Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord question

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(issue; query; inquiry);
🔗 Turjan put his question.
(interrogate)
🔗 Perhaps then you would prefer to question her?
(challenge; contest; dispute; protest; controvert); ;
ter discussie stellen
🔗 There is no evidence linking these incidents to either the palace or the military government, but they are being seen by dissidents in Thailand as a warning not to question the status of the monarchy.
(challenge; defy; affront); ; ;
(doubt); ; ;
(interrogate; query; quiz)
(ask; inquire; demand)
🔗 “Who are you?” he questioned.
(doubt);
🔗 On Wednesday, Giuliani criticized Daniels over her profession, and questioned her credibility and reputation.
(thing; matter; case; issue)
🔗 He apparently expected NATO would be divided on the question of helping a non‐member.
(concerned; relevant; applicable);
🔗 If there’s a building you’re receiving fire from within the urban environment, you aim at that building from up to 80 km (50 miles) away, and within a few minutes of receiving fire you land a rocket on the building in question.
out of the question
(debatable; moot);
🔗 Known in recent years for his speculation that covid was a US bioweapon, mirroring Chinese disinformation, Sachs told the audience various questionable assertions that he described as “the truth” about the war.
(doubtful; dubious; shonky)
🔗 Whether he would even resist a continuing military dictatorship seems questionable.

EngelsNederlands
question aanvechten; betwijfelen; betwisten; in discussie brengen; interpellatie; in twijfel trekken; kwestie; ondervragen; onderzoeken; sprake; ter discussie stellen; twijfel; uitvragen; vraag; vraagstuk; vragen
a knotty question een heet hangijzer
ask questions vragen stellen
a ticklish question een heet hangijzer
be beside the question niet aan de orde zijn
be beyond question buiten kijf staan
beg the question als bewezen aannemen; de kwestie vermijden; het punt in kwestie als bewezen aannemen; niet ingaan op de kwestie zelf; niet ingaan op de vraag zelf
be in question in het geding zijn
beyond question buiten kijf; buiten kwestie; ongetwijfeld; zonder twijfel
bring in question aanvechten; in discussie brengen; in twijfel trekken; ter discussie stellen
bring into question aanvechten; in discussie brengen; in twijfel trekken; ter discussie stellen
cabinet question kabinetskwestie; vertrouwenskwestie
call in question aanvechten; in discussie brengen; in twijfel trekken; ter discussie stellen
call into question aanvechten; in discussie brengen; in twijfel trekken; ter discussie stellen
come into question ter sprake komen
controversial question twistpunt; twistvraag
examination question examenvraag
… in question bedoelde …
in question bewust; in kwestie
it cannot be questioned that er valt niet aan te twijfelen dat
it is a question whether het is de vraag of
it is beside the question daar gaat het niet om; dat is niet aan de orde
it is out of the question daar is geen denken aan; er is geen kijk op
leading question suggestieve vraag
leave out of the question buiten beschouwing laten
loaded question strikvraag
make no question that er niet aan twijfelen of
multiple choice question meerkeuzevraag
no question about it geen twijfel aan
open to question twijfelachtig
out of question ongetwijfeld; zonder twijfel
out of the question uit den boze; uitgesloten
out of the question! uitgesloten!
outside the question buiten de kwestie
past question zonder twijfel
point in question vraagpunt
pop a question een vraag opwerpen
pop the question haar vragen
put the question tot stemming overgaan
question mark vraagteken
question of conscience gewetensvraag
question of law rechtsvraag
question of life and death levenskwestie; levensvraag
raise a question een kwestie ter sprake brengen; een vraag doen opkomen
that’s a question dat is nog de vraag
that settles the question dat is afdoende
that’s out of the question! daar komt niets van in!; geen kwestie van!; geen sprake van!
that’s out of the question daar is geen sprake van; dat is uitgesloten
the question arises whether de vraag doet zich voor of
there is no question but that he will come er is geen twijfel aan dat hij komt
there is no question of his coming er is geen sprake van dat hij komt
the sixty‐four thousand dollar question de hamvraag
vital question levenskwestie; levensvraag
without question buiten kwestie; grif; onbetwistbaar; ongetwijfeld; zonder de minste bedenking
counter‐question tegenvraag; wedervraag
cross‐question aan een kruisverhoor onderwerpen; kruisvraag; scherp ondervragen
prize‐question prijsvraag
questionable aanvechtbaar; bedenkelijk; betwistbaar; kwestieus; onzeker; twijfelachtig; verdacht
questionbook vragenboek
questioner examinator; interpellant; ondervrager; vraagsteller; vragensteller; vrager
questioning gevraag; vragend
question‐time vragenuurtje