Information du mot inhouden (néerlandais → espéranto: reteni)

Synonymes: detineren, reserveren, terughouden, verbijten, wederhouden

Parti du discoursverbe
Prononciation/ˈinɦɑu̯də(n)/
Césurein·hou·den

Conjugaison

Indicatif
PrésentPassé
(ik) hou in, houd in(ik) hield in
(jij) houdt in(jij) hield in
(hij) houdt in(hij) hield in
(wij) houden in(wij) hielden in
(jullie) houden in(jullie) hielden in
(gij) houdt in(gij) hieldt in
(zij) houden in(zij) hielden in
Subjonctif
PrésentPassé
(dat ik) inhoude(dat ik) inhielde
(dat jij) inhoude(dat jij) inhielde
(dat hij) inhoude(dat hij) inhielde
(dat wij) inhouden(dat wij) inhielden
(dat jullie) inhouden(dat jullie) inhielden
(dat gij) inhoudet(dat gij) inhieldet
(dat zij) inhouden(dat zij) inhielden
Impératif
Singulier/PlurielPluriel
hou in, houd inhoudt in
Participes
Participe présentParticipe passé
inhoudend, inhoudende(hebben) ingehouden

Traductions

allemandzurückhalten
anglaisretain
danoisopholde
espagnolretener
espérantoreteni
féringienhalda eftir; halda frá; taka
françaisréprimer
frison occidentalôfhâlde
frison saterlandtouräächhoolde
italienritenere
portugaisdeter; reter
tchèquezadržet