Informatie over het woord wegzakken (Nederlands → Esperanto: malleviĝi)

Synoniemen: dalen, verzakken, zakken, zinken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛxsɑkə(n)/
Afbrekingweg·zak·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zak weg(ik) zakte weg
(jij) zakt weg(jij) zakte weg
(hij) zakt weg(hij) zakte weg
(wij) zakken weg(wij) zakten weg
(jullie) zakken weg(jullie) zakten weg
(gij) zakt weg(gij) zaktet weg
(zij) zakken weg(zij) zakten weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegzakke(dat ik) wegzakte
(dat jij) wegzakke(dat jij) wegzakte
(dat hij) wegzakke(dat hij) wegzakte
(dat wij) wegzakken(dat wij) wegzakten
(dat jullie) wegzakken(dat jullie) wegzakten
(dat gij) wegzakket(dat gij) wegzaktet
(dat zij) wegzakken(dat zij) wegzakten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegzakkend, wegzakkende(zijn) weggezakt

Voorbeelden van gebruik

Verder kan het niet wegzakken en dus blijft het hier staan.

Vertalingen

Engelsdescend; go down; drop; sink; lower oneself
Esperantomalleviĝi
Fransbaisser; s’abaisser
Spaansbajar
Sranansaka
Thaisลง
Turksalçalmak