Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord boer

Engels/Nederlands
Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(landman; plattelander; boerenkinkel);
countryman
(oprisping);
burp
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek.
🔗 De stellingen der Boeren zijn zeer krachtig versterkt.
(oprispen; een boer laten);
burp
;
(kruizemunt; watermunt)
water mint
husbandry
;
flim‐flam
;
rip‐off
farmers’ union
agrokulturista ligo
(boerderij; hoeve; hofstede)
🔗 De landstreek was nu welvarend en goed bevloeid, bezaaid met boerenhoeven.
(gewone hortensia; grootbladige hortensia; hortensia)
French hydrangea
;
bigleaf hydrangea
;
hortensia
;
lacecap hydrangea
;
mop‐head hydrangea
sweet mock‐orange
krona filadelfo
🔗 De boerenjasmijn vooraan was saai en moest voortdurend worden gesnoeid om te voorkomen dat ze de ramen blokkeerde.
country lad
penny‐cress
(boer);
countryman
🔗 Ziet hij ons aan voor boerenkinkels?
kale
woodland crocus
;
early crocus
;
Tommasini’s crocus
(oranjelelie; vuurlelie; roggelelie)
orange lily
;
fire lily
;
tiger lily
(haagmus; heggemus; hegmus)
dunnock
;
hedge accentor
;
hedge‐sparrow
;
hedge warbler
common peony
;
European peony
(boerderij; hoeve); ; ;
🔗 De wagen doorkruiste een bos en kwam eruit in een streek met verspreid liggende boerenplaatsen, waarachter de koepels en torens van Settra zich tegen de hemel aftekenden.
peasantry
kamparana klaso
(gezond verstand)
common sense
common tansy
;
bitter buttons
;
cow bitter
;
golden buttons
;
tansy
country‐woman
🔗 Er wonen daar drie eenvoudige mensen: de eenvoudige boer, de eenvoudige boerin en de zo mogelijk nog eenvoudiger boerenzoon, gewoonlijk Willem geheten.
grain farmer
grenkulturisto
(groenteman)
greengrocer
🔗 Zo kwam het dat Piet de groenteboer voor de tweede keer die morgen politie in zijn zaak kreeg.
(boertje)
(melkman; melkslijter; melkbezorger)
milkman
🔗 Ten overstaan van de belangstellende menigte maakte hij zich gereed om de inhoud van de melkfles over het hoofd van de ongelukkige melkboer uit te gieten om zodoende te bewijzen dat het water was.
veeboer
(veefokker; veehouder)
rancher
;
cattle‐farmer
;
stock farmer
;
stockman
(vishandelaar; visverkoper)
🔗 De rekening van de visboer schijnt niet juist te zijn en ik moet die even nagaan.

NederlandsEngels
Boer⇆ Boer
boer⇆ belch; ⇆ boor; ⇆ burp; ⇆ churl; ⇆ countryman; ⇆ eructation; ⇆ farmer; ⇆ jack; ⇆ knave; ⇆ peasant; ⇆ rustic; ⇆ yokel
als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen⇆ when the fox preaches, beware of your geese
boeren⇆ belch; ⇆ burp; ⇆ eructate; ⇆ farm; ⇆ be a farmer
boerenarbeider⇆ farmer‐hand; ⇆ farm‐hand; ⇆ farm worker
boerenbedrijf⇆ farmery; ⇆ farming
boerenbedrog⇆ humbug; ⇆ monkey business; ⇆ take‐in
boerenbont⇆ gingham
boerenbrood⇆ cottage loaf
boerenbruiloft⇆ country wedding
boerendans⇆ country dance
boerenerf⇆ barnyard; ⇆ farmyard
boerenhoeve⇆ farmhouse; ⇆ farmstead; ⇆ farm; ⇆ homestead
boerenhofstede⇆ farmhouse; ⇆ farmstead; ⇆ farm; ⇆ homestead
boerenhortensia⇆ hortensia; ⇆ lacecap hydrangea; ⇆ mop‐head hydrangea; ⇆ bigleaf hydrangea; ⇆ French hydrangea
boerenjasmijn⇆ mock‐orange; ⇆ pipe‐tree; ⇆ sweet mock‐orange; ⇆ syringa
boerenjongen⇆ country lad
boerenkinkel⇆ yokel; ⇆ country lout
boerenknecht⇆ farm‐hand; ⇆ hind
boerenkool⇆ kale
boerenkrokus⇆ early crocus; ⇆ Tommasini’s crocus; ⇆ woodland crocus
boerenlelie⇆ orange lily; ⇆ fire lily; ⇆ tiger lily
boerenlummel⇆ clodhopper; ⇆ bumpkin; ⇆ lout
boerenmeid⇆ country girl; ⇆ country lass
boerenmeisje⇆ country girl; ⇆ country lass
boerennachtegaal⇆ hedge accentor; ⇆ hedge sparrow; ⇆ hedge warbler; ⇆ dunnock; ⇆ hedge‐sparrow
Boerenoorlog⇆ Boer War
boerenpaard⇆ farm‐horse
boerenpioen⇆ European peony; ⇆ common peony
boerenplaats⇆ farmstead
boerenpummel⇆ slob; ⇆ bacon; ⇆ bumpkin; ⇆ clodhopper; ⇆ hawbuck; ⇆ hayseed; ⇆ hick; ⇆ rube
boerenslimheid⇆ craftiness; ⇆ cunning
boerenstand⇆ peasantry; ⇆ farmer class
boerentrekpaard⇆ shire horse
boerenverstand⇆ horse‐sense; ⇆ common sense
boerenvrouw⇆ country‐woman
boerenwagen⇆ farm cart; ⇆ farmer’s cart
boerenwormkruid⇆ common tansy; ⇆ bitter buttons; ⇆ cow bitter; ⇆ golden buttons; ⇆ tansy
boerenzoon⇆ farmer’s son
boerenzwaluw⇆ barnswallow
boerin⇆ country‐woman; ⇆ farmer’s wife
eierboer⇆ poultry‐farmer
groenteboer⇆ greengrocer
hereboer⇆ gentleman farmer
kaasboer⇆ cheese‐maker; ⇆ cheesemonger
keuterboer⇆ small‐holder; ⇆ cotter; ⇆ cottier; ⇆ peasant; ⇆ small farmer
kolenboer⇆ coalman
melkboer⇆ dairyman; ⇆ milkman; ⇆ milk roundsman
pachtboer⇆ tenant farmer
petroleumboer⇆ kerosene peddler
schillenboer⇆ waste food collector
schoppenboer⇆ jack of spades
sigarenboer⇆ tobacconist
veeboer⇆ stockman; ⇆ cattle‐farmer; ⇆ stock farmer; ⇆ rancher; ⇆ cattle‐breeder
visboer⇆ fishmonger; ⇆ fish‐hawker
voddenboer⇆ rag‐and‐bone man; ⇆ rag‐gatherer; ⇆ rag‐picker; ⇆ ragman