Informatie over het woord uitkramen (Nederlands → Esperanto: elmontri)

Synoniemen: blootleggen, etaleren, tentoonspreiden, uitstallen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kraam uit(ik) kraamde uit
(jij) kraamt uit(jij) kraamde uit
(hij) kraamt uit(hij) kraamde uit
(wij) kramen uit(wij) kraamden uit
(jullie) kramen uit(jullie) kraamden uit
(gij) kraamt uit(gij) kraamdet uit
(zij) kramen uit(zij) kraamden uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitkrame(dat ik) uitkraamde
(dat jij) uitkrame(dat jij) uitkraamde
(dat hij) uitkrame(dat hij) uitkraamde
(dat wij) uitkramen(dat wij) uitkraamden
(dat jullie) uitkramen(dat jullie) uitkraamden
(dat gij) uitkramet(dat gij) uitkraamdet
(dat zij) uitkramen(dat zij) uitkraamden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kraam uitkraamt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitkramend, uitkramende(hebben) uitgekraamd

Vertalingen

Duitsvorzeigen
Engelsdemonstrate; evidence; exhibit; manifest
Esperantoelmontri
Spaansexponer