Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word spelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(doen; optreden; vertonen); ;
(uitvoeren);
enact
🔗 Ik had die dag met het idee gespeeld er een eind aan te maken.
🔗 Dit is niet een plaats om te spelen.
(vertolken)
🔗 „En ik”, zei Gurth, „heb voor een Saksische varkenshoeder de rol van Normandisch schildknaap niet slecht gespeeld.”
ludi la rolon de
(bespelen);
play on
ludi sur
🔗 Hij speelde op een fluit, maar hield op toen hij Elak en Lycon zag.
trompludi
🔗 Als er iets was waarmee je het steeds weer van hem won, dan moest je wel vals spelen.
(spelen op);
play on
ludi sur
elfini
(LP)
LP
longluda disko
play together
kunludi
reenact
speelfilm
(musicus; muzikant; toonkunstenaar)
🔗 Ze haalden de speelman erbij om het feest met zijn vrolijke klanken extra luister te verlenen.
(speelterrein)
🔗 Natuurlijk was die speelplaats áchter het gebouw.
sportive
🔗 Dit waren schepsels afkomstig uit de grotten van de maan van Albireo Zeven, een volgzaam ras, zowel speels als toegenegen.
speelterrein
(speelplaats)
speelterrein
(speelveld)
speeltuig
speeltuig
(muziekinstrument)
musical instrument
speelveld
(speelterrein)
🔗 De met rood beboete speler schopte vervolgens de onderuit gehaalde speler tegen het hoofd, waarop de twee teams met elkaar in gevecht raakten.
(alluderen; een toespeling maken; zinspelen; zinspelen op);
hint
;
refer to
(acteren)
🔗 Sommige mannen kunnen niet toneelspelen,
(toneelspel; acteren)
🔗 Het was inmiddels al jaren geleden dat ze was gestopt met toneelspelen, maar ze was altijd over de dood blijven denken.
; ; ;
fiddle
;
play the violin
violoni
;
hint
🔗 Gisteren was ze nog hier en ze heeft er geen ogenblik op gezinspeeld!

DutchEnglish
spelen act; be at play; disport; do; enact; gamble; game; perform; play; play out; play the part of; render; sport; touch; toy; trifle; twiddle
aap‐wat‐heb‐je‐mooie‐jongen spelen butter up
door iemands hoofd spelen be running through somebody’s head
een glimlach speelde om zijn mond a smile was playing about his lips
het stuk speelt in … the scene is set in …; the place of the scene is …
iemand iets in handen spelen smuggle something into somebody’s hands; play something in somebody’s hands
iemand in de kaart spelen play into somebody’s hands; play somebody’s game
komedie spelen make up; play a part; put up an act
met de gedachte spelen play with the idea
met vuur spelen play with fire
met zijn gezondheid spelen trifle with one’s health
niet met zich laten spelen be not to be trifled with; stand no nonsense
onder één hoedje spelen met be in the cahoots with; be in league with
spelen in be set in; be laid in
spelen om geld play for money
spelen op play; play on
uit het hoofd spelen play from memory; play by heart
va‐banque spelen go for broke
vals spelen cheat; play out of tune
van het blad spelen sight‐reading; play at sight
zijn partij spelen play one’s part
afspelen play back; playback; replay; play; pass
bespelen play; play on; touch; play in
doorspelen play on; play over
gelijkspelen draw
gespeel playing
kaartspelen play cards; play at cards
klaarspelen engineer; knock off; push through; wangle
langspeelplaat LP; long player; long‐play record; long‐playing record
meespelen play along; play too; join in the game; take a part
naspelen reenact; replay
omspelen dribble round; dribble past
opspelen churn; cut up rough; play first; lead; kick up a row; play up
óverspelen replay
overspélen outclass
speelautomaat one‐armed bandit; slot‐machine; fruit machine
speelbank casino; gambling‐house; gaming‐house
speelbord playing‐board
speeldoos music‐box; musical box
speelduivel demon of gambling
speelduur length; duration; playing time; run
speelfilm motion picture; feature film; film; movie
speelgenoot playmate; playfellow
speelhal amusement arcade
speelhelft half
speelhol gambling‐den
speelhuis gaming‐house; gambling‐house
speelkaart playing‐card
speelkamer playroom; card‐room
speelkameraad playmate; playfellow
speelkwartier break; playtime
speelmakker playfellow; playmate
speelman musician; fiddler
speelpakje romper; rompers; playsuit
speelplaats close; playground; recreation ground
speelruimte elbow‐room; latitude; leeway; margin; play; room to manoeuvre; scope; playroom
speels coltish; desipient; frisky; gamesome; kittenish; playful; frolicsome; arch; sportive
speelschuld gaming‐debt; play‐debt
speelseizoen theatrical season
speeltafel game‐table; gaming‐table; card‐table; green cloth; gambling‐table; console
speelterrein recreation ground; playground; playing‐field
speeltijd playtime; recreation
speeltje plaything; toy
speeltuig instrument; musical instrument
speeltuin recreation ground
speeluur play‐hour; playtime
speelveld playing‐field
speelzaal cardroom; gaming‐room; gambling‐room
speelzucht passion for gambling
spelenderwijs heuristic; sportive; without effort
spelenderwijze without effort; heuristic; sportive
speler gambler; gamester; hand; player; performer; actor; musician
terugspelen field; play back
toneelspelen act; acting
uitspelen catch out; play; play out
verspelen forfeit; gamble away; lose; play away; lose in playing
vioolspelen fiddle; play the violin; play on the violin
voorspelen show how to play; play first; have the lead
zinspelen allude; hint