Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitroepen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(het uitschreeuwen) | call out ; exclaim | |
🔗 „Ja, het is mooi!” riep hij bitter uit. | ||
(afkondigen) | ; ; | |
🔗 De provincie Hòa Bình, die het zwaarst is getroffen, heeft de noodtoestand uitgeroepen. | ||
uitroepen tot (toejuichen) | ||
(huilen) | howl ; hoot ; yowl ; wail | ululi |
; summon | ||
; ; | ||
🔗 „Wie is daar?” riep de wachter. | ||
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
ekkria signo |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitroepen | ⇆ acclaim; ⇆ call; ⇆ call out; ⇆ cry; ⇆ cry out; ⇆ declare; ⇆ ejaculate; ⇆ exclaim; ⇆ interject; ⇆ shout; ⇆ shout out |
uitroepen tot | ⇆ acclaim; ⇆ adjudge; ⇆ proclaim |
roepen | ⇆ call; ⇆ call in; ⇆ clamour; ⇆ cry; ⇆ whoop; ⇆ shout; ⇆ summon; ⇆ send for |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
uitroepteken | ⇆ exclamation mark; ⇆ exclamation point; ⇆ note of exclamation; ⇆ screamer |