Informatie over het woord uitpersen (Nederlands → Esperanto: elpremi)

Synoniemen: persen, uitdrukken, uitknijpen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) pers uit(ik) perste uit
(jij) perst uit(jij) perste uit
(hij) perst uit(hij) perste uit
(wij) persen uit(wij) persten uit
(jullie) persen uit(jullie) persten uit
(gij) perst uit(gij) perstet uit
(zij) persen uit(zij) persten uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitperse(dat ik) uitperste
(dat jij) uitperse(dat jij) uitperste
(dat hij) uitperse(dat hij) uitperste
(dat wij) uitpersen(dat wij) uitpersten
(dat jullie) uitpersen(dat jullie) uitpersten
(dat gij) uitperset(dat gij) uitperstet
(dat zij) uitpersen(dat zij) uitpersten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
pers uitperst uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitpersend, uitpersende(hebben) uitgeperst

Vertalingen

Catalaansexprèmer
Deenstrykke ud
Engelssqueeze out; squeeze
Esperantoelpremi
Spaansexprimir