Informatie over het woord gladmaken (Nederlands → Esperanto: glatigi)

Synoniemen: banen, effenen, gladstrijken, uitstrijken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɣlɑtmakə(n)/
Afbrekingglad·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak glad(ik) maakte glad
(jij) maakt glad(jij) maakte glad
(hij) maakt glad(hij) maakte glad
(wij) maken glad(wij) maakten glad
(jullie) maken glad(jullie) maakten glad
(gij) maakt glad(gij) maaktet glad
(zij) maken glad(zij) maakten glad
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) gladmake(dat ik) gladmaakte
(dat jij) gladmake(dat jij) gladmaakte
(dat hij) gladmake(dat hij) gladmaakte
(dat wij) gladmaken(dat wij) gladmaakten
(dat jullie) gladmaken(dat jullie) gladmaakten
(dat gij) gladmaket(dat gij) gladmaaktet
(dat zij) gladmaken(dat zij) gladmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak gladmaakt glad
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gladmakend, gladmakende(hebben) gladgemaakt

Vertalingen

Duitsglätten; glattmachen; schlichten
Engelssmooth
Esperantoglatigi
Portugeesalisar; polir
Saterfriesgläädje; sliepe