Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord escape

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(flee; get away); ; ;
🔗 How had the girl escaped?
(elude)
zich eruit draaien
;
zich eruit redden
(flee)
(escape from)
🔗 She will need strong magic to escape the demon Thrang.
escape from
(escape)
fire‐escape

EngelsNederlands
escape lek; ontgaan; ontglippen; ontkomen; ontkoming; ontlopen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontsnapping; ontvallen; ontvluchten; ontvluchting; opslag; uitbraak; uitredding; uitstromen; uitweg; vlucht; vrijlopen; wilde uitloper
escape by the skin of one’s teeth er doorrollen
escape clause ontsnappingsclausule
escape from ontglippen aan; ontkomen aan; ontsnappen aan; ontvluchten aan
escape from somebody aan iemand ontsnappen
escape hatch noodluik; ontsnappingsluik
escape literature ontspanningslectuur
escape somebody’s vigilance aan iemand ontsnappen
escape velocity ontsnappingssnelheid
escape with life het er levend afbrengen
escape with one’s life het er levend afbrengen
have a narrow escape de dans ontspringen; door het oog van een naald kruipen; ternauwernood ontkomen
make good one’s escape ontsnappen; ontvluchten; weten te ontsnappen
make one’s escape ontsnappen
manage to escape weten te ontkomen
there is no escape je kunt er niet aan ontsnappen
there is no escape from it je kunt er niet aan ontsnappen
escapable ontvluchtbaar
escape‐door nooddeur
escapee ontsnapper; ontsnapte
escape‐ladder brandladder; noodladder
escapement echappement; ontsnapping; uitweg
escape‐route vluchtweg
escape‐valve uitlaatklep; veiligheidsklep
escapist escapist; escapistisch
escapologist boeienkoning
fire‐escape brandladder; brandtrap