Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord give

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(administer; grant; impart; provide; confer; allow; spare; afford; invest with; deal; fetch; yive)
🔗 Give him wine.
(cast; yive); ;
🔗 I gave stern instructions that she must sit in her chair.
(yive)
🔗 Answer, and I give you meat at such time as you desire.
(yive);
🔗 Before we give her to Elaida, Saerin, I want to dig out as much as we can.
(bring in; yive)
(yield; yive)
(yive)
(yive)
(yive)
(renounce; yield);
🔗 How could you give a sword like that away?
give back
(return; restore; render)
give birth to
(bear; farrow; beget; give birth)
; ;
🔗 Former Brexit minister David Jones said a deal was now only possible if the EU gave ground.
give offence
(create a scandal)
aanstoot geven
kaŭzi skandalon
give out
(deal; distribute; administer; allocate)
give rise to
(cause; provoke; result in; inflict; wreak; bring)
; ; ; ; ;
ten gevolge hebben
; ;
give to understand
(renounce; forgo; waive); ;
🔗 He would not give up.
give way
(yield; grant; accommodate; assign)
;
(yield; give); ;
(give)
(give);
(give)

EngelsNederlands
giveaandoen; aangeven; aanrichten; afgeven; afnemen; bereiden; berokkenen; bezorgen; bezwijken; doen; doorbuigen; doorzakken; geven; het begeven; houden; maken; meegeven; opgeven; opvoeren; schaffen; schenken; toedienen; toekennen; uitreiken; verlenen; veroorzaken; verschaffen; verstrekken; zachter worden
be given over tobestemd zijn voor; verslaafd zijn aan; zich overgeven aan
don’t give me that!je kunt me nog meer vertellen!
give a coughhoesten
give and takeschipperen
give as good as one getsmet gelijke munt betalen
give a sighzuchten
give awaycadeau geven; vergeven; verklappen; verraden; weggeven
give away the brideals bruidvader optreden
give away the showde boel verklappen
give backteruggeven
give battleslag leveren
give birth tobaren; het leven schenken aan; ter wereld brengen
give chase toachternazitten; jacht maken op; najagen
give ear tohet oor lenen aan
give forthafgeven; bekendmaken; geven; rondstrooien
give groundwijken
give in marriageuithuwelijken
give in tozwichten voor
give it to somebodyiemand ervan langs geven; iemand zijn vet geven
give it uphet gewonnen geven; het opgeven; zich gewonnen geven
given namedoopnaam
give noticeaankondigen; de dienst opzeggen; de huur opzeggen; kennis geven; laten weten; waarschuwen
given thataangenomen dat
given togeneigd tot; verslaafd aan
give offafgeven; verspreiden
give offenceaanstoot geven; ontstichten
give onuitkomen op; uitzicht hebben op
give oneself awayzich verklappen; zich verpraten; zich verraden
give oneself out aszich uitgeven voor
give oneself upzich aangeven
give oneself up tozich aangeven bij; zich wijden aan
give ontouitkomen op; uitzicht geven op
give outafgeven; bekendmaken; geven; opgaan; opgeven; opraken; publiceren; uitdelen; uitgaan; uitgeput raken; uitgeven
give overhet opgeven; opgeven; ophouden; overgeven; overleveren; uitleveren
give over!hou op!
give place toplaats maken voor; wijken voor
give rise toaanleiding geven tot; doen ontstaan
give somebody awayiemand verklikken
give somebody for lostiemand als verloren beschouwen; iemand opgeven
give somebody his dueiemand geven wat hem toekomt
give somebody joyiemand gelukwensen
give somebody joy ofiemand gelukwensen met
give somebody the bootiemand de bons geven; iemand eruit trappen
give something for lostiets als verloren beschouwen; iets opgeven
give thanksbedanken; danken; dankzeggen; zijn dank betuigen
give the case against somebodyiemand in het ongelijk stellen
give the case for somebodyiemand in het gelijk stellen
give to understandlaten doorschemeren; te kennen geven; te verstaan geven
give upafgeven; afschaffen; afstaan; afstand doen van; afzien van; de handen in de schoot leggen; het bijltje erbij neergooien; laten; laten varen; opgeven; overgeven; overleveren; prijsgeven; uittreden; vaarwel zeggen; wijden
give up …het … eraan geven
give uponuitkomen op; uitzicht hebben op
give up on somebodyiemand als verloren beschouwen; iemand opgeven
give up on somethingiets als verloren beschouwen; iets opgeven
give up the ghostde geest geven; de laatste snik geven; sterven
give up the worldde wereld verlaten
give up tooverleveren aan
give waybezwijken; door de knieën gaan; doorbuigen; meegeven; opzij gaan; plaats maken; toegeven; voorrang verlenen; wijken; zwichten
give way!geef voorrang!
give way toplaats maken voor
give way underbezwijken onder
I’ll give him thatdat moet ik hem nageven
that sticks in his gizzarddat zit hem dwars
give‐and‐takegeven en nemen
givenbepaald; gegeven; geneigd; verslaafd; willekeurig
givergeefster; gever; schenker
givinggeven; gift
prize‐givingprijsuitdeling; prijsuitreiking