Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord come
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(derive; originate; result; stem; spring) | ; het gevolg zijn van ; ; ; | deveni |
🔗 I came to be alone. | ||
(advance; approach; come on; accost) | ; gaan naar ; ; ; | |
; | ||
🔗 I’ve come to live with you. | ||
🔗 But spring did not come, you say? | ||
come about (happen; occur; take place; be afoot; come on; come to pass; fall; be set; transpire) | ; | |
come across (meet; encounter) | ; | |
come across (stumble upon; bump into; run across) | ||
come after (follow; succeed; trail; ensue) | ; ; ; | |
(return) | ||
🔗 When Tam came back, Rand stared in surprise. | ||
come down (descend; subside) | ||
(go forward; advance; progress) | voorwaarts gaan | |
🔗 Jubal reluctantly came forward. | ||
come forward (introduce oneself) | ||
(come into; enter) | ||
🔗 Don’t come in! | ||
come into (enter; come in) | ||
; | ||
come into one’s own | aan zijn trekken komen | ricevi sian parton |
come into power (accede; take over) | aan het bewind komen | |
come off | delasi farbon | |
come on (advance; approach; come; accost) | ; gaan naar ; ; ; | |
come on (advance) | ; ; | |
come on (advance; approach; come close; come closer) | ; | |
(come about; happen; occur; take place; be afoot; come to pass; fall; be set; transpire) | ; | |
🔗 We feared that the cold weather would come on and halt our explorations, for all agreed that the demon was generally quiet in winter. | ||
come over | ŝtelrampi al | |
come to a halt (halt; stop; stall; come to rest; come to a standstill) | ||
(end; end up; expire; conclude; finish; draw to a close; draw to an end) | ; | |
🔗 On Thursday afternoon the summit came to an abrupt and humiliating end for the North Koreans. | ||
come together (associate; join; pool; assemble; coalesce; converge; unite; become joined) | ; zich aaneensluiten ; zich verenigen | |
come together (meet) | elkaar ontmoeten ; elkaar tegenkomen | |
🔗 The details of what happened that night didn’t come to light until years later, after immense pressure from activists and the young nun’s family. | ||
come to nothing (break down) | ne efektiviĝi | |
come to nothing | neefektiviĝi | |
come to pass (come true) | ; | efektiĝi |
come to pass (come about; happen; occur; take place; be afoot; come on; fall; be set; transpire) | ; | |
come true (come to pass) | ; | efektiĝi |
come true (become evident; prove) | ; | |
come true | ; | veriĝi |
(get up) | ||
come up against | ||
come up to (answer; answer to) | ; | esti konforma al |
coming from (a native of; a native from) | devena de | |
come‐and‐cuddle‐me (pansy; heart’s‐ease; heart’s delight; tickle‐my‐fancy; Jack‐jump‐up‐and‐kiss‐me; three faces in a hood; love‐in‐idleness; wild pansy) | driekleurig viooltje | |
; | devena | |
(due; forthcoming; imminent; looming; pending) | okazonta | |
(following; next; ahead; subsequent) | ; | sekvonta |
(advent) | ||
🔗 Egwene ignored their coming. | ||
(next; ahead; forthcoming; future; upcoming) | ||
🔗 You’ll learn about these keywords in the coming chapters. | ||
forthcoming (speedy) | spoedig | |
forthcoming (coming; due; imminent; looming; pending) | okazonta | |
forthcoming (next; ahead; future; coming; upcoming) | ; ; ; ; | |
forthcoming (near at hand; toward) | ||
newcomer | ||
🔗 On Sunday Ukrainians overwhelmingly threw their support behind a political newcomer, actor and comedian Volodymyr Zelensʹkyj, to become the country’s next president. |
Engels | Nederlands |
---|---|
come | aanbreken; aankomen; aanstaande; er bijkomen; klaarkomen; komaan; komen; komen opzetten; kom op; kop op; opkomen; óverkomen; uitkomen; verschijnen; worden |
as … as they come | zo … als wat |
come about | gebeuren; tot stand komen; zich toedragen |
come across | aantreffen; ontmoeten; onverwachts tegenkomen; stoten op; tegenkomen; toevallig aantreffen; treffen; vinden; óverkomen |
come after | komen na; nakomen; volgen op |
come again | terugkomen |
come again? | wat zei je? |
come along! | kop op!; vooruit! |
come along with | meekomen met |
come and fetch | komen halen |
come and have a look | moeten komen kijken |
come and see | moeten komen kijken |
come apart | losgaan; stukgaan; uit elkaar gaan |
come around | omkomen |
come at | aan … komen; achter … komen; bij … komen; krijgen; verkrijgen |
come away | losraken; scheiden; weggaan |
come back | antwoorden; er weer in komen; reageren; terugkomen; weer in de mode komen; weer in trek komen; weer te binnen schieten; zich herstellen |
come between | komen tussen; vervreemden van |
come by | krijgen; langskomen; passeren; raken aan; verkrijgen; voorbijkomen |
come by one’s own | het zijne krijgen |
come by something honestly | eerlijk aan iets komen |
come, come | kom nou toch; och kom |
come down | aan lager wal geraken; aan lager wal raken; afdalen; afgebroken worden; afzakken; dalen; naar beneden komen; neerdalen; neerkomen; reiken; vallen; van de universiteit komen |
come down against | zich verklaren tegen |
come down for | zich verklaren voor |
come down in favour of | zich verklaren voor |
come down in the world | aan lager wal geraken; aan lager wal raken |
come down on somebody | tegen iemand te keer gaan |
come down on somebody like a ton of bricks | iemand er ongenadig van langs geven; vreselijk tegen iemand te keer gaan |
come down on the side of | zich verklaren voor |
come down to | neerkomen op; reiken tot; teruggaan tot |
come down with | krijgen; oplopen |
come easily to | gemakkelijk afgaan |
come for | afkomen op; komen afhalen; komen halen |
come forth | te voorschijn komen; zich vertonen |
come forward | naar voren treden; zich aanbieden; zich aanmelden; zich melden |
come from | komen uit; komen van; stammen van |
come good | doen wat er van je verwacht wordt; zichzelf bewijzen |
come hell or high water | al moet de bovenste steen boven komen; al moet de onderste steen boven komen |
come home | thuiskomen |
come in! | binnen! |
come in | aankomen; benoemd worden; bijdragen; binnenkomen; meebetalen; meedoen; verkozen worden |
come in again | weer aan het bewind komen; weer in de mode komen |
come in for | krijgen |
come in handy | te pas komen; te stade komen; van pas komen |
come in numbers | in grote getale komen opzetten |
come into | deel uitmaken van; in het bezit komen van; komen in; meedoen |
come into a fortune | een fortuin erven |
come into force | in werking treden; van kracht worden |
come into one’s own | aan zijn trekken komen; erkend worden; op zijn plaats zijn; zichzelf worden; zijn deel krijgen |
come into power | aan de regering komen; aan het bewind komen |
come in useful | te pas komen; van pas komen |
come it strong | het overdrijven; het te ver drijven |
come it too strong | het overdrijven; het te ver drijven |
come last | achteraankomen |
come near doing | bijna doen |
come next | volgen |
come now | kom, kom |
come of | afstammen van; komen van; uitgaan |
come off | afgeven; afkomen van; afspringen; afweken; doorgaan; er afgaan; eraf gaan; gebeuren; loslaten; lukken; ontsnappen; plaatshebben; uitkunnen; uitvallen |
come off badly | er bekaaid afkomen; er slecht afkomen; het er slecht afbrengen |
come off it | schei uit |
come off second‐best | aan het kortste eind trekken; als tweede eindigen |
come off worst | aan het kortste eind trekken |
come on | aangaan; aankomen; beginnen; gedijen; hup; loskomen; op dreef komen; op het toneel verschijnen; opkomen; optreden; ter sprake komen; tieren; vinden; vóórkomen |
come on! | kom op!; schei uit!; toe dan!; vooruit! |
come on strong | flirten; overdríjven |
come on to | beginnen te; behandelen; spreken over |
come out | aan het licht komen; buiten komen; debuteren; eruit gaan; gaan uit; in staking gaan; naar buiten komen; opkomen; optredenm; te voorschijn komen; uit de gevangenis komen; uit de kast komen; uitkomen; uitlekken; uitlopen; verschijnen; voor zijn seksuele geaardheid uitkomen; vrijkomen |
come out against | opkomen tegen |
come out for | opkomen voor |
come out in favour of | opkomen voor |
come out in spots | vol uitslag zitten |
come out of oneself | opbloeien; uit zijn schulp komen |
come out of one’s shell | loskomen |
come out on strike | in staking gaan |
come out with | komen aanzetten met; op de proppen komen met; uit de hoek komen met; voor den dag komen met |
come out with a proposal | aankomen met een voorstel |
come over | aankomen; bekruipen; bevangen; bezielen; oversteken; óverkomen; óverlopen |
come over all shy | er helemaal verlegen van worden |
come over somebody | iemand overvallen |
come over to | overlopen naar |
come right | in orde komen; uitkomen; zich schikken |
come round | aankomen; aanwippen; bijdraaien; bijkomen; een gunstige wending nemen; in orde komen; van mening veranderen; vóórkomen |
come round again | weer komen |
come round to | van mening veranderen over |
come short | te kort schieten |
come through | doorkomen; erdoor komen; zijn belofte houden |
come to | bijkomen; geraken; komen bij; komen naar; komen op; komen tot; neerkomen op; te beurt vallen; te binnen schieten |
come to a halt | tot stilstand komen |
come to an end | omkomen; ten einde lopen; uitraken |
come to a settlement | een regeling treffen; tot een regeling komen |
come to believe | gaan geloven |
come to blows | elkaar in de haren vliegen; handgemeen worden; slaags raken |
come together | bij elkaar komen; zich verzamelen |
come to grief | een ongeluk krijgen; mislukken; schipbreuk lijden; stranden; tegen de lamp lopen; verongelukken; zijn nek breken |
come to hand | geworden; in handen vallen; zijn bestemming bereiken |
come to harm | een ongeluk krijgen; verongelukken |
come to know | leren kennen |
come to light | aan de dag komen; aan het licht komen |
come to nothing | afspringen; de mist in gaan; het tot niets brengen; mislukken; niet doorgaan; op niets uitdraaien; op niets uitlopen; tenietgaan |
come to oneself again | bijkomen |
come to pass | gebeuren; geschieden; toegaan; zich toedragen |
come to pieces | het afleggen; in stukken breken; mislukken; stukgaan |
come to somebody | tot iemand komen |
come to the same thing | op hetzelfde neerkomen |
come to think of it | eigenlijk; erover beginnen te denken |
come true | bewaarheid worden; in vervulling gaan; uitkomen |
come under | te verduren krijgen; vallen onder |
come under this head | hieronder vallen |
come undone | losgaan; losraken |
come untied | losgaan; losraken |
come up | aankomen; boven komen; bovenkomen; gehouden worden; opkomen; ter sprake komen; voor de deur staan |
come up against | in botsing komen met; stuiten op |
come up for discussion | aan de orde komen; in behandeling komen; ter sprake komen |
come upon | aantreffen; aanvallen; te binnen schieten; tegen het lijf lopen |
come upon the parish | armlastig worden |
come upon the parishtown | armlastig worden |
come upon the scene | ten tonele verschijnen |
come upstairs | bovenkomen |
come up to | beantwooren aan; evenaren; gelijk zijn aan; komen toelopen op; komen tot; toekomen naar |
come up to expectations | aan de verwachtingen beantwoorden |
come up to somebody | naar iemand toe komen; op iemand aankomen |
come up with | achteropkomen; inhalen; op de proppen komen met; opperen |
come what may | er moge van komen wat wil; het ga zoals het gaat; het valt zo het komt; wat er ook gebeure; wat er ook gebeuren moge |
come within | ressorteren onder |
coming from | afkomstig uit; afkomstig van |
first come, first served | die eerst komt, eerst maalt; wie het eerst komt, die het eerst maalt |
have come a long way | ver gekomen zijn |
have seen it coming | het hebben zien aankomen |
have somebody’s ways | iemands kant uitkomen |
he had it coming to him | het was zijn verdiende loon; hij had erom gevraagd |
how am I to come by the money? | hoe kom ik aan het geld? |
how come? | hoe komt dat?; waarom? |
how comes it that | hoe komt het dat |
how did you come to do it? | hoe bent u daartoe gekomen? |
how has it come about? | hoe is het gekomen? |
how have you come by it? | hoe kom je daaraan? |
if it comes to that | wat dat aangaat |
if it ever comes to anything | als er ooit iets van komt |
if it should ever come your way | als je het ooit eens tegenkomt |
it comes easy to him | het gaat hem gemakkelijk af; het gaat hem makkelijk af |
it comes naturally to him | het gaat hem goed af; het ligt hem |
it comes to … | het komt op … |
it is coming to be regarded as | het wordt langzamerhand beschouwd als |
it won’t come to that | het zal zo’n vaart niet lopen |
just come round | je moet eens aankomen |
nothing will come of it | er zal niets van komen |
take things just as they come | het nemen zoals het valt |
that comes of | dat komt van het |
that is how it came about | zo is het gegaan |
the deal has come off | de overeenkomst is erdoor |
to come | aanstaande; komende; toekomende |
what does it come to? | op hoeveel komt dat? |
when it comes to | als er sprake is van; als het erop aankomt om te; wat … betreft |
where do I come in? | en ik dan? |
where do you come from? | waar komt u vandaan? |
come‐and‐cuddle‐me | driekleurig viooltje |
come‐down | achterúítgang; tegenvaller; val; vernedering |
comer | aangekomene; bezoeker; deelnemer; gegadigde; veelbelovend iemand |
coming | aankomst; aanstaande; komend; komst; ophanden zijnde; overkomst; toekomend |
forthcoming | aanstaande; aanwezig; aanwezig zijnd; beschikbaar; nabijzijnd; op handen; op handen zijnd; toeschietelijk |
incomer | binnenkomende; immigrant; indringer; nieuwe huurder |
incoming | binnenkomend; binnenkomst; komst; nieuw; opkomend |
latecomer | laatkomer; telaatkomer |
newcomer | aankomeling; nieuweling; nieuwkomer |