Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais houden

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(bevatten; inhouden)
contenir
;
renfermer
enteni
causer
;
procurer
;
situer
🔗 Putin houdt dinsdag een toespraak op het Rode Plein in Moskou.
(bijhouden; vasthouden; voeren; huldigen)
tenir
🔗 Hij maakte de hond los en hield hem aan de lijn naast zich.
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; waarnemen)
🔗 Kan iemand God kennen en zijn geboden niet houden?
(doorbijten; doorzetten; het uithouden; voet bij stuk houden; volharden; volhouden)
perséverer
;
persister
🔗 De dijken hadden het niet gehouden.
(beminnen; liefhebben; lieven);
trouver plaisir à
🔗 Ik houd van je, Dave.
houden van
affectionner
havi inklinon por
(geven om; hechten aan); ;
estimer
🔗 Daar hielden ze van.
(beminnen)
🔗 Deze man hield van de mensen, hoewel hij niet die indruk maakte.
🔗 En daar houden we niet van.
(verslijten voor)
prendre pour
preni por
🔗 Als zij u zien, terwijl zij u voor spionnen houden en u al wilden ophangen, is het leed niet te overzien.
🔗 Ik geloof dat ik in de gaten word gehouden.
(resideren)
demeurer
restadi
🔗 De oude Yara houdt verblijf in de bovenste vertrekken.
agir selon
;
respecter
;
🔗 Aangezien Van der Laan zich moet houden aan nationale en Europese regels, heeft hij volgens de rechtbank juist gehandeld.
(blijven; toeven; verblijven)
🔗 Er hield zich in die streken een draak op.
zich stilhouden
(zwijgen)
se taire
se taire
🔗 Ten eerste dient u verder uw mond te houden.
(arresteren; oppakken; in hechtenis nemen)
arrêter
🔗 Hij werd al op 14 april aangehouden.
(duren; standhouden; voortduren);
durer
persévérer
;
persister
insistadi
(uitstellen)
ajourner
;
différer
;
reculer
;
renvoyer
;
retarder
;
suspendre
(verzwijgen)
taire
(alcoholisch)
alcoolique
(bewaren; overhouden; in stand houden)
conserver
;
maintenir
;
retenir
(redden)
sauver
(safe; veilig)
à l’abri
;
en sûreté
;
(houden)
tenir
(volgen)
🔗 Sinds het KNMI het weer ging bijhouden, in 1901, was het 24 keer eerder zo vroeg zo warm.
(huishouden)
ménage
(blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilhouden; stilstaan; stoppen; halt maken)
s’arrêter
🔗 Toen hij inhield om te luisteren, hoorde hij niets.
(aftrekken)
retrancher
(behelzen; bevatten)
contenir
;
renfermer
🔗 Er woei een bittere oostelijke wind die de dreiging van de invallende winter inhield.
(bevatten; houden)
contenir
;
renfermer
enteni
🔗 Daarop bood Visbhume hem een kistje te koop aan, inhoudende diverse voorwerpen die hij uit het huis van Hippolito had meegenomen.
(terughouden)
réprimer
(amuseren; vermaken)
amuser
(doorgaan met);
maintenir
;
reconduire
🔗 U onderhoudt hier een busdienst, nietwaar?
appuyer
;
maintenir
(reserveren)
réserver
(uitsteken)
étendre
(aflopen; eindigen)
finir
;
prendre fin
;
se terminer
🔗 En daar hield ook de kennis van Thomas op.
(aflaten; stoppen; uitscheiden; uitscheiden met; afbreken)
cesser
🔗 Het geluid hield op.
tarder
🔗 Hij kan door een heleboel dingen zijn opgehouden.
(behouden; bewaren)
conserver
;
maintenir
;
retenir
(aanhouden; duren; voortduren);
durer
(weerstaan)
affronter
🔗 Ze hadden standgehouden tegenover de beste troepen die de Britten in het vuur konden brengen.
(inhouden; blijven staan; blijven stilstaan; halt houden; stilstaan; stoppen; halt maken)
s’arrêter
🔗 Eenmaal hielden ze stil en zwegen.
taire
🔗 Als ik kon, zou ik het liever stilhouden.
(detineren; inhouden)
réprimer
🔗 Hij wendde zich om, maar een uitroep van de grijsaard hield hem terug.
(doorstaan; dulden; uitstaan; verdragen; volhouden)
soutenir
;
supporter
🔗 Hij heeft in ieder geval voldoende water en voedsel om het een paar dagen te kunnen uithouden.
(houden; voeren; huldigen)
tenir
🔗 Ik hield hem stevig vast.
(doorzetten; het uithouden; volharden)
perséverer
;
persister
🔗 Hij moest het nog een half jaar volhouden.
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; verdragen)
soutenir
;
supporter
🔗 Ik begrijp niet hoe hij ’t volhoudt!
(onthalen; trakteren; vergasten)
régaler
waterhoudend
(waterig)
aquatique
;
aqueux
;
d’eau