Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord moedig

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(dapper; flink)
courageously
🔗 Volg mij moedig en help mij die uitvalspoort in de buitenmuur van het kasteel te veroveren.
(dapper; kloek; flink; kloekmoedig);
courageous
;
valiant
(dapper)
courageous
maltima
(dapper; ferm; stoutmoedig)
courageous
sentima
boldly
sentime
🔗 Heer Ollie sprong op en begon zich voorzichtig terug te trekken, maar zijn gastvrouw liep moedig op de woesteling toe.
(aanmoedigen; opbeuren);
hearten
🔗 Poirot kon haar alleen maar opnieuw bemoedigend op haar schouder kloppen.
(grootmoedig)
magnanimous
🔗 Dat is bijzonder edelmoedig van je.
(edelmoedig)
magnanimous
(blohartig)
pusillanimous
etkuraĝa
(dapper; moedig)
courageous
;
valiant
(dapperheid)
courage
(dapperheid; flinkheid; lef)
courage
;
bravery
;
valour
;
prowess
🔗 U hebt moed, dat moet ik zeggen.
(demotiveren)
discourage
;
dishearten
🔗 Ik merkte dat Poirot er volkomen ontmoedigd uitzag.
(boud; onversaagd; onvervaard; stout; vermetel; moedig)
sentima
(boud; brutaal; gedurfd; stout; vermetel);
🔗 Er kon geen twijfel aan bestaan of deze man was tweeënveertig gaar geleden naar het verlaten bouwwerk gekomen op zoek naar een krantensensatie waarvoor niemand ooit stoutmoedig genoeg was geweest om er een poging toe te wagen.
(boud)
boldly
aŭdace
🔗 Na een blik op elkaar gingen ze stoutmoedig verder.

NederlandsEngels
moedig brave; courageous; courageously; gallant; greathearted; gutsy; high‐spirited; manful; manfully; pluckily; plucky; spirited; spunky; stoutly; valiant; valorous
bemoedigen encourage; hearten; cheer up
edelmoedig generous; greathearted; large‐hearted; noble‐minded; noble
gelijkmoedig equable; equanimous; even‐minded; of equable temperament; with equanimity
grootmoedig magnanimous; open‐hearted; generous
kleinmoedig pusillanimous; fainthearted; timid
kloekmoedig valiant; valorous; stout‐hearted; courageous
moed bottle; bravery; courage; mettle; nerve; pluck; prowess; valour; spirit; heart
ontmoedigen daunt; discourage; dishearten; dismay; dispirit; unman
stoutmoedig bold; daring; hardily; hardy; high‐spirited; undaunted
wankelmoedig feeble‐minded; wavering; vacillating; irresolute