Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord keep one’s ground

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(bottom; foundation; bed); ;
(soil; earth); ;
🔗 The nest of this species is on the ground.
(earth)
terkonekti
(earth; land);
🔗 He leads an army so massive it shakes the ground with its march, so vast it drinks the rivers dry.
(reason; account; motive);
(motive; motif; motivation; theme; angle)
(base; basis; footing; platform; stem);
(run aground; run ashore; strand; grind to a halt)
aan de grond lopen
;
🔗 The lucky half fled back downwind to Bulmer Skeme and grounded on the beach.
(grounds; terrain; lot)
🔗 Experts say armed groups have gained more ground in Mali and Burkina Faso despite the coups there and predict a similar trajectory for Niger if the régime remains in place.
‐adi
🔗 So why does this uniquely American phenomenon keep happening?
(breed; raise; rear; farm)
(guard; look after; watch over; preserve; safeguard; watch)
(conserve; maintain; preserve; cache; save; store);
(rescue; save)
(restrain; detain; inhibit; prevent; stop; withhold); ; ;
(record; register; enrol); ; ; ; ;
(remain; stay; stay over; abide; rest; stop; tarry)
(hang onto; hold; retain; maintain; have);
loĝejturo
🔗 They had soon learned to recognize his blushes for what they were, and not a woman in the keep but seemed fascinated by them.
(remain; stay)
(follow; observe; act on; act upon; obey)
(fulfil; abide by; meet; observe; honour)

EngelsNederlands
keep one’s ground stand houden; voet bij stuk houden; zich handhaven
ground aan de grond lopen; aan de grond raken; aarde; aarden; achtergrond; baseren; beweeggrond; beweegreden; bodem; de beginselen onderwijzen; grond; gronden; grondkleur; grondverven; grondvesten; onderbouwen; ondergrond; op de grond houden; op strand zetten; reden; stranden; terrein
keep behoeden; behouden; beschutten; bewaken; bewaren; bewaring; bijhouden; blijven; conserveren; donjon; doorgaan met; erop nahouden; eropna houden; gevangenis; goed blijven; hoede; hoeden; houden; kost; mainteneren; onderhoud; onderhóúden; ophouden; slottoren; tegenhouden; terughouden; verdedigen; vieren; zich goed houden; zich houden; zich houden aan