English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word insert

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
insert (enter; put in; input)	insteken ; steken ; invoeren ; ingeven ; opvoeren	enigi
insert (put away; put in; stow; enclose; introduce; embed)	inzetten	enmeti
🔗 This command allows you to insert the contents of any file into your source code, as though you had timed it in.
insert	inschuiven ; instoppen	enŝovi
insert (entry)	input ; invoegsel	enigaĵo
insert	griffelen	inserti
insertion (input; entry; introduction)	invoer ; opvoeren	enigo

English	Dutch
insert	⇆ beschrijven; ⇆ bijsluiter; ⇆ bijvoegsel; ⇆ inlas; ⇆ inlassen; ⇆ inlegvel; ⇆ invlechten; ⇆ invoegen; ⇆ inwerpen; ⇆ inzetstuk; ⇆ inzetten; ⇆ opnemen; ⇆ plaatsen; ⇆ tussenvoegen
inserted	⇆ ingezet; ⇆ tussengevoegd
insertion	⇆ entre‐deux; ⇆ inlassing; ⇆ invoeging; ⇆ invoegsel; ⇆ opneming; ⇆ plaatsing; ⇆ tussenvoeging; ⇆ tussenvoegsel
reinsert	⇆ herplaatsen; ⇆ weer inlassen; ⇆ weer invoegen