Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord bear

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(give birth to; farrow; beget; give birth);
🔗 The moment I laid eyes on her, I knew she was the girl who should bear my sons.
(produce; yield)
(endure; put up with; suffer; sustain; ail);
🔗 I can’t bear to watch.
🔗 Local police said the bear attacked three men, one of whom was seriously injured, and a woman in her 80s, according to NHK.
(carry);
🔗 Also she had observed that some of the horses bore riders.
(endure; cope; stand; withstand; make it through); ; ;
🔗 He was not sure he could carry Tam as far as the village even if his father could bear to be carried.
(ursine)
bere‐
;
beren‐
ursa
(endure; put up with; tolerate; abide; brook; condone; stand; stomach); ; ;
🔗 Your protests, though of superficial plausibility, will not bear serious examination.
;
🔗 He could not bear any more sympathy, any more attempts to boost his spirits.
(carry)
🔗 He bore her up the stone stairs.
Andean bear
(spectacled bear; Andean short‐faced bear)
Andean short‐faced bear
(spectacled bear; Andean bear)
bear down
(make)
; ;
bear grass
(squaw grass; quip‐quip; soap grass; Indian basket grass; western turkeybeard)
bear grass
nolino
bear grass
(Adam’s needle; common yucca; Spanish bayonet; needle‐palm; silk‐grass; spoonleaf yucca)
filamenta jukao
in gedachten houden
memorkonservi
🔗 I will bear this in mind.
bear leek
(ramsons; wild garlic; buckrams)
bear on
bear out
(confirm; corroborate; affirm; establish; uphold; recognize)
;
bear’s breech
(acanthus; bear’s breeches; brank‐ursine)
;
bear’s breeches
(acanthus; brank‐ursine; bear’s breech)
;
bear’s foot
(Venus’ chariot; Turk’s cap; soldier’s cap; garden monkshood; common monkshood)
bear’s foot
(stinking hellebore; dungwort; setterwort)
stinkend nieskruid
bear’s foot
(green hellebore)
verda heleboro
cat bear
kleine panda
;
rode panda
cave bear
grizzly bear
griza urso
kangaroo bear
(koala bear)
;
koala bear
(kangaroo bear)
;
🔗 Polar bears have also showed up through the history, yet they are just visitors, and no Icelandic populations exists.
sea bear
(polar bear)
sloth bear
spectacled bear
(Andean bear; Andean short‐faced bear)
teddy bear
teddybeer
(aardvark; ant‐eater)
(giant ant‐eater); ; ;
bearberry
(cowberry; red whorteberry)
rode bosbes
;
bearberry
(large cranberry; American cranberry)
;
grote veenbes
;
amerika oksikoko
bear‐bind
(black bindweed; wild buckwheat; bind‐corn; climbing buckwheat; corn bindweed; devil’s tether)
she‐bear
waterbear
(tardigrade; moss piglet)

EngelsNederlands
bearaanwenden; afbuigen; à la baisse speculeren; baissier; baren; beer; behalen; bevatten; bullebak; contramineur; doen dalen; doen gelden; dragen; dulden; gaan; gelijden; hebben; inhouden; liggen; lijden; lopen; schenken; toedragen; toelaten; torsen; uithouden; uitoefenen; uitstaan; verdragen; verduren; voeren; voortbrengen; zich uitstrekken
Andean bearbrilbeer
Andean short‐faced bearbrilbeer
bear againstrusten op; steunen op
bear a grudge againsteen wrok koesteren jegens; een wrok koesteren tegen; wrok koesteren jegens; wrok koesteren tegen
bear a handeen handje helpen; meehelpen
bear awayafhouden; wegdragen
bear backafdeinzen; terugdrijven; terugduwen; terugwijken
bear companygezelschap houden
bear dategedateerd zijn
bear downneerduwen; neervellen; overmánnen
bear down onaanhouden op; aansturen op; afstevenen op; losstevenen op
bear down uponaanhouden op; aanstevenen op; aansturen op; afstevenen op
bear evidencegetuigen
bear grassberegras; nolina; palmlelie
bear in mindbedenken; denken aan; eraan blijven denken; niet vergeten; onthouden
bear interestrente geven
bear leekdaslook
bear no relation tobuiten alle verhouding zijn tot; geen betrekking hebben op; in geen verhouding staan tot
bear offafhouden; afweren; wegdragen; wegzeilen
bear onbetrekking hebben op
bear one’s age wellzich voor zijn leeftijd goed houden
bear oneself wellzich goed gedragen; zich goed houden; zich goed voordoen
bear one’s parthet zijne doen; zijn plicht doen
bear outbevestigen; staven; steunen
bear rancourwrok koesteren
bear’s breechesbereklauw
bear’s footstinkend nieskruid; wrangwortel
bear’s garlicdaslook
bear somebody malicewrok koesteren jegens iemand
bear the brunt ofhet meest te lijden hebben van
bear the cost ofbekostigen
bear the palmde kroon spannen; met de zege gaan strijken
bear to the leftlinksaf buigen
bear up!hou je taai!
bear updrijvend houden; geen krimp geven; overeind blijven; standhouden; steunen; zich flink houden; zich goed houden; zich staande houden
bear up againsthet hoofd bieden; het hoofd bieden aan; zich staande houden tegen
bear uponbetrekking hebben op; gericht zijn op
bear withbetrekking hebben op; dulden; verdragen; vergeeflijk zijn voor
bear with somebodyvan iemand wat door de vingers zien
bear witnessgetuigen
be borne down the streammet de stroom afdrijven
be borne in uponzich opdringen aan
bring pressure to bear ondruk uitoefenen op; pressie uitoefenen op
bring to bearaanwenden; richten; uitoefenen
bring to bear uponrichten op
cave bearholebeer
grizzly beargrizzly; grizzlybeer
I cannot bear to think of itik moet er niet aan denken
it does not bear thinkingik moet er niet aan denken
kangaroo bearkoala; koalabeer
koala bearkoala; koalabeer
not bear uponin geen verband staan met
polar bearijsbeer
sell not the skin before you have caught the bearmen moet niet de huid verkopen voordat men de beer geschoten heeft; men moet niet de huid voordat men de beer geschoten heeft
sloth bearlippenbeer
spectacled bearbrilbeer
teddy bearteddybeer
that cannot bear the light of daydat kan het daglicht niet verdragen
washer bearwasbeer
white bearijsbeer
ant‐bearaardvarken; grote miereneter; joeroemi; mierenbeer; reuzenmiereneter
bearabledraagbaar; draaglijk; te dragen; verdraaglijk
bearberrycranberry; grote veenbes; lepeltjesheide; rode bosbes; vossebes
bear‐bindzwaluwtong
bear‐pitberekuil
she‐bearberin
waterbearbeerdiertje