Informatie over het woord tarten (Nederlands → Esperanto: defii)

Synoniemen: trotseren, uitdagen, uittarten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtɑrtə(n)/
Afbrekingtar·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tart(ik) tartte
(jij) tart(jij) tartte
(hij) tart(hij) tartte
(wij) tarten(wij) tartten
(jullie) tarten(jullie) tartten
(gij) tart(gij) tarttet
(zij) tarten(zij) tartten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) tarte(dat ik) tartte
(dat jij) tarte(dat jij) tartte
(dat hij) tarte(dat hij) tartte
(dat wij) tarten(dat wij) tartten
(dat jullie) tarten(dat jullie) tartten
(dat gij) tartet(dat gij) tarttet
(dat zij) tarten(dat zij) tartten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
tarttart
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tartend, tartende(hebben) getart

Voorbeelden van gebruik

Wij hebben het geluk te lang getart!
Als u dan geen vrees kent en als u dat poëem grappige onzin vindt, tart ik u om het te doen!
Zou hij het wagen de macht van Dahaut te tarten?
Hij tartte Dots brutale ogen.

Vertalingen

Catalaansdesafiar
Deensudfordre
Duitsherausfordern; Trotz bieten; trotzen; standhalten; aushalten
Engelschallenge; defy
Esperantodefii
Faeröersbjóða av
Portugeesarrostar; desafiar; provocar
Spaansdesafiar
Tsjechischvzdorovat