Informatie over het woord opbellen (Nederlands → Esperanto: ektelefoni al)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔbɛlə(n)/
Afbrekingop·bel·len

Voorbeelden van gebruik

Bel jij dus de hoofdredacteur maar op en zeg hem dat hij zijn gang kan gaan.
Zal ik een dokter voor u opbellen?
U raadt mij dus aan de politie op te bellen?

Vertalingen

Afrikaansskakel
Duitsanrufen
Engelsring; call; call up; give a ring; phone up; ring up; give a call
Esperantoektelefoni al; telefoni al
Papiamentsbèl; yama
Saterfriesanroupe
Thaisโทรศัปท์; โทรศัพท์ถึง
Zweedsanropa