Informatie over het woord organizi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingor·ga·niz·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdorganizas
Verleden tijdorganizis
Toekomende tijdorganizos
 
Voorwaardelijke wijs
organizus
 
Gebiedende wijs
organizu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdorganizantaorganizata
Verleden tijdorganizintaorganizita
Toekomende tijdorganizontaorganizota

Vertalingen

Catalaansorganitzar
Deensorganisere
Duitseinrichten; organisieren
Engelsorganize
Fransorganiser
Luxemburgsorganiséieren
Nederduitsorganiseren
Nederlandsorganiseren; regelen; uitschrijven
Papiamentsorganisá
Portugeesorganizar
Saterfriesiengjuchte; organisierje
Spaansorganizar
Tsjechischorganizovat; uspořádat
Westerlauwers Friesorganisearje