Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord wasbaas
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(chef; gebieder; gezagvoerder) | ; ; | |
🔗 Die baas zit in Italië en het is de vraag of Henk hem wel opbelt. | ||
(chef) | ; | |
(chef; hoofd; leider) | ||
🔗 Trumps eigen minister van Justitie, William Barr, bracht zijn baas afgelopen dinsdag verder in verlegenheid. | ||
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water. | ||
lesivi | ||
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan) | ||
(ómspoelen; uitwassen) | ; | |
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar. | ||
(was‐) | ||
(groeien; toenemen; aanwassen) | ; | |
🔗 De oude maan verdween en een nieuwe maan wies en nam af in de wereld daarbuiten, terwijl wij daar vertoefden. | ||
(mengen; mêleren) | shuffle | |
🔗 Ik had het gedicht al die tijd in mijn zak. | ||
(tas) | ; ; ; | |
; bastard ; son‐of‐a‐bitch | ||
scrotum | ||
🔗 Toen mijn zak helemaal leeg was, trok ik mijn pik weer uit haar. |
Nederlands | Engels |
---|---|
wasbaas | ⇆ laundry‐man; ⇆ washerman |
baas | ⇆ boss; ⇆ gov; ⇆ governor; ⇆ guv’nor; ⇆ master; ⇆ overman; ⇆ foreman; ⇆ mister; ⇆ chap; ⇆ top dog; ⇆ whopper |
wassen | ⇆ be on the increase; ⇆ grow; ⇆ increase; ⇆ launder; ⇆ lave; ⇆ pan off; ⇆ pan out; ⇆ wash; ⇆ wax; ⇆ waxen; ⇆ wash down; ⇆ washing; ⇆ shuffle; ⇆ rise; ⇆ wash up |
zak | ⇆ bag; ⇆ pocket; ⇆ poke; ⇆ pouch; ⇆ twat; ⇆ sac; ⇆ sack; ⇆ scrip |