Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais trekken

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
(aanhalen; aantrekken)
attirer
;
solliciter
altiri
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok.
(aanlokken; aantrekken)
allécher
;
appâter
;
solliciter
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen)
dessiner
(tappen; uittrekken)
retirer
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde.
voyager au loin
;
tirer un trait
streki
(halen)
tirer
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven.
sucer
suĉi
🔗 Hij trok aan zijn sigaar.
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen)
se déplacer
(aanhalen; trekken)
attirer
;
solliciter
altiri
(aanlokken; bekoren; trekken)
allécher
;
appâter
;
solliciter
(aandoen; opzetten)
imposer
; ;
revêtir
🔗 Toen trok hij schone kleren aan.
(inhouden)
retrancher
décéder
(retireren; zich terugtrekken)
se retirer
retrancher
;
soustraire
subtrahi
(aanschaffen; afnemen; overnemen; zich aanschaffen)
acheter
;
acquérir
🔗 En ook zij hebben hun biljetten via u betrokken?
(verzadigen)
saturer
(rekken; uitleggen; verlengen)
allonger
;
prolonger
subir
🔗 Iedereen wil wel een herinnering hebben aan een gevaarlijk gebied dat hij doorgetrokken is.
(terugtrekken)
retirer
entraîner
kuntiri
🔗 Hij opende het portier en stapte in, zijn jonge vriend meetrekkend.
(calqueren; óvertrekken)
calquer
(openmaken)
déboucher
malŝtopi
(versnellen; accelereren)
s’accéléler
;
se précipiter
;
(bouwen)
bâtir
;
construire
;
poser
🔗 Het hout, waarvan dit gebouw was opgetrokken, was nieuw.
(bekleden)
recouvrir
;
revêtir
;
tapisser
tegi
(calqueren; natrekken)
calquer
(langsgaan; passeren; voorbijgaan; voorbijlopen)
dépasser
;
(rondreizen)
voyager au loin
resserrer
;
resserrer les tissus
entraîner
kuntiri
(intrekken)
retirer
🔗 Hij keek naar zijn teruggetrokken hand en een doordringende, onaangename geur bereikte zijn neusgaten.
(gelaatstrek)
trait
🔗 Ik lette meer op de trekken van de derde persoon, degene die Random nooit eerder had gezien, zoals hij had gezegd.
colombe voyageuse
;
pigeon migrateur
;
tourte voyageuse
migra kolombo
(tractor);
tracteur agricole
🔗 Het vervoer vindt plaats met een krachtige trekker.
(attractie)
appât
🔗 Hoe maak je je tuin een trekpleister voor vogels en insecten?
trekpot
(theepot)
théière
treksluiting
(rits; ritssluiting)
fermeture à glissière
;
fermeture‐éclair
;
zip
(uitwijken)
se réfugier
(rekken)
allonger
;
prolonger
(bestemmen)
destiner
🔗 Als beginner moet u ongeveer een half uur tot één uur voor iedere training uittrekken.
(afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen)
enlever
🔗 Hij trok zijn jas uit en legde die over een stoel.
(uitrukken)
arracher par violence
(ontlokken; tappen; trekken; eruit trekken)
retirer
🔗 Toen zij eenmaal de kamer uit waren, sloegen ze haar bijna bewusteloos en trokken ze enkele van haar nagels uit.
(afgaan; heengaan; ervandoor gaan; weggaan; zich verwijderen; opstappen);
s’en aller
;
🔗 De volgende morgen vertrok Robert.
aimer mieux
;
(slepen)
traîner
disparaître
🔗 De kleur trok weg uit zijn gezicht.