Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uittrekken

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(uitwijken)
emigrate
(rekken)
(bestemmen)
earmark
🔗 Als beginner moet u ongeveer een half uur tot één uur voor iedere training uittrekken.
(afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen);
🔗 Hij trok zijn jas uit en legde die over een stoel.
(uitrukken)
wrest
(ontlokken; tappen; trekken; eruit trekken);
🔗 Toen zij eenmaal de kamer uit waren, sloegen ze haar bijna bewusteloos en trokken ze enkele van haar nagels uit.
(aanhalen; aantrekken);
altiri
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok.
(aanlokken; aantrekken);
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen)
(tappen; uittrekken); ;
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde.
(slepen)
haul
;
tow
infuziĝi
(buigen; kromtrekken); ;
streki
(halen);
haul
; ;
tug
; ;
tow
;
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven.
trati
(aftrekken; laten trekken; zetten);
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok.
suĉi
🔗 Hij trok aan zijn sigaar.
(migreren)
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen)
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uittrekken abstract; allow; draw; draw out; earmark; extirpate; extirpation; extract; get off; go out; march out; move out; pull off; pull out; put off; remove; set aside; set forth; set out; strip off; take off
erop uittrekken set forth; set forth on one’s journey
uittrekken voor budget for; earmark for; set aside for
trekken attract; backpack; bob; brace; derive; draught; draw; drawing; educe; extract; flit; force; haul; hike; lug; make; migrate; move; permeate; pluck; pull; receipt; trek; tug; tweak; twitch; rule; strain; traction; go; march; warp; become warped; puff; wank off; jerk off; take out; tow; twist
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in
uittrekblad pull‐out leaf; draw‐leaf; blad
uittrektafel extending table; extension table; pull‐out table; telescope‐table