Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord blow

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(hit; jab; strike; stroke; whack; lash); ;
; ;
🔗 They never fly except when the wind blows.
(fan)
(ball; blunder; botch; bungle; flub; screw up; spoil; foozle); ; ; ; ; ; ; ;
(hit; knock; smack; strike; stroke; poke);
🔗 Losing the key southern Ukrainian city would be a major blow to Putin, but Kyiv remains wary that it could be a trap.
blow one’s nose
zijn neus snuiten
purigi la nazon
blow out
blow over
malproksimiĝi
blow over
(pass; pass by; pass through)
(explode)
laten springen
;
🔗 Russian forces have begun to blow up bridges to slow a Ukrainian counteroffensive in the northeast, according to the Ukrainian military.
blow up
(heighten)
pligravigi
death blow
;
finfara bato
give a blow job
(suck)
;
(blow of a hammer; hammer stroke)
(loud‐hailer; megaphone; speaking‐trumpet; bullhorn)
blowing
blowing

EngelsNederlands
blowaanblazen; afmatten; blazen; blazen op; blowen; doorbranden; doorslaan; doorsmelten; erdoor jagen; hijgen; klap; knak; knauw; labberdoedas; mep; opblazen; opdonder; opduvel; puffen; slag; snuiten; spenderen; spuiten; stoot; uitblazen; uitputten; verknallen; verpesten; verraden; waaien; wegblazen; windvlaag
all are not hunters that blow the hornhet zijn niet allen koks die lange messen dragen
at a blowachter mekaar; in één keer; met één slag
at one blowmet één slag
blow a fuseeen stop laten doorslaan; op tilt slaan; razend worden
blow a kisseen kushand toewerpen; een kushandje geven; een kushandje toewerpen
blow awaywegblazen; wegschieten; wegslaan; wegwaaien
blow downomblazen; omverblazen; omverwaaien; omwaaien
blow glassglasblazen
blow great gunsverschrikkelijk stormen
blow gunsverschrikkelijk stormen
blow hot and coldweifelen
blow inaanwaaien; binnenwaaien; binnenwippen; inblazen
blow in uponbinnenwippen bij
blow jobpijpbeurt
blow offafblazen; afschieten; afwaaien; afzeggen; overwaaien; verlinken; wegslaan
blow one’s nosezijn neus snuiten
blow one’s own trumpetzijn eigen lof uitbazuinen; zijn eigen lof verkondigen
blow one’s toprazend worden
blow outdoen springen; doorslaan; doorsmelten; opblazen; oppompen; springen; uitblazen; uitwaaien
blow out one’s brainszich een kogel door het hoofd jagen; zich voor de kop schieten
blow overafdrijven; aftrekken; afzakken; met een sisser aflopen; omverwaaien; omwaaien; overwaaien; óverdrijven; óvertrekken
blow somebody’s mindeen kick geven; enorm aanspreken
blow the gaffdoorslaan; verraad plegen
blow the whistleafblazen; terugfluiten
blow the whistle onverlinken
blow throughdoorblazen
blow upaanblazen; aandikken; een standje geven; in de lucht laten vliegen; in de lucht vliegen; komen opzetten; laten springen; opblazen; oppompen; opwaaien; uitvergroten; van de kook raken; vergroten
come to blowselkaar in de haren vliegen; handgemeen worden; slaags raken
death blowdoodsteek; nekslag
do a blow jobpijpen
do a blow job onpijpen
do a blow job on somebodyiemand pijpen
fetch somebody a blowiemand een slag toebrengen
give a blow jobafzuigen; pijpen
hammer blowhamerslag
high winds blow on high hillshoge bomen vangen veel wind
huge winds blow on high hillshoge bomen vangen veel wind
in full blowin volle bloei
it came to blowshet kwam tot handtastelijkheden
it’s an ill wind that blows nobody any goodgeen ongeluk zo groot of er is een geluk bij
Joe BlowJan Publiek
strike a blow foreen lans breken voor
strike somebody a blowiemand een klap geven; iemand een slag toebrengen
without a blowzonder slag of stoot
without striking a blowzonder slag of stoot
blow‐by‐blowgedetaileerd; omstandig
blow‐dryföhnen
blowhornmegafoon
blowingaanblazing; geblaas
blowlampbrandlamp; soldeerlamp
blownbuiten adem
blow‐outdoorslaan; klapband; schranspartij; smelten; smulpartij; springen; vreetpartij
blowtorchafbrander; verfafbrander
by‐blowbuitenechtelijk kind
glass‐blowerglasblazer