Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitdoen

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(afdoen; afleggen; afzetten; uittrekken);
🔗 Donner zal zijn vest uitdoen.
(blussen; doven; uitblussen; uitdoven; uitmaken);
🔗 Doe die toorts uit voor we stikken!
(afzetten; uitschakelen; uitzetten; uitknippen)
switch off
🔗 Toen deed hij het licht uit.
(doven)
put out
;
(handelen; optreden; te werk gaan; handelen)
(laten; maken)
🔗 Een nieuw geluid deed hem opschrikken.
(plaatsen; steken; stoppen; zetten)
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep.
(indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen); ; ; ; ;
reenact
; ;
represent
;
constitute
; ; ;
serve up
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen.
(maken)
making
;
manifacture
; ;
formation
;
; ;
make clean
;
purge
; ;
🔗 Ze ging zitten voor een enorme toilettafel en begon haar haar te doen.
(begaan; maken; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren);
🔗 Wat nu te doen?
;
🔗 Hij deed alsof hij steeds dover werd en binnen de kortste keren hadden ze geen gesprekken meer.
(toebrengen; aandoen; stellen; afsluiten; sluiten);
🔗 Wil jij mij de eer doen om met me te trouwen?
🔗 We moeten niet praten, maar doen.
(nemen)
🔗 Marino moet zijn plicht doen en de waarheid vertellen.
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

NederlandsEngels
uitdoen douse; extinguish; put off; put out; switch off; take off
doen command; conduct; do; give; make; put; sound; transact; send; take; work; be worth; be; fetch; act; doings
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in