Synoniem: verdelgen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ˈœy̯trujə(n)/ |
Afbreking | uit·roei·en |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) roei uit | (ik) roeide uit |
(jij) roeit uit | (jij) roeide uit |
(hij) roeit uit | (hij) roeide uit |
(wij) roeien uit | (wij) roeiden uit |
(jullie) roeien uit | (jullie) roeiden uit |
(gij) roeit uit | (gij) roeidet uit |
(zij) roeien uit | (zij) roeiden uit |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) uitroeie | (dat ik) uitroeide |
(dat jij) uitroeie | (dat jij) uitroeide |
(dat hij) uitroeie | (dat hij) uitroeide |
(dat wij) uitroeien | (dat wij) uitroeiden |
(dat jullie) uitroeien | (dat jullie) uitroeiden |
(dat gij) uitroeiet | (dat gij) uitroeidet |
(dat zij) uitroeien | (dat zij) uitroeiden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
roei uit | roeit uit |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
uitroeiend, uitroeiende | (hebben) uitgeroeid |
Afrikaans | uitroei |
---|---|
Duits | austilgen; ausrotten; tilgen; vertilgen |
Engels | exterminate; wipe out; extirpate |
Esperanto | ekstermi |
Faeröers | avoyða; týna |
Fins | hävittää |
Frans | exterminer; supprimer |
Portugees | abolir; eliminar; exterminar; extinguir; suprimir |
Saterfries | fertilgje; tilgje; uutroodje; uuttilgje |
Spaans | exterminar |
Tsjechisch | vyhladit; vyhubit; zničit |
Zweeds | utplåna |