Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord boos

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(kwaad; nijdig; verbolgen; toornig; verstoord; vertoornd; gramstorig; vergramd);
🔗 Bent u erg boos?
(kwaad; slecht)
🔗 Na enige tijd kwam een boos man toevallig langs de plek.
(slecht; kwaad)
🔗 Dit is een boos oord.
(nijdig; toornig; gramstorig; kwaad; vergramd)
🔗 China heeft zondag boos gereageerd op de felicitaties van de Verenigde Staten aan de winnaar van de presidentsverkiezingen in Taiwan.
(zich kwaad maken)
become angry
🔗 Het is te begrijpen dat de hoofdredacteur boos werd.
(kwaad zijn op)
be angry
(hatelijk; kwaadaardig; snood; vals)
malicious
;
🔗 Lijk ik dan zo’n boosaardig monster?

NederlandsEngels
boos angrily; angry; annoyed; bad; black; cross; evil; malefic; malicious; malign; malignant; put out; resentful; sore
boos op angry with; out of humour with
boos worden cut up rough; become angry; lose one’s temper
boos worden op become angry with; lose one’s temper with
boos zijn om be angry at
boos zijn op be annoyed with; be angry with; be cross with
boos zijn over be angry at
het boze oog the evil eye
boosaardig black; ill‐natured; malevolent; malicious; maliciously; malign; malignant; mischievous; spiteful; vicious; sinister; evil‐minded; viperish