Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aandoen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
call at | halti en | |
🔗 Je hebt Gozed nooit aangedaan? | ||
(aantrekken; opzetten) | ||
🔗 Ga je trui aandoen. | ||
(aanknippen; aanzetten; inschakelen) | switch on | |
🔗 Zal ik de lamp aandoen? | ||
(aangaan; doen) | ; | |
🔗 Ik wil de vijand spreken die mij zoveel onrecht heeft aangedaan. | ||
geweld aandoen (forceren; verkrachten) | ; | |
geweld aandoen | overpower ; prevail over | |
(emotie; ontroering) | ||
🔗 Van louter aandoening waren zij stil geworden. | ||
(emotie) | ||
🔗 Wat weet gij van de aandoeningen van een dichter? | ||
(kwaal) | ; ; | |
🔗 De oorzaak dezer aandoening is niet bekend. | ||
seized with emotion | kortuŝita | |
movingly ; touchingly | kortuŝite | |
🔗 Zijn tactiek was aandoenlijk doorzichtig. | ||
(aangeslagen) | afekciita | |
(geroerd; ontroerd) | seized with emotion | kortuŝita |
🔗 Hij was zeer aangedaan. | ||
(handelen; optreden; te werk gaan; handelen) | ||
(laten; maken) | ||
🔗 Een nieuw geluid deed hem opschrikken. | ||
(plaatsen; steken; stoppen; zetten) | ||
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep. | ||
(indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen) | ; ; ; ; ; reenact ; ; represent ; constitute ; ; ; serve up | |
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen. | ||
(maken) | making ; manifacture ; ; formation ; | |
; ; make clean ; purge ; ; | ||
🔗 Ze ging zitten voor een enorme toilettafel en begon haar haar te doen. | ||
(begaan; maken; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren) | ; | |
🔗 Wat nu te doen? | ||
; | ||
🔗 Hij deed alsof hij steeds dover werd en binnen de kortste keren hadden ze geen gesprekken meer. | ||
(toebrengen; aandoen; stellen; afsluiten; sluiten) | ; | |
🔗 Wil jij mij de eer doen om met me te trouwen? | ||
🔗 We moeten niet praten, maar doen. | ||
(nemen) | ||
🔗 Marino moet zijn plicht doen en de waarheid vertellen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aandoen | affect; bring; call at; cause; don; give; move; put in at; put on; switch on; touch; touch at |
aangenaam aandoen | please; please the eye |
dat kun je hem niet aandoen | you cannot do that to him |
geweld aandoen | force; outrage; violate; strain; stretch; do violence to; use violence against; use violence to; use violence towards |
het doet me vreemd aan | it strikes me as odd |
iemand een proces aandoen | bring an action against somebody; take the law on somebody |
onaangenaam aandoen | displease; jar upon; offend |
aandoening | affection; emotion; sensation |
aandoenlijk | affecting; impressionable; moving; movingly; pathetic; pathetically; sensitive; touching; touchingly |
aangedaan | affected; bruised; moved; overcome; overcome by emotion; touched |
doen | command; conduct; do; give; make; put; sound; transact; send; take; work; be worth; be; fetch; act; doings |