Informatie over het woord doorverbinden (Nederlands → Esperanto: trakonekti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdorvərbɪndə(n)/
Afbrekingdoor·ver·bin·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verbind door(ik) verbond door
(jij) verbindt door(jij) verbond door
(hij) verbindt door(hij) verbond door
(wij) verbinden door(wij) verbonden door
(jullie) verbinden door(jullie) verbonden door
(gij) verbindt door(gij) verbondt door
(zij) verbinden door(zij) verbonden door
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doorverbinde(dat ik) doorverbonde
(dat jij) doorverbinde(dat jij) doorverbonde
(dat hij) doorverbinde(dat hij) doorverbonde
(dat wij) doorverbinden(dat wij) doorverbonden
(dat jullie) doorverbinden(dat jullie) doorverbonden
(dat gij) doorverbindet(dat gij) doorverbondet
(dat zij) doorverbinden(dat zij) doorverbonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbind doorverbindt door
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doorverbindend, doorverbindende(hebben) doorverbonden

Voorbeelden van gebruik

Hij belde het hotel van Riggs en ditkeer werd hij bijna meteen doorverbonden.
Largo dacht hieraan terwijl hij doorverbonden werd.

Vertalingen

Afrikaansdeurskakel
Engelsput through
Esperantotrakonekti