Informatie over het woord exploiteren (Nederlands → Esperanto: ekspluati)

Synoniem: uitbuiten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɛksplʋaˈterə(n)/
Afbrekingex·ploi·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) exploiteer(ik) exploiteerde
(jij) exploiteert(jij) exploiteerde
(hij) exploiteert(hij) exploiteerde
(wij) exploiteren(wij) exploiteerden
(jullie) exploiteren(jullie) exploiteerden
(gij) exploiteert(gij) exploiteerdet
(zij) exploiteren(zij) exploiteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) exploitere(dat ik) exploiteerde
(dat jij) exploitere(dat jij) exploiteerde
(dat hij) exploitere(dat hij) exploiteerde
(dat wij) exploiteren(dat wij) exploiteerden
(dat jullie) exploiteren(dat jullie) exploiteerden
(dat gij) exploiteret(dat gij) exploiteerdet
(dat zij) exploiteren(dat zij) exploiteerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
exploiteerexploiteert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
exploiterend, exploiterende(hebben) geëxploiteerd

Voorbeelden van gebruik

Bestond er een mogelijkheid dat de oude voorman een nieuwe ader had ontdekt, een ader die waard zou zijn geëxploiteerd te worden?
Maar kolonel Luscombe, ik exploiteer een hotel.
Waarschijnlijk exploiteerden ze deze wateren sinds enkele weken en zouden ze hun tocht nog tot aan de winter voortzetten.

Vertalingen

Catalaansexplotar
Deensudbytte
Duitsausbeuten; ausnutzen; exploitieren; nutzen; nutzbar machen; abbauen
Engelsexploit; work
Esperantoekspluati
Faeröersama út; eyðræna
Fransexploiter
Italiaanssfruttare
Luxemburgsexploitéieren
Papiamentseksplotá
Portugeesexplorar
Saterfriespiegelje; plukje; uutnutsje
Spaansexplotar
Westerlauwers Frieseksploitearje