Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord vieren

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(celebreren; opdragen)
(feestvieren; fuiven; feesten)
🔗 Dat moet gevierd worden, zou ik zeggen.
(celebreren)
;
let go
🔗 Vier de fok en de bezaanzeilen!
(loslaten; vieren);
let go
🔗 Bunderwal liet mistroostig de ketting nog een schakel vieren.
(gevieren)
by fours
kvarope
🔗 Alleen wij met z’n vieren en de president kennen dit geheim.
(de vrije teugel laten)
unbridle
;
unleash
(fuiven; vieren; feesten)
🔗 Nu vieren we hier feest.
(beroemd; gerenommeerd; vermaard)
renoma
celebration
celebration
(inachtneming; naleving)
(triomferen; zegepralen)
triumph
;
prevail
🔗 Hij zegeviert altijd.

NederlandsEngels
vieren celebrate; commemorate; hold; keep; let fly; mark; observe; pay away; pay out; slacken; solemnize; veer; veer away; veer out
in vieren delen quarter
vieren en halen veer and haul
feestvieren celebrate; feast; make merry
gevierd famous
uitvieren veer out; pay out; nurse
vier four
viering celebration; observance; solemnization
zegevieren conquer; prevail; triumph; win; be victorious