Informatie over het woord kustweg (Nederlands → Esperanto: marbordvojo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkɵstʋɛx/
Afbrekingkust·weg
Geslachtmanlijk
Meervoudkustwegen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kustweggetje, kustwegjekustweggetjes, kustwegjes

Voorbeelden van gebruik

In gepeins verzonken reed Arutha de kustweg af.
Is dit nu de kustweg naar de badplaats, waarvan ik me zoveel had voorgesteld?

Vertalingen

Engelscoast road
Esperantomarbordvojo