Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord weg

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(baan)
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg.
(heen; voort; verwijderd; henen; uit);
;
; ; ;
pathway
;
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk.
;
🔗 Er was geen weg terug.
(route)
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon.
(verdwalen; verdolen)
lose one’s way
🔗 De sneeuw begon te vallen, de nacht omsloot hen en de krijgers raakten de weg kwijt.
(zijns weegs gaan)
go their ways
iri sian vojon
🔗 Met duistere blikken op Rhialto verlieten de magiërs Boumergarth en gingen huns weegs.
(hinderen);
🔗 Maar praktische bezwaren staan ons in de weg.
(onderweg)
🔗 Misschien zijn de prauwen reeds op weg.
start out
; ;
🔗 Laten we dan op weg gaan.
(mijden; ontwijken)
sidestep
🔗 Ṿerscheidene dagen gingen vader en zoon elkaar uit de weg.
(verwijderen);
🔗 Denk je dat ze Dworkin uit de weg geruimd hebben nadat ze genoeg van hem geleerd hadden?
(achteraf; afgelegen; in de verte; ver)
far away
;
remotely
; ;
🔗 Maar helaas, zij was ver weg, mijn arme Gräuben, en mocht ik hopen haar ooit weer te zien?
;
🔗 Versuft en tot op het merg verkleumd wankelden de mannen weg van de vloedwering.
(huns weegs gaan)
go his way
iri sian vojon
🔗 Ten slotte gingen de magiërs huns weegs, voldaan in de zekerheid dat er recht was geschied.
(daarom)
on that account
;
for that reason
byway
;
side‐way
🔗 Op dat moment zag hij op een dwarsweg een fietser naderen en hij schoot snel achter een boom om niet gezien te worden.
(halverwege)
halfway
way there
alvojo
🔗 Op de heenweg hebben we meer dan drie uur boven woestijngebied gevlogen.
(heerbaan)
major road
🔗 „Dick,” zei ze toen hij over het hek stapte en ze naast elkaar naar de hoofdweg liepen, „wat moet ik eraan doen?”
(heerbaan; straatweg)
high road
coast road
🔗 In gepeins verzonken reed Arutha de kustweg af.
(spoorwegovergang)
level‐crossing
;
grade crossing
;
railway level crossing
; ;
railway crossing
;
railroad crossing
;
train crossing
traknivela pasejo
🔗 Nadert u een overweg met enkel spoor?
;
roadway
(rijbaan)
🔗 De radiowagens kwamen de straat in rijden en gingen dwars over rijweg staan, waardoor de gehele Kaperstraat was afgesloten.
(ronduit)
genuinely
;
sincerely
;
(ronduit)
frankly
;
openly
;
bluntly
;
candidly
;
explicitly
;
overtly
(eenvoudig; eenvoudigweg)
simply
🔗 De consequentie hiervan is dat zwaartekracht niet simpelweg de kracht is waarmee alle voorwerpen elkaar aantrekken.
(spoor; spoorbaan)
🔗 Ik ging daarom naar de oever van de Elbe, daar waar de stoomboot ligt die de stad verbindt met de spoorweg.
sta‐in‐de‐weg
(beletsel; hindernis; hinderpaal; obstakel)
straatweg
(heerbaan; hoofdweg)
highway
;
high road
🔗 Maar de wildernis was overal even ondoordringbaar en hij durfde niet blijven staan om naar een toegangsweg te zoeken.
uniquely
;
incomparably
nekompareble
by far
🔗 Elders werden de overgebleven barbaren door de zeelieden, die verreweg in de meerderheid waren afgeslacht.
voorrangsweg
major road
prioritata vojo
wandelweg
(promenade; wandelplaats)
promenade
;
mall
;
(berm);
verge
;
verge of a road
🔗 Deze van nature in Europa voorkomende plant groeit veel op braakliggende grond en in wegbermen.
(uitblijven)
keep off
absent oneself
;
🔗 Bij de tuchtrechter bleef de advocaat vorige maand ook weg.
bring away
; ;
forporti
🔗 En de wijnglazen, zijn die op een blad weggebracht?
cotton thistle
;
Scotch thistle
;
Scottish thistle
wegenwachter
(cikorei; wilde cichorei)
common chicory
;
chicory
(verkeersdeelnemer)
road user
(vergeven)
(ontkomen)
🔗 Er is een andere manier om hier weg te komen, ook al zal die je waarschijnlijk niet aanstaan.
(kruising; kruispunt; viersprong)
cross‐roads
; ;
junction
🔗 Het zal niet lang duren voor wij de wegkruising naderen en bij de Dieptekom komen waar de slag twee nachten geleden werd geleverd.
(uitlaten);
unleash
; ;
🔗 Hoe vreemd of onsamenhangend mijn woorden jou ook mogen voorkomen, je mag niets weglaten.
(achterwege laten);
mankigi
(overslaan; uitlaten)
leave out
;
omit
;
(afvloeien; wegvloeien)
flow down
;
flow off
🔗 In welke richting is het van je weggelopen?
(afnemen; afruimen)
clear away
forigi la manĝilaron
🔗 Dan kan Jane komen wegruimen.
(opruimen);
dispense with
;
rid
;
🔗 Majoor Metcalf was Giles aan het helpen om de sneeuw van de achterdeur weg te ruimen.
(afstemmen; verwerpen)
reject
;
malakcepti voĉdone
🔗 Als de deal weer wordt weggestemd, zal het Britse lagerhuis de volgende dag opnieuw moeten stemmen.
🔗 Waarom hebt u Pieps weggestuurd, professor?
(afwassen; wegspoelen)
wash off
forlavi
🔗 Het ammoniakgas wordt door water weggewassen.
(elimineren; uitschakelen; verwijderen)
🔗 Toen alles was opgeruimd, werden de sporen zorgvuldig weggewerkt.
(dalen; verzakken; zakken; zinken);
go down
; ; ;
🔗 Verder kan het niet wegzakken en dus blijft het hier staan.
(inzinken; zinken; neerzijgen);
🔗 De zon was achter de bergen weggezakt.
(doorzakken; ineenzakken; uitzakken; verzakken);
subfleksiĝi

NederlandsEngels
weg avaunt; avenue; away; course; done for; gone; haul; inlet; lost; off; out; out of the way; path; pathway; road; route; track; tract; way
aardig op weg well on the way; well on one’s way
de aangewezen weg the proper way; the proper way to do it
de weg bereiden voor prepare the ground for; set the stage for
de weg effenen smooth the way; plane the way
de weg kwijtraken get lost; lose one’s way
de weg van alle vlees gaan go the way of all flesh
de weg van de minste weerstand kiezen take the easy way out
een weg banen clear a way; break a way
elk huns weegs gaan go their several ways
elk zijns weegs gaan separate
holle weg cutting; sunken road
huns weegs gaan go their ways
ieder zijn eigen weg gaan go their separate ways
iemand uit de weg ruimen put somebody out of the way
in de weg lopen get in the way
in de weg staan be in the way
in geen velden of wegen nowhere at all
in het wilde weg at random
naar de weg vragen ask one’s way; ask the way
op weg along the way; on one’s way
op weg gaan go one’s way; go one’s ways
op weg naar bound for; destined for; en route for; en route to
op weg naar het einde on the skids
particuliere weg occupation road
uit de weg out of the way
uit de weg gaan fight shy of; fudge; sidestep
uit de weg ruimen smooth over; bump off; dispose of; knock off; make away with; obviate; polish off; remove; rub out
van de weg afraken lose one’s way; lose oneself; go astray
waar een wil is, is een weg where there ’s a will there’s a way
weg van smitten by
zich een weg banen elbow one’s way; hew one’s way; pierce; push one’s way; make one’s way
zich een weg banen door get through; pierce through; squeeze one’s way through; force one’s way through; push one’s way through
zich op weg begeven set out; go one’s way; go one’s ways
zijn eigen weg gaan play a lone hand; take a line of one’s own; take one’s own line; strike out; go one’s own way
zijns weegs gaan go his way
zijn weg gaat niet over rozen his life is not a bed of roses
zijn weg vinden make one’s way
zijn weg wel vinden make one’s way
asfaltweg asphalt road; bituminous road
bijweg by‐road; bypath
bosweg forest road
deswege for that reason; on that account
doolweg wrong way
driewegstekker three‐way plug
dwaalweg wrong way
dwarsweg cross‐road
expresweg motorway; highway
gewoonweg downright; fairly; just; simply
grindweg gravel‐walk; gravel road; gravelled road
halfweg halfway; in midstream
handelsweg artery of trade; trade route
harentwege as for her
heenweg way there
heerweg high road
hoofdweg high road; main drag; main road; turnpike; main route; trunk‐road; turnpike road
invalsweg approach road; arterial road; access road
kiezelweg gravelled road
klinkerweg brick‐paved road
kronkelweg detour
kustweg coast road
landweg by‐road; lane; country road; rural road; country‐lane; overland route
levensweg path of life
lijdensweg martyrdom
luchtweg air route
middenweg mean; medium; middle course; middle way
óverweg crossing; grade crossing; level‐crossing; railway crossing; railway level crossing; railroad crossing; train crossing
parallelweg parallel road
platweg flatly
remweg braking path; braking distance
rijksweg national highway
rijweg carriageway; pavement; road; roadway
ringweg bypass; bypass road; orbital road; ring road
rondweg bypass; bypass road; roundly; ring road
simpelweg simply; just
sluipweg secret path; secret means; indirection; dodge
spoorweg railroad; railway
sta‐in‐de‐weg cumbrous affair; obstacle; impediment
steenweg paved road
straatweg causeway; causey; highway; high road
terugweg return; way back
toegangsweg access road; approach
tolweg turnpike; toll road
tramweg tramway
tussenweg middle course
tweebaansweg two‐laned road; two‐lane road
tweewegskraan two‐way cock
uitvalsweg arterial road; main traffic artery
uitweg bolt‐hole; escapement; expedient; issue; let‐out; loophole; outfall; outlet; vent; way out; escape; answer; solution
urinewegen urinary passages
ventweg service road
verbindingsweg communication; connecting road
verkeersweg highway; thoroughfare
verreweg by a long chalk; by all the odds; by far; easily; far; far and away; much; vastly; by a long way; infinitely
vierbaansweg divided highway; dual carriage‐way; dual carriageway; four‐lane highway
vluchtweg escape‐route
voorrangsweg major road
wandelweg walk
wegblijven absent oneself; keep off; non‐attendance; stay away
wegbrengen remove; take off; walk off
wegdistel cotton thistle; Scotch thistle; Scottish thistle
wegdromen dream away
wegdruppelen trickle out
wegebben ebb away
wegenwachter chicory; common chicory; blue daisy; blue dandelion; blue sailors; blueweed; bunk; coffeeweed; cornflower; horseweed; ragged sailors; succory; wild bachelor’s buttons
weggebruiker road user
weggeld toll
weggeven give away
wegkappen lop; lop away
wegkomen get away
wegkruising cross‐road; cross‐roads; crossway; crossways; intersection; junction
wegkuieren walk away
weglachen laugh away; laugh off
weglaten cut; drop; elide; leave out; miss; miss out; omit; pretermit; suppress
weglopen abscond; bolt; drain; elope; elopement; run away; run off; absconding; walk out; walk‐out
wegmaaien cut off; mow down; sweep; sweep off
wegredeneren explain away; reason away
wegruimen clear away
wegschrappen delete
wegslak rode wegslak
wegsluipen slink; slink away; slink off; slip; slip away; slip off; steal away
wegsmijten chuck away
wegsnijden cut; cut away; exscind; pare; pare away; pare off; retrench; whittle away
wegsnoeien trim off
wegstemmen vote out
wegstomen steam away
wegsturen bundle off; pack off; put out to grass; put to grass; send to grass; turn adrift; turn out to grass; turn; turn away; whistle off
wegvangen catch away
wegwals road‐roller
wegwerken block out; eliminate; freeze out; manoeuvre away
wegzinken submerge
wegzwemmen swim away