Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord kost

Nederlands	Engels (indirect vertaald)	Esperanto
kost (voeder; voeding; voedingsmiddel; voedsel; voer)	food ; fare	nutraĵo
🔗 Ik zou met deze eenvoudige kost nu al heel tevreden zijn.
ten alle koste (koste wat het kost; het koste wat het kost; tot elke prijs; coûte que coûte; tegen elke prijs; ten koste van alles; wat het ook koste; koste wat kost; koste wat koste)	at all costs ; at any cost ; at any price ; at any sacrifice	ĉiapreze
ten koste van	at the cost of	koste de
🔗 Het besluit van de Amerikaanse president Trump om de weg vrij te maken voor de Turken, ten koste van de Koerden, leidde ook internationaal en in eigen land tot veel kritiek.
kosten	cost	kosti
🔗 Wat kosten die?
kosthuis (pension)	boarding‐house	pensiono
kostschool (internaat; pensionaat)	boarding‐school	internulejo
🔗 Hij was onderwijzer aan een Londense kostschool toen het ongeluk gebeurde.
kostwinner	breadwinner	panakiranto
rauwkost (grauw; grofheid; ruw materiaal)	commodity	krudmanĝaĵo

Nederlands	Engels
kost	⇆ board; ⇆ diet; ⇆ dietary; ⇆ fare; ⇆ food; ⇆ grub; ⇆ keep; ⇆ livelihood; ⇆ living; ⇆ meat; ⇆ table; ⇆ victuals
aan de kost komen	⇆ earn one’s keep; ⇆ make a living
dat is oude kost	⇆ that is old news
degelijke kost	⇆ substantial fare
de kost verdienen	⇆ bring home the bacon; ⇆ earn one’s keep
geen kost voor kinderen	⇆ no food for children; ⇆ no milk for babes
iemand de kost geven	⇆ feed somebody
iemand in de kost nemen	⇆ take somebody in to board
in de kost bij	⇆ boarded out with
slappe kost	⇆ cat‐lap
ten alle koste	⇆ at all costs; ⇆ at any cost; ⇆ at any price; ⇆ at any sacrifice; ⇆ cost what it may; ⇆ if it kills me
ten koste van	⇆ at the cost of; ⇆ at the expense of; ⇆ on
vaste kost	⇆ solid food
volle kost	⇆ full board
voor de kost doen	⇆ do for a living
zijn ogen de kost geven	⇆ look about one
burgerkost	⇆ plain fare
kinderkost	⇆ children’s food
kosten	⇆ cost; ⇆ costs; ⇆ expense; ⇆ outgoings; ⇆ outlay; ⇆ take; ⇆ expenses
kostganger	⇆ boarder; ⇆ paying guest
kostgeld	⇆ board; ⇆ board‐wages
kosthuis	⇆ boarding‐house; ⇆ hostel; ⇆ pension
kostschool	⇆ academy; ⇆ boarding‐school
kostwinner	⇆ breadwinner
kostwinning	⇆ livelihood; ⇆ living
loonkost	⇆ wage expenditure
meelkost	⇆ farinaceous food
mondkost	⇆ viands; ⇆ provisions; ⇆ victuals
rauwkost	⇆ raw food; ⇆ uncooked food; ⇆ raw vegetables
varkenskost	⇆ food for swine; ⇆ hog’s meat; ⇆ hogwash