English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word express

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(put; register); ; ;
🔗 He never expressed any unhappiness with my work.
(fast train; express train); ;
express goods
rapida frajtaĵo
express oneself
zich uitdrukken
express train
(fast train; express)
; ;
international express
(international express train)
internacia rapidtrajno
🔗 That musing expression never left the other’s face.
(mien; look; air; appearance); ; ; ;
🔗 He thought he had never seen a gaze so devoid of expression.
(phrase);
spreekwijze
🔗 Read and try to understand the expressions below.
; ;
🔗 Consider the expression a⁴ − b⁴.
expressive
expressly
(explicitly)
uitdrukkelijk
eksplicite
expressway
(freeway; highway; motorway)

EnglishDutch
express betuigen; doen uitschijnen; expres‐; expres; exprestrein; inkleden; laten uitschijnen; snel; sneltrein; speciaal; te kennen geven; uitdrukkelijk; uitdrukken; uiten; uitpersen; uitspreken
express company koeriersbedrijf
express delivery snelpost; spoedbestelling
express goods ijlgoed; ijlvracht
express letter expresbrief
express messenger expresse; ijlbode
express oneself zich uitdrukken; zich uiten
express parcel spoedzending
express service sneldienst
express train expres; exprestrein; sneltrein
expressible uit te drukken
expression betuiging; expressie; gezegde; spreekwijs; spreekwijze; uitdrukking; uiting; uitpersing; verklanking
expressive beeldend; expressief; veelzeggend; vol uitdrukking
expressly duidelijk; in het bijzonder; uitdrukkelijk
expressway snelverkeersweg; snelweg