Informatie over het woord work (Engels → Esperanto: skulpti)

Synoniemen: carve, sculpture, sculp

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/wɜːk/
Afbrekingwork
Shaw‐alfabet𐑢𐑻𐑒
Deseret‐alfabet𐐶𐐲𐑉𐐿

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) work(I) worked, wrought
(thou) workest(thou) worked, wroughtst, wroughtest
(he) works, worketh(he) worked, wrought
(we) work(we) worked, wrought
(you) work(you) worked, wrought
(they) work(they) worked, wrought
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) work (I) worked, wrought
(thou) work(thou) worked, wrought
(he) work(he) worked, wrought
(we) work(we) worked, wrought
(you) work(you) worked, wrought
(they) work(they) worked, wrought
Gebiedende wijs
work
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
workingworked, wrought

Vertalingen

Catalaansesculpir
Duitshauen; skulptieren
Esperantoskulpti
Faeröershøgga út; skera út
Nederlandsbeeldhouwen; uithakken; uithouwen
Russischваять
Saterfrieshaue; skulptierje
Spaansesculpir