Informatie over het woord afladen (Nederlands → Esperanto: malŝarĝi)

Synoniemen: lossen, uitladen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfladə(n)/
Afbrekingaf·la·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) laad af(ik) laadde af
(jij) laadt af(jij) laadde af
(hij) laadt af(hij) laadde af
(wij) laden af(wij) laadden af
(jullie) laden af(jullie) laadden af
(gij) laadt af(gij) laaddet af
(zij) laden af(zij) laadden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) aflade(dat ik) aflaadde
(dat jij) aflade(dat jij) aflaadde
(dat hij) aflade(dat hij) aflaadde
(dat wij) afladen(dat wij) aflaadden
(dat jullie) afladen(dat jullie) aflaadden
(dat gij) afladet(dat gij) aflaaddet
(dat zij) afladen(dat zij) aflaadden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laad aflaadt af
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afladend, afladende(hebben) afgeladen

Vertalingen

Catalaansdescarregar
Duitsausladen
Engelsunload
Esperantomalŝarĝi
Fransdécharger
Portugeesdescarregar
Saterfriesuutleede
Spaansdescargar