Informatie over het woord uitzakken (Nederlands → Esperanto: prolapsi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) zakt uit(hij) zakte uit
(zij) zakken uit(zij) zakten uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) uitzakke(dat hij) uitzakte
(dat zij) uitzakken(dat zij) uitzakten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitzakkend, uitzakkende(zijn) uitgezakt

Vertalingen

Engelsprolapse
Esperantoprolapsi