Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word in

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(binnen; op; te; van; aan); ;
🔗 En zie, daar viel hij in een beerput.
(aan; betreffende; met; naar; omtrent; op; over; van; voor); ; ; ; ;
🔗 De jongens verschillen enigszins in lengte.
(bij; gedurende; onder; met; op);
🔗 In de afgelopen tien jaar hebben ongeveer tweeduizend arbeiders uit heel Europa aan de tunnel gewerkt.
(daarin; daaromtrent; daarover; daarvan; daar … op; daarop)
about that
🔗 Nu, daar had hij gelijk in.
(bemiddeld; gegoed; welgesteld)
in easy circumstances
;
well‐to‐do
concretely
konkrete
(uitvoerig)
detale
🔗 Nadat hij alles wat in het café was voorgevallen in extenso had verteld, gaf de commissaris een verslag van het verdere onderzoek.
in triplo
(in drievoud)
threefold
trioble
(tegen; tegenover)
across from
; ;
in exchange for
;
opposed to
; ; ; ; ; ; ;
🔗 Dat deed hij tegen het advies van economen in.
tegen … in
(achter; achteraan)
at the back
;
in the back
🔗 Achterin stond een garage en onder een boom aan de noordkant was een kleine caravan geparkeerd.
at the top
🔗 Men kon alleen naar binnen via de scheur bovenin.
(erin)
therein
🔗 Daarin benadrukte hij dat oorlogsmisdaden van Rusland bestraft moeten worden.
about that
🔗 Ik wil niet beweren dat u daarin ongelijk heeft.
en tio
(daarin)
therein
in it
en ĝi
🔗 En dat is alles wat erin zit, majesteit.
en tio ĉi
🔗 Is de man hierin gegaan?
about this
;
about this subject
pri ĉi tio
🔗 Hierin had ze volkomen gelijk.
;
enladigi
🔗 In Mexico en de Verenigde Staten worden tomatillo’s ingeblikt.
commit burglary
rompŝteli
🔗 Dan zou hij de volgende ochtend groot misbaar maken en zeggen dat dieven bij hem ingebroken hadden en Caranthes’ eigendom hadden gestolen.
break into a house
eniri perforte
🔗 Ik heb ergens ingebroken.
naturaliziĝi
(binnendringen)
enpenetri
(aanvangen; beginnen; een aanvang nemen)
🔗 De staking moet zaterdag om 21:00 uur ingaan.
;
insert
;
put in
;
input
🔗 Hij kreeg een lumineus idee, keerde terug naar Google en gaf Wasserij Schepens in.
fold up
(vervatten)
formulate
;
🔗 Ik moet u waarschuwen, sire, dat hij deze weinig tactvol inkleedde en de gepaste beleefdheidstitels achterwege liet.
(berichten; verwittigen; voorlichten);
enlighten
🔗 U begrijpt waarom we u moesten inlichten.
herald
;
herald in
;
ring in
;
usher in
🔗 Dit luidt een bloeitijd voor de stad in.
enspezi
🔗 Jij gaat goud zoeken volgens plan, en ik ga die duizend pond voor jou innen.
(binnenlands; binnenste; intern; inwendig);
internal
;
interior
🔗 De oorzaken van alle kwalen zijn innerlijk.
(inprenten)
implant
enplanti
🔗 Ik ben toen naar de tuindeuren gelopen en zag direct dat de begonia’s net ingeplant waren.
entry into the country
wear down
;
wear off
;
wear out
;
grind down
(inwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen; wisselen)
(inschuiven)
sit closer
;
close up
(in slaap vallen)
🔗 Bent u gauw ingeslapen?
(besmeren; doorsmeren; smeren);
smear
;
ŝmiri
🔗 Smeer de dun gesneden groente in met olijfolie.
(in een auto stappen; instappen)
get in
;
get into a car
🔗 Hij gaf het voorbeeld door achter het stuur te springen, en omdat de motor nog aanstond, reed het voertuig al voordat de eigenaar had kunnen instijgen.
;
encroach
;
overrun
;
🔗 De duisternis was nog niet ingevallen toen Tom al fluitende zijn weg vervolgde.
(vervangen; waarnemen)
take the place of
;
supplant
;
stand in
;
relieve
🔗 Maar ik weet zeker dat je ons graag uit de brand haalt en voor hem invalt.
;
incursion
🔗 Ze zouden bij het invallen van de duisternis op weg gaan, want Elrond had hun aangeraden om zoveel mogelijk onder dekking van de nacht te reizen, tot zij ver van Rivendel vandaan waren.
(toestemmen in)
consent
🔗 Ja, eerwaarde vader, dan kunt u zijn eisen geloof ik beter inwilligen.
collapse
malŝveli
🔗 Stel dat de onderzoekers van Bloomberg gelijk krijgen en over ruim 30 jaar ongeveer een op de drie auto’s op stroom rijdt, dan zal de vraag naar olie fors inzakken.
at the bottom
🔗 Onderin was een kraan.
wherein
en kio
in which
;
wherein
🔗 Dit is de geheime gang waarin ik sta.

DutchEnglish
in aboard; about; at; for; in; inside; into; of; on; to; up; within
dat wil er bij mij niet in that won’t go down with me
in bonis well off; well‐to‐do; in easy circumstances
in casu in case; in this case
in concreto actually; as a matter of fact; in the concrete
in en uit in and out
in extenso at great length
in het zwart in black
in pleno plenary
in triplo in triplo; in triplicate
tegen … in athwart; contrary to; counter; in face of …; in opposition to; in the face of …; in the teeth of …; against …; in violation of
achterin at the back of; at the bottom of; at the back; in the back; into the back; into the rear
bovenin at the top
daarin therein; there; in it; in that
erin into it; in it; inside it
hierin herein; therein; in here; in this
inbeitelen chisel; carve with a chisel
inblikken can; tin
inbouwen build in; let into; fit
inbreken break in; burglarize; burgle; break into a house; commit burglary
inburgeren domesticate; naturalize; strike root; establish oneself
indommelen doze off; drop off; go off; doze away
indraaien screw in
indringen insinuation; invade; obtrude; penetration; penetrate; enter by force; wedge in
indrogen dry up
indroppelen drip in; instil
indruppelen drip in; instil
induwen push in; push into; shove in; wedge in
ingaan begin; date
ingeven dictate; infuse; prompt; suggest; administer; inspire with
ingooi throw in
ingriffen engrave
inhebben hold; contain; carry
inhouwen hew in; break open
inhuren hire again
inkankeren corrode; become inveterate
inklappen fold up; collapse; break down
inkleden couch; phrase; frame; express
inklemmen jam in; wedge in
inkoppen head in; head into the goal
inkrijgen get in; get down
inlichten direct; enlighten; inform
inloodsen pilot in; take into port
inlopen break in; close; run in; gain
inloten draw a place
inluiden herald; herald in; ring in; usher in
innen cash; collect; encash; recover; get in
innerlijk inly; inner; interior; internal; intimate; intrinsic; intrinsical; inward; inwardly; internally
inplanten engraft; implant; infix; inculcate
inpolderen reclaim
inreis entry; entry into the country
inrijden break in; run in
inruilen exchange; trade in
inschalen rank; put on a scale
inscheren reeve
inschikken close up; sit closer; stand closer
inschoppen kick in
inslapen fall asleep; pass away
inslijten wear down
insluimeren fall into a slumber; doze off
insluipen steal in; sneak in; slip in; creep in
inslurpen gulp down
insmeren smear; anoint; grease; oil; salve
insmijten throw in; smash; break
insneeuwen snow in; snow up
instromen flow in; stream in; pour in
instuiven fly in; rush in
instulpen invaginate
insturen send in; steer in
intapen tape
intikken keyboard; smash in; break; type in
intoetsen key; key in; keyboard
introeven trump; ruff
intypen type in
invallen chime in; chip in; close in; collapse; cut in; fall; fall in; fill in; hold the fort; join; occur to; set in; strike; suggest itself; tumble down; join in; deputize; substitute; come into one’s mind
invlechten plait in; intertwine; entwine; put in; insert
invochten damp
invoelen feel
invorderen collect
inwaaien be blown in
inwachten await
inwerpen throw in; smash; insert
inweven weave in; interweave
inwilligen concede; consent; grant
inzakken sag; sag down; sink down; collapse
inzeilen enter
inzoomen zoom in
middenin in the middle
onderin at the bottom
voorin in front; in the front; at the beginning
waarin where; wherein; in which