Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord man

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
homekipi
🔗 And if we had ships, we could not spare the men to man them, not even for the princess Helen.
(human being; human)
🔗 What sort of men were they who tended these fires?
(fellow; male; bloke);
(agent; operative)
(human race; mankind; humanity);
🔗 The four men drank wine.
a man
(one; they; you; people; we; a fellow)
;
a man’s job
vira laboro
dead man’s fingers
(blue bean shrub)
dead men’s bones
homskeleteroj
dead men’s bones
(common toadflax; yellow toadflax; bridewort; butter haycocks; bread and butter; flaxweed; monkey‐flower)
ordinara linario
man of science
(scientist; scholar; boffin)
man orchid
(early purple orchid)
men’s room
(gents; men’s toilet)
porvira necesejo
men’s toilet
(gents; men’s room)
porvira necesejo
(oldster); ; ;
🔗 Already I feel an old man.
old man
(mugwort; common mugwort)
old man cactus
;
poor man’s asparagus
(good king Henry; perennial goosefoot; Lincolnshire spinach; English mercury; mercury goosefoot)
poor man’s barometer
(scarlet pimpernel; red pimpernel; red chickweed; poor man’s weather‐glass; shepherd’s weather‐glass; shepherd’s clock)
poor man’s orchid
(butterfly flower; fringe‐flower)
;
poor man’s orchid
(Balfour’s touch‐me‐not; Kashmir balsam)
tweekleurig springzaad
kaŝmira balzamino
poor man’s weather‐glass
(scarlet pimpernel; red pimpernel; red chickweed; poor man’s barometer; shepherd’s weather‐glass; shepherd’s clock)
(aviator; aeronaut; pilot);
(sheriff; shrieve)
schepen
(gunner)
bargeman
(bargemaster)
(batter);
(slave; bondsman)
(slave; bondman)
(merchant);
cameraman
;
cavalryman
(president; moderator; chair)
praeses
; ;
🔗 Then, around 2 o’clock in the afternoon, the president received word that chairman Máo Zédōng desired to meet with him.
clergyman
(minister; priest)
clergyman
(cleric; churchman)
🔗 Pence, who was Indiana governor and a US congressman before becoming vice‐president, announced his campaign in early June.
contactman
(contact person)
countryman
(peasant; yokel)
;
(compatriot);
🔗 The Ukrainian president said despite the difficulties, his countrymen were making progress.
craftsman
(artisan; tradesman)
crewman
cross‐bowman
(archer)
; ;
draughtsman
(designer)
(garbage man; refuse collector)
(Hollander)
🔗 In South Africa, the Dutch settled the Cape Colony in 1652.
(Sassenach)
fireman
(firefighter)
fireman
(stoker)
(fisher)
visverkoper
🔗 Too many of Indonesia’s 2.6 million fishermen are still poor.
; ;
werkmeester
unuajara studento
🔗 I was a freshman at Indiana University in 2004 when I first heard about a new website for people my age.
ranhomo
🔗 The frogmen are searching in water up to 35 metres (114 feet) deep.
;
🔗 But I don’t recognize the gentleman.
(househusband)
heer des huizes
;
🔗 On roof after roof the goodman of the house clambered about, checking the thatch to see if the winter’s damage meant calling on old Cenn Buie, the thatcher.
(shooter)
(shooter)
🔗 Police said the gunman, who was shot dead, was an employee who had reportedly just been fired.
hangman
(executioner)
(boss; chief; leader; head; kingpin)
🔗 “Take them away,” ordered the headman, “and confine them safely in a hut.”
helmsman
(driver; steersman)
; ;
(abetter; accessory; accomplice)
🔗 Have you got any idea how many anonymous henchmen I’ve killed over the years?
herdsman
ĉevalrajdanto
🔗 Abruptly Rand realized what had been odd about the horseman, aside from his being there at all.
🔗 Among the dead was an Irishman who was on his honeymoon, his family said in a statement from the Irish government.
kinsman
(relative; relation; sib)
layman
(layperson)
(lunatic; nut‐case; nutter); ;
🔗 Surely you are a madman!
(virility);
🔗 If I stood quiet to watch two men harm another I would doubt my manhood.
(human race; man; humanity);
🔗 He said the Dragon would be reborn in mankind’s greatest hour of need, and save us all.
manly
(masculine)
;
mannen‐
man‐servant
(valet; servant)
man‐servant
(servant; attendant)
; ;
manslaughter
(homicide)
;
marksman
(sharpshooter)
midshipman
(middy; naval cadet)
milkman
; ;
(rower)
patrolman
(gendarme; constable)
;
pikstangisto
(favourite)
🔗 Governor Sitnikov is Vladimir Putin’s placeman in his home region, so he’s hardly a rebel or fearless teller of uncomfortable truths.
policeman
(cop; officer; police officer)
; ; ;
postman
; ; ;
Scotchman
(Scot; Scotsman)
Scotsman
(Scot)
signalman
snowman
sneeuwpop
spaceman
(astronaut; cosmonaut)
(spokesperson)
🔗 No one else in the group was affected, the spokesman said.
;
sportman
statesman
stockman
(farmer)
veedrijver
stockman
(rancher; cattle‐farmer; stock farmer)
veeboer
superman
übermensch
tradesman
(artisan; craftsman)
;
watchman
; ;
watchman
(guard; marshal; warden; warder)
Welshman
woodman
(wood‐cutter)
(hand; labourer; operative; worker; working man);
🔗 Workmen put up flood barriers and help businesses in York this morning as people in the city try to defend their properties from the water.

EngelsNederlands
man bediende; bemannen; bezetten; damschijf; de mens; kamerdienaar; knecht; man; manlijk; mannelijk; manspersoon; mens; schaakstuk; schijf; student; stuk; werkman
aid man hospitaalsoldaat
a man je; men
a man’s job mannenwerk
a man’s man een man die zich onder mannen het meest op zijn gemak voelt
an honest man’s word is as good as his bond een man een man, een woord een woord
as one man als één man; eendrachtig
baker’s man bakkersknecht
be a man of few words een man van weinig woorden zijn; geen prater zijn
be not a man to er de man niet naar zijn om
be one’s own man zichzelf meester zijn; zichzelf zijn; zijn eigen baas zijn
best man bruidsjonker; getuige; getuige van de bruideman
blacksmith’s man smidsknecht
confidence man oplichter
dead man’s fingers augurkenstruik
dead men’s bones vlasbekje; vlasleeuwebek
emergency man noodhulp
family man huisvader
fancy man minnaar; pooier; vrijer
fear of men mensenvrees
fellow man evenmens; evennaaste; medemens
flying man vliegenier
front man stroman
front‐rank man voorman
he is not the man to hij is er de man niet naar om
inner man inwendige mens; ziel
lace man kantwerker
ladies’ man verleider; vrouwengek; vrouwenverleider
leading man eerste rol; hoofdpersoon
like master like man zo heer zo knecht
man about town boemelaar; bon‐vivant
man and beast mens en dier
man and boy van jongs af aan; zijn hele leven
man enough to mans genoeg om
man of action doortastend man; man van de daad
man of letters auteur; geleerde; geletterde; letterkundige; literator; litterator
man of science wetenschapsman
man of straw stroman; stropop
man oneself zich vermannen
man proposes, God disposes de mens wikt, God beschikt
man’s dress manskleding
man’s height manshoogte
man’s voice mannenstem
man’s world mannenmaatschappij
man to man conversation gesprek van man tot man
many a man menigeen
many men, many minds zoveel hoofden, zoveel zinnen
men’s doubles heren‐dubbel; heren‐dubbelspel
men’s fashion herenmode
men’s room herentoilet
men’s toilet herentoilet
men’s ward mannenafdeling
men’s wear herenkleding
my old man de ouwe; mijn man; mijn pa
no less a man than niemand minder dan
no man’s land niemandsland
old man bijvoet; grijsaard; oudje; ouwe jongen
old man cactus grijsaardcactus; grijsbaard
poor man’s asparagus brave hendrik
poor man’s barometer rood guichelheil
poor man’s orchid tweekleurig springzaad
poor man’s weather‐glass rood guichelheil
professional man beoefenaar van een vrij beroep; vakman
so many men, so many minds zoveel hoofden, zoveel zinnen
the little man de kleine man
the man in the street Jan met de pet; de gewone man; de kleine man
the old man de baas; de ouwe; mijn man; mijn pa
the tailor makes the man de kleren maken de man
to a man allen; als één man; eenparig; tot de laatste man
to the last man tot op de laatste man
undercover man spion
airman aviateur; vliegenier; vlieger
alderman raadsheer; schepen; wethouder
anchorman centrale presentator
artilleryman artillerist
bargeman aakschipper; binnenschipper; schipper; schuitevoerder; sloeproeier
batman oppasser
batsman batsman; batter; slagman
bogeyman boeman
bondman lijfeigene; slaaf
bondsman borg
bookman letterkundige
businessman handelsman; zakenman
cabman chauffeur; huurkoetsier; koetsier; taxichauffeur
cameraman cameraman; filmoperateur; operateur
cattleman veehouder
cavalryman cavalerist
chairman discussieleider; praeses; president; voorzitter
chessman schaakfiguur; schaakstuk; stuk
clansman clanlid; stamgenoot
clergyman dominee; geestelijke; predikant
coachman koetsier; voerman
coalman kolenboer; kolenman
congressman congreslid; lid van het Congres
conman oplichter
contactman contactman; verbindingsman
countryman boer; buitenman; buitenmens; landgenoot; landman; landsman; plattelander; plattelandsbewoner
cracksman inbreker; kraker
craftsman handwerksman; stielman; vakman
cragsman geoefend bergbeklimmer
crewman bemanningslid
dairyman melkboer; zuivelboer
dalesman dalbewoner
draughtsman damschijf; ontwerper; opsteller; stuk; tekenaar
drayman sleper
dustman vuilnisman
Dutchman Duitser; Hollander; Nederlander; kaaskop
Englishman Engelsman
ferryman overzetter; veerman
fieldsman fielder
fireman brandspuitgast; brandweerman; pompier; stoker
fisherman visser
flagman baanwachter
flyman toneelknecht
foreman baas; meestergast; meesterknecht; onderbaas; opzichter; ploegbaas; president; voorman; voorzitter; werkmeester
freeman ereburger; poorter; vrije; vrije burger
Frenchman Fransman
freshman aankomeling; eerstejaars; eerstejaarsstudent; groen; groentje; jongerejaars; noviet
frogman kikvorsman
frontiersman pionier
gas‐man gasmeteropnemer; man van het gasbedrijf
gentleman gentleman; heer; meneer
gleeman meistreel; minstreel
goodman heer des huizes; huisvader
gownsman togadrager
groomsman getuige van de bruidegom
groundsman terreinknecht
guardsman gardist
gunman bandiet; gangster; geweerdrager
handyman duivelstoejager; duvelstoejager; factotum; klusjesman; knutselaar; manusje‐van‐alles
hangman beul; galgje
hardwareman ijzerwinkelhouder
headman hoofdman; meesterknecht; onderbaas; stamhoofd
headsman beul; scherprechter
helmsman roerganger
henchman bediende; handlanger; lijfdienaar; page; trawant; volgeling
herdsman herder; hoeder; veehoeder
highway‐man struikrover
hitman huurmoordenaar
hodman opperman
horseman paardrijder; rijder; ruiter
hoseman spuitgast
huntsman jager; jagermeester; pikeur
husbandman landman
Indiaman Oostindiëvaarder
infantryman infanterist
Irishman Ier
journeyman ambachtsman; gezel; loonslaaf
kinsman bloedverwant
landsman landrat; landrot
laundry‐man wasbaas
layman leek
liegeman leenman; vazal
lineman grensrechter; lijnwerker
linesman grensrechter
linkman toortsdrager
liveryman stalhouder
locksman sluiswachter
locoman machinist
longshoreman baliekluiver; bootwerker; havenarbeider; sjouwer
lumberman houthakker; houtkapper; houtkoper
madman dolleman; gek; krankzinnige; waanzinnige
mailman postbesteller; postbode
man‐ape mensaap
man‐at‐arms krijger; krijgsman; soldaat
man‐chaser mannengek
man‐crazy manziek
man‐day mandag
man‐eater mannenverslindster; menseneter
manful dapper; manhaftig; manmoedig; moedig
manhole mangat
manhood manlijkheid; manmoedigheid; mannelijkheid; mannen; volwassenheid
man‐hour manuur
manhunt mensenjacht
mankind de mensen; de mensheid; het mensdom; het menselijk geslacht; mensdom; mensheid
manlike manachtig; manlijk; mannelijk
manly manhaftig; manlijk; manmoedig; mannelijk; mannen‐
man‐made door mensen gemaakt; kunstmatig; kunst‐
man‐milliner fatje
manned bemand
mannish manachtig; manlijk; mannelijk
manpower effectief; mankracht; personeelsbestand; personeelsbezetting; werkkrachten
man‐rope valreep
man‐servant bediende; dienstknecht; huisknecht; kamerdienaar; knecht
manslaughter doodslag; manslag
manslayer doodslager
mantrap klem; val; voetangel
Manxman bewoner van Man
man‐year manjaar
marksman scherpschutter; schutter
medicine‐man medicijnman
menfolk mannen; mannevolk; mansvolk; manvolk
merman meerman
middleman tussenhandelaar; tussenpersoon
midshipman adelborst
militiaman landweersoldaat; militielid
milkman melkbezorger; melkboer; melkman; melkslijter
motorman trambestuurder
newsman journalist; krantenman; krantenverkoper; loper
newspaperman journalist
nurseryman boomkweker; kweker; plantenkweker
oarsman roeier
oilman oliehandelaar; olieman; olieslager
one‐man eenmans‐; eenpersoons‐
packman marskramer
patrolman surveillant
penman auteur; schoonschrijver; schrijver
pieman koekjesverkoper
pikeman piekenier
pitman kompel; mijnwerker
placeman gunsteling
plainsman vlaktebewoner
ploughman ploeger
pointsman verkeersagent; wisselwachter
policeman agent; diender; politieagent; politieman
postman besteller; brievenbesteller; postbesteller; postbode
pressman journalist; persman
prizeman prijswinnaar
quarryman bergwerker
raftsman houtvlotter; vlotter
ragman lompenhandelaar; lompenkoopman; lompenkoper; voddenboer; voddenman; voddenraper
railwayman spoorwegbeambte
rifleman jager; scherpschutter
roadman straatmaker; stratemaker; wegwerker
roundsman bezorger
sailorman mateloos; matroos; zeeman
sandman zandmannetje
schoolman schoolgeleerde
Scotchman Schot
Scotsman Schot
seedsman zaadhandelaar
serviceman militair; monteur
sewerman rioolwerker
she‐man mannetjesputter
signalman baanwachter; seiner; seinwachter
snowman sneeuwman; sneeuwpop
spaceman ruimtevaarder
spokesman voorlichter; woordvoerder
sportsman jager; sporter; sportieveling; sportliefhebber; sportman
statesman staatsman
stockman veeboer; veeknecht
strongman krachtpatser; sterke man
superman geweldenaar; superman; supermens; übermensch
tollman tolbaas; tolbeambte
townsman stadgenoot; stadsbewoner; stadsgenoot; stedeling
tradesman leverancier; middenstander; neringdoende; neringdoener; winkelier
tribesman stamgenoot; stamlid
turf‐man liefhebber van renbaansport
turnpike‐man tolgaarder
unman ontmoedigen
vestryman lid van de kerkeraad
warehouseman magazijnbediende; magazijnmedewerker; pakhuisknecht
washerman wasbaas; wasman
watchman klapperman; klepper; klepperman; nachtwaker; wachter; waker
weather‐man weerkundige; weerman
Welshman bewoner van Wales
whaleman walvisvaarder
workman arbeider; arbeidskracht; gezel; werkman
yardman rangeerder