Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord put

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(lay down; place; set); ; ; ;
(express; register);
(articulate; state; utter; voice);
(place);
🔗 Its aim may be to put more pressure on the EU and the US to stop supporting Ukrainian resistance to its military aggression.
put across
(communicate; get across; impart; report)
; ; ;
(waive; lay away); ;
🔗 Put away your steel.
put away
(dock)
op een zijspoor zetten
;
put away
(enclose; insert; introduce; put in; stow; embed)
; ;
put away
(confine; enclose; stow)
;
put back
(set back; throw back)
put down
(lay; put off; take off)
(lay)
🔗 Put down that wrench!
put forward
(advance; highlight; publicize; call attention to; draw attention to)
naar voren brengen
put forward
(argue; contend; maintain; put forward arguments)
;
put in
(enter; input; insert)
put in
(enclose; insert; introduce; put away; stow; embed)
;
put in use
(start working; get to work; hit the deck; settle to work; set to work)
; ; ; ;
(send about his business)
(send about one’s business)
de deur wijzen
forregali
(rebuff; send about his business)
forsendi ĝentile
(lay; put down; take off); ; ;
(adjourn; defer; delay; postpone; procrastinate; shelve);
🔗 He can no longer put off difficult decisions to another day.
put on
(activate; actuate; start; switch on; turn on; start off)
; ;
🔗 You didn’t put that vest on again?
put on steam
alle krachten inspannen
sin streĉi el la haŭto
put on weight
(gain)
;
zwaarder worden
plipeziĝi
put on weight
tonrond worden
bareliĝi
(extinguish; quench; stub); ; ; ; ;
🔗 Russian firefighters have put out a massive blaze that engulfed one of the largest shopping‐centres in a suburb of the capital, Moscow, leading to the collapse of part of the structure and one death.
put out
(drug; intoxicate; stun; stupefy)
svenigi
put out
(extinguish)
;
put to bed
(bed)
naar bed brengen
put together
(assemble; build; combine; compose; construct; draught)
kunmeti
put up
(accommodate; entertain; host)
put up
(preserve; process)
;
🔗 That invasion soon stumbled as Ukrainians put up a fierce defence of their homeland and as Western powers scrambled to send weapons and ammunition to Kyiv while Moscow burned through its own stocks and looked to allies like Iran and North Korea to resupply.
put up with
(afford; carry away; carry out; endure; stand)
;
naar buiten brengen
put up with
(ail; bear; endure; suffer; sustain)
; ;
put up with
(abide; brook; condone; endure; stand; stomach; tolerate; bear)
input
(entry; insertion; introduction)
input
(contribution)
input
(contribute)
;
input
(enter; insert; put in)
; ; ; ;

EngelsNederlands
putbergen; brengen; doen; geven; inspannen; in stemming brengen; leggen; onder woorden brengen; plaatsen; slaan; spannen; steken; stellen; stoppen; uitdrukken; vastzetten; verwoorden; voorstellen; zeggen; zetten
be easily put uponzich gemakkelijk beet laten nemen
be hard put toveel moeite hebben om te
be hard put to ithet hard te verantwoorden hebben
be hard put to it toeen harde dobber hebben om
be much put uponhet hard te verduren hebben
be put about toalle moeite hebben om
be put outblijven steken; boos zijn; de kluts kwijtraken; in de war raken; van zijn stuk gebracht zijn
he’s put his shoulder outzijn arm is uit de kom geschoten
I put it to youdat vraag ik u; zeg nu zelf
I won’t put up with thatdaarmee neem ik geen genoegen
I wouldn’t put it past himhet zou me van hem niet verbazen; ik acht hem ertoe in staat; ik zie hem er wel voor aan
not know where to put oneselfmet zijn houding geen raad weten
not put up with somethingzich iets niet laten aanleunen
one has to put up with itmen moet zich erbij neerleggen
put aboutlaten rondgaan; omleggen; rondstrooien; uitstrooien; wenden
put a bullet through somebody’s headiemand door het hoofd schieten
put a check onbeteugelen; in toom houden; tegenhouden
put acrossduidelijk uitleggen; goed overbrengen; overzetten
put asideafzonderen; opzij zetten; van de hand wijzen
put awayopbergen; opsluiten; opzij leggen; van zich af zetten; verorberen; verstoppen; wegleggen; wegzetten
put backachteruit strijken; achteruitzetten; later stellen; terugdraaien; terugkeren; terugleggen; terugstoppen; terugzetten; weer op zijn plaats leggen; weer op zijn plaats zetten
put behind oneachter zich laten; te boven komen; ter zijde leggen
put byopsparen; opzij leggen; ter zijde leggen; óverleggen
put downafmaken; afzetten; bedwingen; deponeren; een spuitje geven; een toontje lager doen zingen; fnuiken; laten inslapen; neerleggen; neerslaan; neerzetten; noteren; onderdrúkken; opschrijven; optekenen; smoren; tot zwijgen brengen
put down a rebellioneen opstand bedwingen
put down moneygeld neerleggen
put down toop rekening stellen van; toeschrijven
put forthaanwenden; inspannen; krijgen; opperen; uitslaan; uitsteken; uitvaardigen; verkondigen
put forth leavesin het blad schieten
put forwardaanvoeren; in het midden brengen; naar voren brengen; opperen; te berde brengen; ter tafel brengen; verkondigen; vervroegen; voordragen; voortbrengen; vooruitsteken; vooruitzetten; voorzetten
put inaanleggen; aanspannen; aanstellen; binnenlopen; in dienst nemen; inlassen; inleggen; insteken; invlechten; invoegen; inzetten; plaatsen; planten; steken in; verzetten; werken; zetten in
put in a claimeen eis indienen; een reclame indienen; reclameren
put in a demandeen eis indienen
put in a good word foreen goed woordje doen voor
put in an appearanceacte de présence geven; komen opdraven; verschijnen; zich vertonen
put in ataandoen; even aangaan bij; stoppen bij
put in a wordeen woordje meespreken; ook een duit in het zakje doen
put in a word foreen goed woordje doen voor
put in forsolliciteren naar; zich opgeven voor
put intobinnenlopen
put into shapefatsoeneren
put into wordsonder woorden brengen; verwoorden
put in writingop schrift stellen
put it acrosshet klaarspelen
put it across on somebodyiemand beduvelen; iemand bij de neus nemen
put it onoverdríjven; overvragen
put money oninzetten op; wedden op
put offafbrengen; afkerig maken; afleggen; afpoeieren; afschepen; afschrijven; afzeggen; afzetten; doen walgen; onthutsen; op de lange baan schuiven; opschuiven; uitdoen; uitstellen; uittrekken; van wal steken; verschuiven
put off asverkopen als
put off forverkopen als
put off with fair wordsmet mooie praatjes afschepen
put off with talkmet mooie praatjes afschepen
put onaan het werk zetten; aandoen; aanhaken; aannemen; aantrekken; aanzetten; extra laten lopen; geven; geven aan; in de vaart brengen; inleggen; laten spelen; omdoen; ontdubbelen; op touw zetten; opleggen; opslaan; opvoeren; opzetten; organiseren; stellen op; voor de gek houden; voorbinden; voorschrijven; zetten; ómhangen
put one over on somebodyiemand beduvelen; iemand bij de neus nemen
put one’s back into itde schouders eronder zetten; pootaan spelen
put oneselfzich stellen
put oneself forwardzich op de voorgrond plaatsen
put oneself out tozich uitsloven om te
put on speedvaart zetten
put on steamalle krachten bijzetten; alle krachten inspannen; er vaart achter zetten; stoom maken
put on todoorverbinden met; in contact brengen met; inlichtingen geven over; verbinden met
put on weightaankomen; bijkomen; zwaarder worden
put outblussen; boos; de loef afsteken; doven; er uitzetten; hinderen; in de lorum; in de war brengen; ontstemd; ontstemmen; ontwrichten; publiceren; uit het veld geslagen; uitbesteden; uitblussen; uitbowlen; uitdoen; uitdoven; uitgeven; uitleggen; uitmaken; uitplanten; uitsteken; uitstrooien; uitzenden; uitzetten; van zijn stuk brengen; van zijn stuk gebracht
put out budsknoppen krijgen
put out of miseryuit zijn lijden verlossen
put out somebody’s plansiemands plannen verijdelen
put out to boardin de kost doen; uitbesteden
put out to contractaanbesteden; uitbesteden
put out to seain zee steken; uitlopen; uitvaren
put overduidelijk uitleggen; goed overbrengen; ingang doen vinden; populair maken
put roundomdoen
put somebody down asiemand houden voor
put somebody in his placeiemand aftroeven; iemand op zijn nummer zetten; iemand op zijn plaats zetten
put somebody offiemand afpoeieren; iemand afschepen; iemand afschrijven; iemand afzeggen
put somebody off somethingiemand iets tegenmaken
put somebody outiemand in de war brengen
put somebody out of his miseryiemand uit zijn lijden verlossen
put somebody to itiemand ervoor zetten
put somebody upiemand kandidaat stellen
put somebody up toiemand informeren over; iemand op de hoogte brengen van
put somebody up to doingiemand aanzetten tot
put something down toiets toeschrijven aan
put something over the fireiets boven het vuur hangen
put this and that togetherhet ene met het andere in verband brengen
put throughdoorverbinden; doorvoeren; erdoor krijgen; laten doorwerken; onderwerpen aan; uitvoeren; verbinden
put tovoorleggen; voorspannen
put to bedin bed leggen; naar bed brengen
put to expenseop kosten jagen
put togetheraaneenvoegen; bijeenpakken; in elkaar knutselen; in elkaar zetten; samendoen; samenstellen; samenvoegen; verzamelen
put to inconveniencelast veroorzaken; ongerief veroorzaken; ontrieven
put to schoolop school doen
put to troublelast veroorzaken
put upaanbrengen; aanslaan; aanzetten; bouwen; huisvesten; huisvesting verlenen; in veiling brengen; indienen; inmaken; inpakken; kandidaat stellen; logeren; onder dak brengen; ophalen; ophangen; opjagen; opslaan; opsteken; opstellen; optrekken; opzenden; plaatsen; stallen; te koop aanbieden; verhogen; verpakken; verschaffen; voorhangen; vooruit afspreken; wecken; zich kandidaat stellen; zijn intrek nemen
put up a desperate defencezich wanhopig verdedigen
put up a house for saleeen huis aanslaan
put up atzijn intrek nemen in
put up for saleaanslaan; in veiling brengen; te koop aanbieden; te koop aanbrengen
put up one’s feetnaar kooi gaan; wat uitrusten
put up withberusten in; genoegen nemen met; genogen nemen met; verdragen; zich getroosten; zich laten gevallen; zich laten welgevallen
put up with somethingiets voor lief nemen
stay putop zijn plaats blijven; zich niet verroeren
that puts it beyond all doubtdat heft alle twijfel op
they’ll be hard put tohet zal moeilijk voor ze worden om
inputinput; inspraak; invoer
put‐iningezet
puttmet een putter slaan; slag met een putter