Information about the word inkleden (Dutch → Esperanto: formuli)

Synonyms: formuleren, vervatten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪŋkledə(n)/
Hyphenationin·kle·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kleed in(ik) kleedde in
(jij) kleedt in(jij) kleedde in
(hij) kleedt in(hij) kleedde in
(wij) kleden in(wij) kleedden in
(jullie) kleden in(jullie) kleedden in
(gij) kleedt in(gij) kleeddet in
(zij) kleden in(zij) kleedden in
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inklede(dat ik) inkleedde
(dat jij) inklede(dat jij) inkleedde
(dat hij) inklede(dat hij) inkleedde
(dat wij) inkleden(dat wij) inkleedden
(dat jullie) inkleden(dat jullie) inkleedden
(dat gij) inkledet(dat gij) inkleeddet
(dat zij) inkleden(dat zij) inkleedden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
kleed inkleedt in
Participles
Present participlePast participle
inkledend, inkledende(hebben) ingekleed

Usage samples

Ik moet u waarschuwen, sire, dat hij deze weinig tactvol inkleedde en de gepaste beleefdheidstitels achterwege liet.

Translations

Englishformulate; word
Esperantoformuli
Frenchformuler
Germanformulieren
Italianformulare
Portugueseformular