Informatie over het woord blootleggen (Nederlands → Esperanto: elmontri)

Synoniemen: etaleren, tentoonspreiden, uitkramen, uitstallen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈblotlɛɣə(n)/
Afbrekingbloot·leg·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) leg bloot(ik) legde bloot
(jij) legt bloot(jij) legde bloot
(hij) legt bloot(hij) legde bloot
(wij) leggen bloot(wij) legden bloot
(jullie) leggen bloot(jullie) legden bloot
(gij) legt bloot(gij) legdet bloot
(zij) leggen bloot(zij) legden bloot
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) blootlegge(dat ik) blootlegde
(dat jij) blootlegge(dat jij) blootlegde
(dat hij) blootlegge(dat hij) blootlegde
(dat wij) blootleggen(dat wij) blootlegden
(dat jullie) blootleggen(dat jullie) blootlegden
(dat gij) blootlegget(dat gij) blootlegdet
(dat zij) blootleggen(dat zij) blootlegden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
leg blootlegt bloot
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
blootleggend, blootleggende(hebben) blootgelegd

Vertalingen

Duitsvorzeigen
Engelsdemonstrate; evidence; exhibit; manifest
Esperantoelmontri
Spaansexponer