Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord result
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(come; derive; originate; stem; spring) | deveni | |
(amount; pan out) | ; ; ; | |
🔗 Ingestion can result in liver and kidney damage and even death[ | ||
(effect; outcome) | ; ; ; ; | |
election result | ||
(cause; give rise to; provoke; inflict; wreak; bring) | ten gevolge hebben | |
🔗 According to the Peterson Institute for International Economics, a 25% tariff on imported autos to the US would result in the loss of 195,000 US auto workers’ jobs. | ||
(bring about; cause; lead to; turn out) | ten gevolge hebben ; | |
🔗 This is a common problem and can result in chronic daily headache. |
Engels | Nederlands |
---|---|
result | afloop; gevolg; ontstaan; resultaat; resulteren; slotsom; uit de bus komen; uitkomst; uitlopen; uitmonden; uitslag; uitvloeisel; volgen; voortkomen; voortvloeien |
arrive at a result | tot een resultaat komen |
as a result | dientengevolge; gevolgentlijk |
as a result of | ten gevolge van |
election result | verkiezingsuitslag |
examination results | examenuitslagen |
final result | eindresultaat; einduitslag |
grand result | eindresultaat |
intermediate result | tussenresultaat |
nett result | eindresultaat |
operating results | bedrijfsresultaat |
result from | ontstaan uit; volgen uit; voortspruiten uit; voortvloeien uit |
result in | resulteren in; ten gevolge hebben; uitlopen op; uitmonden in |
sporting results | sportuitslagen |
without result | tevergeefs; zonder resultaat |