Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord een man een man, een woord een woord
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(echtgenoot) | ||
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw. | ||
(kerel; manspersoon; vent) | ; | |
🔗 Hebt u deze man vermoord? | ||
🔗 Elk woord is hier te veel. | ||
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt. | ||
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler. | ||
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen! | ||
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je? | ||
Nederlands | Engels |
---|---|
een man een man, een woord een woord | ⇆ an honest man’s word is as good as his bond |
man | ⇆ chap; ⇆ hand; ⇆ he; ⇆ husband; ⇆ jack; ⇆ male; ⇆ man; ⇆ troops; ⇆ foot |
woord | ⇆ parole; ⇆ word; ⇆ vocable |