Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord sluice
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
![]() zelfstandig naamwoord (lock; sluice‐gate) | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
![]() zelfstandig naamwoord (lock; sluice) | ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord ![]() zelfstandig naamwoord | ![]() zelfstandig naamwoord |
Engels | Nederlands |
---|---|
sluice | afspoelen; doen uitstromen; doorspoelen; sluis; sluiswater; spoelen; spui; spuien; spuisluis; uitspoelen |
sluice‐gate | sluisdeur |