Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord distress‐call

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(dub; name; term);
uitmaken voor
;
(summon)
(appeal to; invoke; hail; summon);
🔗 The keyword `s`private`s` indicates that these values can only be called by methods of this class.
(appeal; summoning; summons);
(cry; shout)
(convoke; convene; summon)
kunvoki
(parade; roll‐call; summoning; summons)
(visit);
(name)
🔗 I am not called Cugel the Clever for nothing.
(label; label as);
🔗 You may remember I got criticized for calling Putin a war criminal.
(phone; give a call);
(ring; telephone; call up; give a ring; phone up; ring up; give a call)
ektelefoni al
(cry; shout)
🔗 “There’s a cyclone coming, Em”, he called to his wife.
(afflict; cause pain; give pain; sadden)
(destitution; indigence; need; penury; privation; want);
(afflict; grieve)
tristigi
(sadness; affliction; grief; ordeal; pain);
zieleleed
(affliction; sorrow; trial; woe); ; ;
(hurt; afflict; grieve; pain; cause pain to); ;
pijn veroorzaken
(pain; ache; soreness);
wee
;
(torment; agonize; harass)
(torment; torture); ; ; ;
temptatie
(afflict; aggrieve)
(vex; annoy; worry; aggravate; irk)

EngelsNederlands
distress‐call noodsein
call aanlopen; aanmaning; aanroepen; afkondigen; afroepen; annonceren; appél; balderen; beleggen; bellen; benoemen; beroep; beroepen; bezoek; bieden; bijeenroepen; een bezoek afleggen; fluitje; geroep; gesprek; heten; inroepen; invite; inviteren; komen; lokfluitje; lokstem; noemen; opbellen; oproep; oproepen; oproeping; optie; roep; roepen; roeping; roepstem; signaal; stem; telefoneren; telefoongesprek; telefoontje; toeroepen; uitmaken voor; uitroepen; uitschelden voor; visite; vraag; waarschuwen
distress angst; armoede; bedroeven; benauwdheid; benauwen; beslag; beslaglegging; ellende; executie; in beslag leggen; kwellen; leed; nood; pijnlijk zijn; smart; tegenspoed; zorg