ type out; ⇆ type up |
uittocht | ⇆ decampment; ⇆ exodus |
uittrap | ⇆ goal‐kick |
uittrappen | ⇆ tread out; ⇆ stamp out; ⇆ kick off; ⇆ kick out; ⇆ put out of play |
uittrekken | ⇆ abstract; ⇆ allow; ⇆ draw; ⇆ draw out; ⇆ earmark; ⇆ extirpate; ⇆ extirpation; ⇆ extract; ⇆ get off; ⇆ go out; ⇆ pull off; ⇆ pull out; ⇆ put off; ⇆ remove; ⇆ strip off; ⇆ take off; ⇆ set aside; ⇆ march out; ⇆ set out; ⇆ set forth; ⇆ move out |
uittrompetten | ⇆ trumpet forth |
uittypen | ⇆ type out; ⇆ type up |
uitvaardigen | ⇆ emit; ⇆ issue; ⇆ promulgate; ⇆ put forth; ⇆ enact |
uitvallen | ⇆ come off; ⇆ drop out; ⇆ fail; ⇆ failure; ⇆ fall; ⇆ fall out; ⇆ go; ⇆ go down; ⇆ hit out; ⇆ make a sally; ⇆ make a pass; ⇆ lunge; ⇆ lash out; ⇆ fly out; ⇆ cut up rough; ⇆ turn out |
uitvechten | ⇆ fight |
uitvegen | ⇆ efface; ⇆ rub out; ⇆ sweep out; ⇆ wipe out |
uitventen | ⇆ hawk about |
uitverdedigen | ⇆ play it out |
uitvergroten | ⇆ enlarge; ⇆ blow up |
uitverkiezing | ⇆ predestination |
uitverkocht | ⇆ all issued; ⇆ exhausted; ⇆ sold out; ⇆ out of print; ⇆ out of stock |
uitverkoop | ⇆ clearance sale; ⇆ sales; ⇆ selling‐off; ⇆ sale |
uitverkopen | ⇆ sell off; ⇆ clear |
uitvertellen | ⇆ tell to the end |
uitveteren | ⇆ scold; ⇆ rate; ⇆ fly out at |
uitvieren | ⇆ veer out; ⇆ pay out; ⇆ nurse |
uitvinden | ⇆ invent; ⇆ find out |
uitvissen | ⇆ ferret out; ⇆ find out; ⇆ fish out; ⇆ nose out |
uitvlakken | ⇆ blot; ⇆ blot out; ⇆ wipe out; ⇆ rub out |
uitvliegen | ⇆ fly out |
uitvloeien | ⇆ fade out; ⇆ flow out |
uitvloeken | ⇆ bedevil; ⇆ curse; ⇆ damn; ⇆ swear at |
uitvoeren | ⇆ carry out; ⇆ do; ⇆ effect; ⇆ effectuate; ⇆ enforce; ⇆ execute; ⇆ export; ⇆ fill; ⇆ follow through; ⇆ get up; ⇆ implement; ⇆ output; ⇆ perform; ⇆ put through; ⇆ carry into effect; ⇆ put into effect |
uitvogelen | ⇆ dope out |
uitvorsen | ⇆ smell out; ⇆ hammer out; ⇆ spell out; ⇆ spy out; ⇆ search out; ⇆ thrash out; ⇆ find out; ⇆ ferret out |
uitvouwen | ⇆ fold out; ⇆ open out |
uitvragen | ⇆ question; ⇆ catechize; ⇆ pump |
uitvreten | ⇆ eat out; ⇆ corrode; ⇆ sponge on; ⇆ freeload on; ⇆ be up to; ⇆ do |
uitvullen | ⇆ justify; ⇆ pad; ⇆ space evenly |
uitwaaien | ⇆ blow out; ⇆ be blown out |
uitwaaieren | ⇆ fan; ⇆ fan out; ⇆ spread; ⇆ unfold |
uitwasemen | ⇆ evaporate; ⇆ exhale; ⇆ perspire; ⇆ transpire |
uitwassen | ⇆ wash; ⇆ wash out |
uitwateren | ⇆ discharge itself |
uitwedstrijd | ⇆ away game; ⇆ away match |
uitweg | ⇆ bolt‐hole; ⇆ escapement; ⇆ expedient; ⇆ issue; ⇆ let‐out; ⇆ loophole; ⇆ outfall; ⇆ outlet; ⇆ vent; ⇆ way out; ⇆ escape; ⇆ answer; ⇆ solution |
uitwegen | ⇆ weigh out |
uitwerken | ⇆ effect; ⇆ flesh out; ⇆ hammer out; ⇆ transcribe; ⇆ work out; ⇆ develop; ⇆ elaborate; ⇆ bring about; ⇆ wear off |
uitwerpen | ⇆ cast; ⇆ cast out; ⇆ deliver; ⇆ drop; ⇆ eject; ⇆ extrude; ⇆ reject; ⇆ shoot; ⇆ shoot out; ⇆ throw out; ⇆ vomit |
uitwieden | ⇆ averruncate; ⇆ weed out |
uitwijken | ⇆ dodge; ⇆ emigrate; ⇆ expatriate; ⇆ sheer; ⇆ turn aside; ⇆ make way; ⇆ make room; ⇆ pull out; ⇆ go into exile; ⇆ leave one’s country |
uitwijzen | ⇆ show; ⇆ decide; ⇆ expel |
uitwinnen | ⇆ save |
uitwippen | ⇆ nip out |
uitwisselen | ⇆ bandy; ⇆ exchange; ⇆ interchange; ⇆ reciprocate; ⇆ swap |
uitwissen | ⇆ blot out; ⇆ deface; ⇆ efface; ⇆ erase; ⇆ expunge; ⇆ obliterate; ⇆ remove; ⇆ wipe; ⇆ sponge; ⇆ sponge down; ⇆ sponge over; ⇆ rub out; ⇆ wash away; ⇆ wipe out |
uitwoeden | ⇆ spend itself |
uitwonen | ⇆ let go to ruin |
uitworp | ⇆ throw; ⇆ throw out |
uitwrijven | ⇆ rub out |
uitwringen | ⇆ wring; ⇆ wring out |
uitwuiven | ⇆ wave goodbye |
uitzaaien | ⇆ disseminate; ⇆ sow |
uitzagen | ⇆ fret; ⇆ saw out |
uitzakken | ⇆ bulge; ⇆ prolapse; ⇆ sag |
uitzeilen | ⇆ set sail; ⇆ sail; ⇆ sail out |
uitzenden | ⇆ broadcast; ⇆ broadcasting; ⇆ detach; ⇆ dispatch; ⇆ effuse; ⇆ emit; ⇆ put out; ⇆ transmit; ⇆ send; ⇆ send forth; ⇆ send out; ⇆ televise; ⇆ air |
uitzicht | ⇆ aspect; ⇆ expectance; ⇆ expectancy; ⇆ lookout; ⇆ outlook; ⇆ perspective; ⇆ prospect; ⇆ view; ⇆ hope |
uitzieken | ⇆ nurse one’s illness |
uitzien | ⇆ look out |
uitziften | ⇆ comb out; ⇆ garble; ⇆ sift; ⇆ sift out; ⇆ thrash out |
uitzingen | ⇆ sing out; ⇆ sing to the end |
uitzinnig | ⇆ delirious; ⇆ demented; ⇆ spare; ⇆ beside oneself; ⇆ distracted; ⇆ mad; ⇆ frantic |
uitzitten | ⇆ sit out; ⇆ sit through |
uitzoeken | ⇆ assort; ⇆ cull; ⇆ pick; ⇆ sort; ⇆ sort out; ⇆ have a sort‐out; ⇆ select; ⇆ look out |
uitzonderen | ⇆ except |
uitzoomen | ⇆ zoom out |
uitzuigen | ⇆ sweat; ⇆ suck; ⇆ suck out; ⇆ extort money from |
uitzwaaien | ⇆ wave goodbye; ⇆ see off |
uitzwavelen | ⇆ fumigate |
uitzwermen | ⇆ swarm off; ⇆ disperse |
uitzweten | ⇆ exude; ⇆ ooze; ⇆ perspire; ⇆ transpire; ⇆ sweat; ⇆ ooze out; ⇆ sweat out |
veruit | ⇆ by far |
waaruit | ⇆ whence; ⇆ from which |