Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord ziel
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
soul | ||
psyche | ||
🔗 Als u nog in de stad bent, kunt u nauwelijks meer doen voor het verrijken van uw ziel. | ||
tago de la mortintoj | ||
(animeren; verlevendigen) | ||
🔗 Waar het te voorschijn kwam was een overvloed aan recent verlaten lichamen, dus het wezen nam bezit van een van de lijken, bezielde het en maakte zich uit de voeten. | ||
enthuse | ||
(inspireren) | ; | |
🔗 De politie weet niet wat de man bezielde. | ||
malgrandioza | ||
🔗 Hij woont in huis bij zijn broer, die een oogje op hem moet houden en alles aan de zielknijper rapporteert. | ||
(psychologie) | psychology | |
🔗 Een beoefenaar van de zielkunde zal terstond begrijpen dat Wilson en ik onafscheidelijk waren. |
Nederlands | Engels |
---|---|
ziel | ⇆ bore; ⇆ inner man; ⇆ life‐blood; ⇆ soul |
die goeie ziel | ⇆ the dear thing |
geen levende ziel | ⇆ not a soul |
naar lichaam en ziel | ⇆ in body and mind |
simpele ziel | ⇆ simp; ⇆ simpleton |
allerzielen | ⇆ All Souls’ Day |
bezielen | ⇆ animate; ⇆ come over; ⇆ infuse; ⇆ inspire; ⇆ inspirit; ⇆ possess; ⇆ vitalize; ⇆ vivify |
kleinzielig | ⇆ small; ⇆ small‐minded; ⇆ little; ⇆ petty |
ontzield | ⇆ exanimate; ⇆ inanimate; ⇆ lifeless |
zieleheil | ⇆ salvation |
zielknijper | ⇆ headshrinker; ⇆ shrink; ⇆ trick‐cyclist |