Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord hoofdpersoon

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(kop)
🔗 De dokter schudde het hoofd.
(rubriek)
heading
(opschrift)
superscription
;
inscription
(aanvoerder; baas; chef; hoofdman; leider); ;
🔗 Hoe lang is meneer Price al het hoofd van de bibliotheek?
(personage);
personage
🔗 Kijkt u goed naar deze persoon.
(sujet; vent)
person

NederlandsEngels
hoofdpersoon central figure; leading man; principal; principal person; protagonist
de hoofdpersonen the principal characters
hoofd chief; chieftain; crown; don; executive; forewoman; head; heading; headline; master; mistress; noddle; principal; warden; top; loaf; knob; nut; leader; headlines
persoon bod; body; character; figure; identity; individual; person; personage